Uitspraak Nº 22-005123-11. Gerechtshof Den Haag, 2015-04-30

ECLIECLI:NL:GHDHA:2015:1082
Docket Number22-005123-11
Date30 Abril 2015
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

Rolnummer: 22-005123-11

Parketnummer: 09-748802-09

Datum uitspraak: 30 april 2015

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage van

21 oktober 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte 2],

geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Ceylon),

adres: [adres].

1 Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de (doorlopende) terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van

16 januari 2012, 21 maart 2012, 11 april 2012, 4 juni 2012, 11 juni 2012, 30 juli 2012,

1 oktober 2012, 17 december 2012, 4 maart 2013, 27 mei 2013, 31 mei 2013, 24 juli 2013,

16 september 2013, 17 september 2013, 19 september 2013, 4 oktober 2013,

14 november 2013, 30 januari 2014, 7 maart 2014, 1 april 2014, 2 april 2014, 13 mei 2014,

15 mei 2014, 16 mei 2014, 3 juni 2014, 12 juni 2014, 13 juni 2014, 23 juni 2014,

24 juni 2014, 30 juni 2014, 1 juli 2014, 3 juli 2014, 4 juli 2014, 18 juli 2014, 1 oktober 2014,

11 november 2014, 26 januari 2015, 16 februari 2015, 2 maart 2015 en 16 april 2015.

De zaak tegen de verdachte is in hoger beroep gelijktijdig doch niet gevoegd behandeld met de zaken tegen medeverdachten [verdachte 4] (rolnummer 22-005292-11), [verdachte 5] (rolnummer 22-005291-11), [verdachte 3] (rolnummer 22-005353-11) en [verdachte 1] (rolnummer 22-005176-11).

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De hierna te bespreken ten laste gelegde feiten, juridische context en rechtsvragen zijn complex van aard en gaan alle verdachten aan met dien verstande dat verdachte [verdachte 1] niet verdacht wordt van de separaat ten laste gelegde opruiingsfeiten die onder 5 en 6 in de dagvaarding van de overige verdachten zijn opgenomen.

In hoger beroep heeft het openbaar ministerie voor alle vijf de verdachten een gelijkluidend requisitoir gehouden waar het de juridische context en de rechtsvragen betreft. Daarnaast is door het openbaar ministerie uitgebreid ingegaan op de individuele rollen die de verdachten hebben gehad in de verweten gedragingen.

In hoger beroep hebben de raadslieden van de verdachten tijdens de pleidooien en het nemen van dupliek met instemming van het hof bij elkaar aansluiting gezocht en hebben naar elkaars pleidooien verwezen met betrekking tot de gevoerde verweren en gedane verzoeken.

Gezien het voorafgaande acht het hof het opportuun de in alle zaken gevoerde verweren en gedane verzoeken waar het niet de individuele rol van de verdachten betreft gemeenschappelijk te bespreken. Wanneer in het arrest wordt gesproken over de verdachte wordt daarmee gedoeld op alle verdachten tenzij anders aangegeven.

Voorts is het hof van oordeel dat gezien de complexiteit van de strafzaken en de daaraan verbonden internationale aspecten in de arresten niet volstaan kan worden met de klassieke beantwoording van de rechtsvragen van de art 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).

Mede uitgenodigd door het openbaar ministerie en de verdediging zal het hof ten behoeve van de rechtsontwikkeling in meer algemene zin wat langer stilstaan bij en overwegingen wijden aan rechtsvragen, vooral verband houdend met de relatie tussen het Nederlands strafrecht en het internationaal strafrecht.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg op de voet van artikel 314a Sv en na wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep – het navolgende tenlastegelegd, waarbij het hof evenals de rechtbank, bij de feiten 1, 2, 4 en 6 bij de verschillende onderdelen letters heeft aangebracht, zodat de tenlastelegging luidt:

Feit 1. De internationale criminele organisatie

1.A.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 augustus 2004 tot en met 26 april 2010 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Schagen en/of Den Haag en/of Breda en/of Zeist, en/of elders in Nederland en/of in Sri Lanka en/of elders in de wereld, (als leider en/of bestuurder) (telkens) tezamen en in vereniging met [verdachte 3] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 5] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of een of meer ander(en), althans alleen, heeft deelgenomen (al dan niet zoals bedoeld in artikel 140 lid 4 Wetboek van Strafrecht) aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven (zoals bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht) (te weten het Bevrijdingsleger van Tamil Eelam (LTTE)) [zaaksdossier B00] te weten:

a.
a) het voorhanden hebben en/of overdragen van één of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 en 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of 5 van de Wet wapens en munitie) [zaaksdossier B04] en/of

b) het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

c) het opzettelijk en wederrechtelijk doen zinken en/of stranden en/of verongelukken en/of vernielen en/of onbruikbaar maken en/of beschadigen van een vaartuig en/of voertuig en/of luchtvaartuig, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (zoals bedoeld in artikel 168 WvSr) (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of
d) doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

e) de opzettelijke voorbereiding en/of bevordering van en/of samenspanning tot eerder vermelde misdrijven en/of

f) samenspanning tot moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289a van het Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07],

en/of

1.B.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2003 tot en met 26 april 2010 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Schagen en/of Den Haag en/of Breda en/of Zeist, en/of elders in Nederland en/of in Sri Lanka en/of elders in de wereld (als leider en/of bestuurder) (telkens) tezamen en in vereniging met [verdachte 3] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 5] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of een of meer ander(en), althans alleen, heeft deelgenomen (al dan niet zoals bedoeld in artikel 140 lid 4 Wetboek van Strafrecht) aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven (te weten het Bevrijdingsleger van Tamil Eelam (LTTE)) [zaaksdossier B00] te weten:

a. a) het werven voor gewapende strijd (op Sri Lanka), zonder toestemming van de Koning (zoals bedoeld in artikel 205 Wetboek van Strafrecht, met ingang van 10 augustus 2004) en/of

b) het onder de wapenen roepen en/of in militaire dienst nemen en/of gebruiken voor actieve deelname aan vijandelijkheden van kinderen beneden de vijftien jaar in een niet-internationaal gewapend conflict (op het grondgebied van Sri Lanka) (zoals bedoeld in artikel 6 lid 3 sub f van de Wet internationale misdrijven) [zaaksdossier B05] en/of

c) het gevangennemen en/of ernstig beroven van de lichamelijke vrijheid (van burgers in Sri Lanka) in strijd met fundamentele regels van internationaal recht, gepleegd als onderdeel van een wijdverbreide en/of stelselmatige aanval gericht tegen de/een (Tamil) burgerbevolking (op Sri Lanka) (zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 sub e van de Wet internationale misdrijven) [zaaksdossier B05] en/of

d) het voorhanden hebben en/of overdragen van één of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 en/of 31 lid 1 en 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie) [zaaksdossier B04] en/of

e) het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

f) het opzettelijk en wederrechtelijk doen zinken en/of stranden en/of verongelukken er/of vernielen en/of onbruikbaar maken en/of beschadigen van een vaartuig en/of voertuig en/of luchtvaartuig, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (zoals bedoeld in artikel 168 Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

g) doodslag, (zoals bedoeld in artikel 287 Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

h) moord (zoals bedoeld in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht) [zaaksdossier B07] en/of

i. i) de opzettelijke voorbereiding van eerder vermelde misdrijven

2 De nationale criminele organisatie

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2003 tot en met 26 april 2010 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Schagen en/of Den Haag en/of Breda en/of

Zeist en/of elders in Nederland (als leider en/of bestuurder) (telkens) tezamen en in vereniging met [verdachte 3] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 5] en/of een of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT