Uitspraak Nº 2200465918. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2525
Docket Number2200465918
Date22 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

Rolnummer: 22-004659-18

Parketnummer: 09-809151-17

Datum uitspraak: 22 december 2020

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 16 november 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,

thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder

1. impliciet subsidiair en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren. Tevens is aan de verdachte de maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. Voorts is beslist omtrent het in beslag genomen voorwerp en de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2017 tot en met 26 augustus 2017 te 's-Gravenhage

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

[slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door:

- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, zeven maal, althans meermalen, in het hart en/of de longen, althans in de borststreek, van die [slachtoffer] te steken en/of

- haar meermalen en met kracht te stompen en/of slaan tegen het hoofd en/of tegen het lichaam en/of

- haar met kracht bij de keel/nek vast te pakken en/of

- haar keel met kracht dicht te drukken en/of dichtgedrukt te houden en/of

- haar (bij/aan haar keel) op te tillen en/of haar (vervolgens) op de grond te gooien;

2.
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2017 tot en met 30 augustus 2017 te 's-Gravenhage en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] heeft weggemaakt met het oogmerk het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen

door

het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] in een koffer te stoppen en/of vervolgens de koffer te verzwaren met beton en/of (vervolgens) deze koffer met daarin het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] in het water te gooien (in het Starnmeer ter hoogte van de Kogerpolderbrug).

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 impliciet primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 impliciet subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2017 tot en met 26 augustus 2017 te 's-Gravenhage

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

[slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door:

-met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, zeven maal, althans meermalen, in het hart en/of de longen, althans in de borststreek, van die [slachtoffer] te steken en/of

- haar meermalen en met kracht te stompen en/of slaan tegen het hoofd en/of tegen het lichaam en/of

- haar met kracht bij de keel/nek vast te pakken en/of

- haar keel met kracht dicht te drukken en/of dichtgedrukt te houden en/of

- haar (bij/aan haar keel) op te tillen en/of haar (vervolgens) op de grond te gooien;.


2.
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2017 tot en met 30 augustus 2017 te 's-Gravenhage en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] heeft weggemaakt met het oogmerk het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen

door

het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] in een koffer te stoppen en/of vervolgens de koffer te verzwaren met beton en/of (vervolgens) deze koffer met daarin het lijk en/of lichaam van [slachtoffer] in het water te gooien (in het Starnmeer ter hoogte van de Kogerpolderbrug).

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.

In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.

Nadere bewijsoverweging

Feiten en omstandigheden

Op 14 november 2017 wordt door het Landelijk Team Onderwater Zoekingen (LTOZ) in het water van het Noord-Hollands kanaal een koffer gevonden. Die avond wordt door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de koffer geopend en in de koffer wordt het lichaam van een vrouw aangetroffen dat voor circa de helft in beton is gestort. Het lichaam van de vrouw betrof het lichaam van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]). Met deze vondst kwam er een einde aan de zoektocht naar [slachtoffer] die was begonnen nadat [nabestaande], de zus van [slachtoffer], zich op 28 augustus 2017 bij de politie had gemeld met de mededeling dat haar zus was vermist. Zij had [slachtoffer] voor het laatst telefonisch gesproken op vrijdag 25 augustus 2017.

Naar aanleiding van de melding van vermissing van [slachtoffer] – die met de verdachte samenwoonde in een flatwoning aan [adres]– zijn camerabeelden uitgekeken. Deze beelden zijn gemaakt in de periode van 25 augustus 2017 te 19:00 uur tot en met maandag 28 augustus 2017 te 24:00 uur met beveiligingscamera’s in de flat waarin de woning is gevestigd. Hieruit is gebleken dat [slachtoffer] op 25 augustus 2017 om 20:18 uur de centrale hal van de flat binnenloopt, richting de lift loopt en vervolgens (vermoedelijk met de lift met de defecte camera) naar boven gaat. Het is – gelet op de wijze waarop de flat is beveiligd met camera’s - niet mogelijk om de flat te verlaten zonder dat dit in het zicht van de camera’s is en dus op de camerabeelden wordt vastgelegd. Op geen van de uitgekeken camerabeelden is [slachtoffer] vervolgens nog zichtbaar in beeld. De politie maakt hieruit op dat [slachtoffer] tot maandag 28 augustus 2017 om 24:00 uur de flat niet via de reguliere weg heeft verlaten.

Op de camerabeelden van zaterdag 26 augustus 2017 is te zien dat de verdachte driemaal het flatgebouw binnenloopt met telkens een grote zware papieren/kartonnen zak. Op 28 augustus 2017 te 04:44:47 uur is te zien dat de verdachte de lift ingaat met een steekkar. Op deze steekkar vervoert de verdachte een grote koffer. Vervolgens is te zien dat de verdachte om 04:45:33 uur het flatgebouw verlaat met die steekkar met daarop de koffer. Gelet op de houding van de verdachte en de wijze waarop hij de koffer vervoert, maken verbalisanten op dat de koffer zwaar moet zijn.

De politie doet onderzoek naar de ARS-gegevens van de Mercedes Benz Vito, kenteken [kenteken], waar de verdachte over beschikte in de periode van 25 augustus 2017 tot 11 oktober 2017. Uit deze ARS-gegevens komt naar voren dat de betreffende auto in de nacht van 30 augustus 2017 op de Kogerpolderbrug is geweest. Deze brug loopt over het Kogerpolderkanaal. Deze ARS-gegevens hebben er uiteindelijk toe geleid dat de koffer – met daarin het lichaam van [slachtoffer] – op 14 november 2017 is gevonden.

De rapportage naar aanleiding van het sectieonderzoek houdt het volgende in. Er zijn zeven steekletsels aan de borst, links vastgesteld. Deze steekletsels zijn allen ontstaan door bij leven opgetreden inwerking van uitwendig mechanisch scherprandig, snijdend en perforerend geweld, zoals bijvoorbeeld kan worden opgeleverd door messteken. Er waren in relatie met zes van deze letsels meerdere perforaties van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT