Uitspraak Nº 23-000312-22. Gerechtshof Amsterdam, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:GHAMS:2022:3082
Docket Number23-000312-22
Date27 Octubre 2022
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-000312-22

datum uitspraak: 27 oktober 2022

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 februari 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 96-188071-21 en 13-262710-18 (TUL) tegen

[verdachte01] ,

geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1992,

adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 oktober 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 21 juni 2021 te Purmerend, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 610 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewijsmotivering

De politierechter heeft het onderzoeksresultaat van de ademanalyse, te weten 610 µg/1, geschrapt uit de bewezenverklaring, teneinde te voorkomen dat op grond van artikel 123b Wegenverkeerswet 1994 het rijbewijs van de verdachte ongeldig zou worden verklaard. Zij was van oordeel dat de verdachte daardoor onevenredig hard zou worden getroffen.

De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot een (volledige) bewezenverklaring van het feit en heeft hiertoe aangevoerd dat het oordeel van de politierechter in strijd is met het recht.

Het hof overweegt als volgt.

Een rijbewijs verliest op grond van art. 123b, eerste lid, WVW 1994 van rechtswege zijn geldigheid indien aan de in die bepaling gestelde voorwaarden is voldaan. Daarvan is, kort gezegd, sprake in geval van recidive ter zake van met middelengebruik verband houdende verkeersdelicten. Het verlies van de geldigheid van het rijbewijs is daarbij het directe gevolg van het onherroepelijk worden van een tweede veroordeling voor zo’n delict binnen vijf jaar na een eerste veroordeling. De verdachte is op 31 januari 2019 veroordeeld voor rijden onder invloed, gepleegd op 26 november 2016. Een tweede veroordeling binnen een periode van vijf jaar waarbij het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan 570 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht– zoals in casu het geval is – heeft op grond van deze bepaling het rechtstreekse gevolg dat het rijbewijs van de verdachte zijn geldigheid verliest.

Alhoewel het hof begrijpt dat de verdachte door die bestuursrechtelijke reactie op een strafrechtelijke veroordeling zwaar wordt getroffen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT