Uitspraak Nº 2200135819. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-17

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2430
Docket Number2200135819
Date17 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

Rolnummer: 22-001358-19

Parketnummer: 10-996517-18

Datum uitspraak: 17 december 2020

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 27 maart 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1983,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek van voorarrest, zodat na die aftrek nog 234 uren, subsidiair 117 dagen hechtenis, resteert.

Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:

1.
Hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 1 januari 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland en/of Turkije en/of Libanon en/of Irak en/of Syrië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

(telkens) zich of een ander opzettelijk middelen of inlichtingen heeft verschaft dan wel opzettelijk voorwerpen heeft verzameld, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of aan (een) ander(en) heeft verschaft,

die geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, dienden om geldelijke steun te verlenen aan het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten:

- deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven (art. 140a Wetboek van Strafrecht) en/of

- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk (art.157 en/of 176a jo art. 83 Wetboek van Strafrecht) en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot het in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf (zoals bedoeld in artikel 176b jo 96 lid 2 Wetboek van Strafrecht) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of

- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (art.288a en/of 289 jo art. 83 Wetboek van Strafrecht) en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot de in artikelen 288a en/of 289 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijven (zoals bedoeld in artikel 289a jo 96 lid 2 Wetboek van Strafrecht) (te) begaan met een terroristisch oogmerk,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n) alstoen aldaar (een geldbedrag(en) van

- USD 500,-- (op 20 juli 2016) en/of

- € 1.951,-- ( op 28 september 2016) en/of

- € 961,-- ( op 8 november 2016) en/of

- € 400,-- ( op 21 november 2016) en/of

- €3.500,- ( op 8 november 2016) en/of

althans één of meer (contante) geldbedrag(en) aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of (een) tussenperso(o)n(en) in Turkije en/of Libanon verzonden en/of doen toekomen en/of naar Turkije en/of Libanon verzonden, terwijl dit/deze (geld)bedrag(en) (telkens) bestemd was/waren om geldelijke steun te verlenen aan de gewapende Jihadstrijd en/of (een) strijder(s) van die gewapende Jihadstrijd in Syrië en/of Irak, in welke strijd terroristische misdrijven worden gepleegd, te weten ten behoeve van [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], zijnde (de)broer(s) van verdachte en/of (een) strijder(s) van de gewapende Jihadstrijd, te weten van (een) terroristische organisatie(s) IS en/of Al-Qaida dan wel een strijdgroep die hieraan is gelieerd, althans een gewapende Jihadistische strijdgroep, welke strijder(s) en/of strijdgroep(en)/organisatie(s) tot oogmerk had(den)/heeft/hebben het plegen van terroristische misdrijven, en/of aldus diende(n) om geldelijke steun en/of middelen te verlenen aan de gewapende strijd in Syrië en/of in Irak, in elk geval om geldelijke steun en/of middelen te verlenen aan het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf dan wel een van de hiervoor specifiek genoemde misdrijven;

2.
Hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 9 december 2016 te Utrecht en/of elders in Nederland en/of Turkije en/of Libanon en/of Irak en/of Syrië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,

(telkens) opzettelijk in strijd met het krachtens artikel 2 en/of 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel 2 en/of artikel 2a van de Sanctieregeling Al-Qaida 2011 juncto artikel 2 en/of artikel 4 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van de Europese Unie van 27 mei 2002 (jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 632/2013 van de Commissie en/of jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 583/2014 van de Commissie en/of jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 630/2014 van de Commissie) en/of juncto artikel 2 van de Verordening (EU) nr. 2016/1686 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2016 heeft gehandeld door aan of ten behoeve van Islamic State of Iraq en/of ISI en/of Islamic State in Iraq and the Levant en/of Al-Qaida (in Irak), zijnde (een) (rechts)perso(o)n(en), groep(en) of entiteit(en) als bedoeld in de bij Verordening nr. 881/2002 en/of Verordening (EU) nr. 2016/1686 (en/of Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 632/2013 en/of Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 583/2014 en/of Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 630/2014) behorende lijst(en) en/of als bedoeld in de lijst, vastgesteld door het comité, bedoeld in paragraaf 6 van Resolutie 1267 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

direct of indirect tegoeden en/of economische middelen ter beschikking te stellen (waardoor voornoemde groep(en) of entiteit(en) tegoeden, goederen of diensten kunnen verwerven) en/of bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben de bepalingen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 881/2002 te omzeilen, doordat hij en/of zijn medeverdachte(n)

( a) voor en/of aan en/of ten behoeve van Islamic State of Iraq en/of ISI en/of Islamic State in Iraq and the Levant en/of en/of Al-Qaida (in Irak) direct of indirect (een) één of meer geldbedrag(en) ter beschikking heeft/hebben gesteld van

- USD 500,-- (op 20 juli 2016) en/of

- € 1.951,-- ( op 28 september 2016) en/of

- € 961,-- ( op 8 november 2016) en/of

- € 400,-- ( op 21 november 2016) en/of

- € 3.500,- ( op 8 december 2016),

althans één of meer (geld)bedrag(en)

en/of

( b) op andere wijze (in)direct tegoeden en/of financiële activa en/of economische middelen ter beschikking heeft/hebben gesteld aan Islamic State of Iraq en/of ISI en/of Islamic State in Iraq and the Levant en/of Al-Qaida (in Irak);

3.
Hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode 1 november 2016 tot en met 9 december 2016 te Utrecht en/of elders in Nederland en/of Turkije en/of Libanon en/of Irak en/of Syrië, tezamen en in vereniging met (een) ander(en)...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT