Uitspraak Nº 22-008470. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-10-28

ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:6226
Docket Number22-008470
Date28 Octubre 2022
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats Breda

raadkamernummer : 22-008470

datum : 28 oktober 2022

Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering

Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv) ingekomen ter griffie op 22 april 2022, in de zaak:

[verzoeker]

geboren op [geboortedag] 1977, te [geboorteplaats]

woonplaats kiezende ten kantore van mr. L.C. de Jager, Alexanderstraat 21, 2514 Den Haag

Verzoeker is [verzoeker] voornoemd.

1 De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:

 het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv ten laste van de Staat voor een bedrag van:

  • -

    € 85.285,62, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;

  • -

    € 6.286,25, voor vergoeding van kosten deskundige;

  • -

    € 35,15, voor vergoeding van reiskosten;

  • -

    te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;

  • -

    het vonnis van de meervoudige kamer van 24 januari 2022 waarbij verzoeker is vrijgesproken;

  • -

    de schriftelijke reactie van de officier van justitie.

Op 14 oktober 2022 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. S. Leeman en mr. L.C. de Jager als gemachtigd advocaat van verzoeker gehoord.

Verzoeker is behoorlijk opgeroepen maar niet bij de behandeling van het verzoek verschenen.

Namens verzoeker is aangevoerd dat verzoeker op 24 januari 2022 is vrijgesproken en daarom de toewijzing van bovengenoemde kosten vraagt. Desgevraagd heeft de advocaat in raadkamer toegelicht dat de kosten die door de deskundige zijn gefactureerd daadwerkelijk gedeeltelijk gemaakt zijn in de strafzaak. Hij heeft in raadkamer het verzoek gematigd van 50% naar 25% van het door de deskundige gefactureerde bedrag.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de kosten rechtsbijstand toewijsbaar zijn tot een bedrag van € 85.285,62. Ook de reiskosten en de forfaitaire vergoeding zijn toewijsbaar. Aanvankelijk heeft de officier van justitie geconcludeerd tot gehele afwijzing van de kosten ten behoeve van de deskundige. Na toelichting door de advocaat in raadkamer kan zij instemmen met toekenning van 25% van het totale...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT