Uitspraak Nº 22/1894. Rechtbank Den Haag, 2022-10-27
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2022:11262 |
Date | 27 Octubre 2022 |
Docket Number | 22/1894 |
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1894
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 oktober 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. D. Duijvelshoff),
en
de korpschef van politie (verweerder)
(gemachtigde: J.A. Buizer).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de oplegging van de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk strafontslag. Met het bestreden besluit van
10 februari 2022 op het bezwaar van eiser is verweerder bij het ontslagbesluit gebleven.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 15 september 2022 op zitting behandeld. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, alsmede door mr. [A] .
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser was sinds 2006 in dienst van verweerder, laatstelijk werkzaam als inspecteur in de functie [functienaam] . Verweerder heeft bij besluit van 1 september 2021 eiser onvoorwaardelijk strafontslag verleend vanwege niet integere en onprofessionele gedragingen. Eiser kan zich niet met het ontslag verenigen.
Wat ging aan deze zaak vooraf?
2. Bij eiser is op 27 januari 2010 een posttraumatische stresstoornis (PTSS) vastgesteld. Bij besluit van 25 april 2018 is deze PTSS erkend als beroepsziekte.
3. Op 25 februari 2020 heeft [B] (hierna te noemen [B] .), (ex-)partner van eiser, melding van agressief gedrag van eiser en aangifte van mishandeling en bedreiging door eiser, gedaan. Naar aanleiding hiervan zijn ten aanzien van eiser ordemaatregelen getroffen, is een strafrechtelijk onderzoek gestart en een disciplinair onderzoek ingesteld.
4. Op 22 juli 2020 is van het disciplinaire onderzoek een rapport uitgebracht.
5. Bij strafbeschikking van 12 augustus 2020 heeft de officier van justitie vastgesteld dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling, gepleegd in de periode van 29 mei 2018 tot en met 25 februari 2020, en verbale bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht/zware mishandeling, gepleegd in de periode van 1 oktober 2017 tot en met
25 februari 2020. Voor deze misdrijven is eiser een meldplicht en een behandelingsverplichting voor de duur van een jaar opgelegd.
Eiser heeft tegen de strafbeschikking geen rechtsmiddel ingesteld.
6. Op 29 januari 2021 heeft verweerder eiser een voornemen tot strafontslag wegens plichtsverzuim uitgereikt. Het plichtsverzuim bestaat uit de volgende gedragingen van eiser:
a. Het opzettelijk niet nakomen van de afspraak (mondeling) van de teamchef en de opdracht (schriftelijk) van het sectorhoofd om geen contact te zoeken met [B] ;
[D] Het uitschelden, bedreigen en mishandelen van [B] .;
c. Het uitschelden, dreigen haar het huis uit te zetten en financieel kapot te maken van (ex-partner) [C] (hierna te noemen [C] ), een (verbaal) dreigende houding aan te nemen en [C] te mishandelen door haar te slaan en haar keel dicht te knijpen;
d. Het uitschelden, een (verbaal) dreigende houding aan te nemen en (ex-partner en politieagent) [D] (hierna te noemen [D] ) te mishandelen door haar onder meer te slaan op haar kin;
e. Het niet melden van huiselijk geweld van eiser tegen een collega, te weten [D] ;
f. Het niet melden van huiselijk geweld tegen [C] en [B] .;
g...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT