Uitspraak Nº 22-4671. Rechtbank Gelderland, 2022-10-26

ECLIECLI:NL:RBGEL:2022:6054
Docket Number22-4671
Date26 Octubre 2022
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 22/4671


uitspraak van de voorzieningenrechter van

in de zaak tussen


[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. R.J. Verweij),

en

de burgemeester van Nijmegen

(gemachtigde: mr. C. van der Meijden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorlopige voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van de burgemeester van 18 augustus 2022 (bestreden besluit). Verzoekster exploiteert de [bedrijf] aan het [locatie] in [woonplaats] (de cafetaria). In het besluit heeft de burgemeester verzoeksters aanvraag van 6 juli 2022 om een exploitatievergunning voor de exploitatie van de cafetaria buiten behandeling gesteld omdat verzoekster niet tijdig alle gegevens heeft overgelegd die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Daarnaast heeft de burgemeester bij dit besluit een last onder bestuursdwang opgelegd die inhoudt dat verzoekster met ingang van 24 augustus 2022 om 10:00 uur de exploitatie van de cafetaria dient de beëindigen en beëindigd dient te houden.

1.1.

Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

1.2.

De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.

1.3.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 oktober 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de heer [verzoekster] , mevrouw [verzoekster] en [verzoekster] namens verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van burgemeester.

1.4.

Het onderzoek op zitting is geschorst om verzoekster in de gelegenheid te stellen om haar boekhouder overleg te laten voeren met de bibob-adviseur van de gemeente om duidelijkheid te verkrijgen over de stukken die nog moeten worden ingeleverd om tot een volledige aanvraag te komen. Daarnaast is de burgemeester in de gelegenheid gesteld om een aanvullend verweerschrift in te dienen.

1.5.

Op 17 oktober 2022 heeft de burgemeester een aanvullend verweerschrift met nader stukken ingediend. Ook verzoekster heeft nadere stukken ingediend.

1.6.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek (samen met een ander verzoek van verzoekster1) opnieuw op zitting behandeld op 21 oktober 2022 met behulp van een beeldbelverbinding. Hieraan hebben deelgenomen: de heer [verzoekster] , mevrouw [verzoekster] en [verzoekster] namens verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van burgemeester.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2.1.

De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Om dit te beoordelen beantwoordt hij aan de hand van de argumenten die verzoekster heeft aangevoerd, de zogenoemde gronden, of de burgemeester de aanvraag van 6 juli 2022 buiten behandeling heeft kunnen stellen en of de burgemeester een last onder bestuursdwang mocht opleggen vanwege het ontbreken van exploitatievergunning of een alcoholvergunning voor de cafetaria.

De achtergrond van de last onder bestuursdwang

3. De burgemeester heeft op 10 januari 2019 in verband met de overname van de cafetaria, aan de heer [verzoekster] en mevrouw [verzoekster] een exploitatievergunning verleend.

3.1.

Op 25 augustus 2021 heeft de burgemeester aan verzoekster een bestuurlijke waarschuwing gegeven in verband met een openbare orde incident.

Het voornemen tot een last onder bestuursdwang

3.2.

Op 21 juni 2022 heeft de burgemeester verzoekster meegedeeld dat hij van plan is om een last onder bestuursdwang op te leggen in verband met een overtreding van thans artikel 2.3.1.102 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente [woonplaats] (APV). Uit een administratieve controle in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) is gebleken dat de heer [verzoekster] met ingang van 1 maart 2022 uit de vennootschap onder firma is getreden. Daarnaast is uit deze controle gebleken dat de heer [verzoekster] in dit handelsregister met ingang van 22 maart 2022 staat geregistreerd als (toegevoegd) vennoot. Door zowel de uittreding van de heer [verzoekster] uit de vennootschap per 1 maart 2022 als de toetreding van de heer [verzoekster] tot de vennootschap per 22 maart 2022, is de exploitatievergunning, die op 10 januari 2019 is verleend, komen te vervallen. Er is zowel sinds 1 maart 2022 als 22 maart 2022 sprake van een gewijzigde exploitatie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT