Uitspraak Nº 2200037720. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-10

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2432
Docket Number2200037720
Date10 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

Rolnummer: 22-000377-20

Parketnummer: 10-108952-18

Datum uitspraak: 10 december 2020

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 januari 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

BRP-adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot hechtenis voor de duur van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en onder de bijzondere voorwaarde, als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:

1. primair

hij, op of omstreeks 24 december 2016 te Hoek van Holland grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig en/of onnadenkend de onder zijn, verdachte, gezag staande hond (zijnde een kruising tussen Pitbull en een Stafford) onvoldoende onder controle heeft gehad/gehouden, waardoor zijn hond tegen [slachtoffer] is opgesprongen en/of haar heeft aangevallen waardoor [slachtoffer] is gevallen en/of vervolgens in haar rechterarm is gebeten en/of vervolgens is meegesleurd in zijn, verdachte ¿s woning en/of in haar linkerarm werd gebeten en/of meermalen in haar arm(en) werd gebeten en/of in haar rechterbeen werd gebeten, waardoor het aan zijn, verdachtes, schuld te wijten is geweest dat [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere grote bijtwonden aan de rechter onderarm, slagaderletsel en gecompliceerde spaakbeen breuk, bijtwonden aan de linkeronderarm en hand met peesletsel aan de hand en een breuk van de pols, meerdere diepe bijtwonden in het rechterbeen tot in de spieren, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van [slachtoffer] is ontstaan

2.
subsidiair
hij op of omstreeks 24 december 2016 te Hoek van Holland, geen voldoende zorg heeft gedragen voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier, te weten een hond (zijnde een kruising tussen Pitbull en een Stafford), immers heeft hij, verdachte, voornoemd dier onaangelijnd en/of zonder halsband en/of zonder muilkorf los laten lopen en/of onvoldoende aangeroepen en/of weggetrokken, waardoor onvoldoende controle en/of toezicht over die hond mogelijk was, ten gevolge waarvan die hond een persoon, te weten, [slachtoffer], in haar arm(en) en/of haar rechterbeen heeft gebeten, terwijl verdachte wist dat voornoemde hond eerder een andere persoon had aangevallen en/of gebeten.

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld voor het primair tenlastegelegde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar en onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd geen hond(en) zal hebben/houden. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen tot een bedrag van € 20.000,- en aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag zal opleggen.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Vrijspraak primair tenlastegelegde

Het hof stelt vast dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en hoger beroep is gebleken dat de door verdachte gehouden hond Kaj, aangeefster meerdere malen heeft gebeten in haar armen en haar rechterbeen en dat aangeefster daardoor zeer ernstige letsels heeft opgelopen.

Verdachte was op 24 december 2016 reeds enige tijd eigenaar van zijn hond Kaj, een kruising tussen een Pitbull en een Stafford. Hij liet de hond buiten steeds gemuilkorfd rondlopen, omdat deze andere honden beet en verdachte de hond daar niet vanaf kon houden middels commando’s. Verdachte was aanwezig bij een eerder bijtincident in zijn woning, waarbij een bezoeker was gebeten die in een ruzie was verwikkeld.

Aangeefster was zelf de woning van verdachte binnen gegaan en op enig moment is een discussie ontstaan tussen verdachte en aangeefster. Aangeefster maakte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT