Uitspraak Nº 23-000646-13. Gerechtshof Amsterdam, 2017-06-29

ECLIECLI:NL:GHAMS:2017:2504
Docket Number23-000646-13
Date29 Junio 2017
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

parketnummer: 23-000646-13

datum uitspraak: 29 juni 2017

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 januari 2013 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-529088-07 (zaak A) en 13-529176-06 (zaak B) tegen

[Sjaak B.] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

adres: [adres] .

Inhoudsopgave

1. Inleiding 4

1.1 Het onderzoek van de zaak 4

1.2 Opbouw arrest 4

1.3 De feiten waarvoor de verdachte is gedagvaard 5

1.4 Het vonnis waarvan beroep 6

1.5 Algemene inleiding 6

1.6 Kroongetuigen 8

1.6.1 Inleiding 8

1.6.2 De toetsing van de met de kroongetuigen gemaakte afspraak door de zittingsrechter 9

1.6.3 De verklaringen van kroongetuigen en het bewijs 11

Korte samenvatting hoofdstuk 1 13

2 De ontvankelijkheid van de officier van justitie 14

2.1 Het gevoerde verweer, ingedeeld in rubrieken 14

2.2 De eerste rubriek: de wijze waarop het Openbaar Ministerie vorm en inhoud heeft gegeven aan de bejegening en beloning van kroongetuigen 15

2.2.1 Standpunt verdediging 15

2.2.2 Beoordeling door het hof 19

2.3 De tweede rubriek: de mate van door het Openbaar Ministerie betrachte magistratelijkheid bij (het bijdragen aan) de waarheidsvinding 48

2.3.1 Het gevoerde verweer 48

2.3.2 Bespreking van het verweer 49

2.4 Eindconclusie 49

Korte samenvatting hoofdstuk 2 50

3 Het bewijs 51

3.1 Algemeen: getuigenverklaringen in de zaak Passage 51

Korte samenvatting hoofdstuk 3.1 56

3.2 [Peter la S.] : betrouwbaarheid van de door deze getuige afgelegde verklaringen 57

3.2.1 Inleiding 57

3.2.2 Enkele relevante bijzonderheden 59

3.2.3 “Zekerheidjes” 63

3.2.4 [Willem H.] -weglatingen 64

3.2.5 [Dino S.] ten onrechte belast? 67

3.2.6 De moord op Houtman en de gewelddadige dood van [slachtoffer 13] 72

3.2.7 De moord op [slachtoffer 13] 73

3.2.8 De moord op Houtman 78

3.2.9 De documenten op de laptop van [Peter la S.] 91

3.2.10 Tegenstrijdigheden tussen de verklaringen van [Peter la S.] en [Fred R.] 92

3.3 Conclusie 95

Korte samenvatting hoofdstuk 3.2 en 3.3 95

3.4 Overwegingen met betrekking tot het bewijs 96

3.4.1 Perugia en Agenda 96

3.4.2 Bilbao 98

3.4.3 Zaaksdossier wapenhandel 101

3.4.4 Criminele organisatie 105

Korte samenvatting hoofdstuk 3 105

4 Bewezenverklaring 106

4.1 Bewezenverklaring B1, 2 primair, 3 en 5 106

4.2 Redengeving bewijsgebruik kroongetuigen 107

5 Strafbaarheid van het bewezenverklaarde 108

6 Strafbaarheid van de verdachte 108

7 Oplegging van straf 109

7.1 De motivering van de op te leggen straf 109

7.2 De redelijke termijn 110

8 Benadeelde partijen 111

9 Beslag 112

10 Toepasselijke wettelijke voorschriften 113

11 BESLISSING 114

1 Inleiding
1.1

Het onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op de data zoals vermeld op het als bijlage I aan dit arrest gehechte overzicht, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis hebben de verdachte en het Openbaar Ministerie hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

1.2

Opbouw arrest

In dit arrest zijn de overwegingen en beslissingen van het hof opgenomen die in de strafzaak tegen de hierboven genoemde verdachte zijn gegeven. Het hof wijst heden ook arrest in de zaken van negen medeverdachten, die gelijktijdig in hoger beroep terecht hebben gestaan. De gelijktijdige behandeling van deze strafzaken, in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het hof is ook wel bekend geworden onder de noemer van het Liquidatieproces Passage.

Omdat de aan het hof ter beoordeling en beslissing voorliggende vorderingen, verweren en uitdrukkelijke onderbouwde standpunten in deze formeel op zichzelf staande zaken onmiskenbaar onderlinge verwevenheid vertonen, heeft dat gevolgen voor de wijze waarop het hof zijn overwegingen en beslissingen heeft ingericht.

Vanzelfsprekend gaat het in dit arrest om de beslissingen die in de zaak van de verdachte door het hof gegeven dienen te worden. Die verwevenheid van zaken brengt voor de lezer van dit arrest echter mee dat de beschouwingen van het hof op onderdelen breder zullen zijn dan wat door hem op grond van wat in de zaak is aangevoerd strikt genomen wordt verwacht.

Omwille van de leesbaarheid zal het hof de als verdachten en getuigen figurerende personen zoveel mogelijk met hun naam in plaats van met hun status van verdachte/getuige aanduiden.

In het belang van de lezer volgt op de meer substantiële overwegingen en beslissingen van het hof een korte samenvatting daarvan, steeds weergegeven in cursief. Met het ook opnemen van die korte samenvattingen beoogt het hof het belang van de lezer bij snelle en laagdrempelige kennisneming zoveel mogelijk te dienen. Gelet op het met dat samenvatten nagestreefde doel behoeft geen nader betoog dat deze nimmer dragend kunnen zijn voor de daaraan voorafgaand weergegeven overweging en beslissing.

In het hoofdstuk “Het bewijs” is steeds de essentie van de tot bewezenverklaring of vrijspraak strekkende redenering en beslissing opgenomen. Waar nodig en gewenst is in bewijsoverwegingen met behulp van voetnoten verwezen naar de vindplaatsen van de bewijsmiddelen in het (papieren en digitale) dossier.

Voor zover wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft het telkens processen-verbaal die in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Indien een proces-verbaal van politie voor fotokopie conform is getekend dan staat dit proces-verbaal op gelijke voet met een origineel proces-verbaal en is de aanduiding ervan identiek. Voor zover het bewijsmiddel een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, is het telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.

De gebezigde bewijsmiddelen zijn opgenomen in een bij dit arrest gevoegde bijlage.

1.3

De feiten waarvoor de verdachte is gedagvaard

Voor de tenlastelegging wordt verwezen naar bijlage II.

Kort gezegd wordt de verdachte verweten:

Zaak A:

1. zaaksdossier Perugia

de medeplichtigheid aan of bij de moord op Thomas van der Bijl, gepleegd op 20 april 2006 te Amsterdam, door levering van een vuurwapen met bijbehorende munitie;

2. zaaksdossier Agenda

de medeplichtigheid aan of bij de moord op Cees Houtman, gepleegd op 2 november 2005, door levering van vuurwapens met bijbehorende munitie, subsidiair voorbereiding van de moord op Cees Houtman;

3. zaaksdossier Bilbao

het voorhanden hebben in vereniging van een grote hoeveelheid vuurwapens en munitie, op 31 januari 2003 te Vinkeveen.

Zaak B:

1. zaaksdossier Wapen

het voorhanden hebben van twee vuurwapens en munitie op 13 februari 2007 te Amsterdam;

2. zaaksdossier Wapenhandel

het medeplegen van handel in vuurwapens, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte van heeft gemaakt, subsidiair de voorbereiding van wapenhandel, in de periode van 1 januari 2003 tot en met 13 februari 2007;

3. zaaksdossier Wapen

het voorhanden hebben van gas/alarmpistolen, in de periode van 1 januari 2004 tot en met 13 februari 2007;

4. zaaksdossier Perugia

de medeplichtigheid aan of bij pogingen tot moord op Thomas van der Bijl, in de periode van 1 september 2005 tot en met 20 april 2006, door vuurwapens en munitie te verschaffen;

5. zaaksdossier Agenda

het overdragen van twee vuurwapens, een Glock en een Kalasjnikov, met bijbehorende munitie, aan [Jesse R.] , in de periode van 1 september 2005 tot en met 2 november 2005.

6. criminele organisatie

de deelneming aan een criminele organisatie gericht op het plegen van moorden en vuurwapendelicten van 1 januari 2004 tot en met 3 augustus 2006.

1.4

Het vonnis waarvan beroep

Het hof heeft vanzelfsprekend het wettelijke concept van het voortbouwend appel onder ogen gezien, in het bijzonder de mogelijkheid van (gedeeltelijke) bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Echter, reeds gelet op het aantal zaken dat onder de noemer “Passage” gelijktijdig door het hof is behandeld, de overlap tussen onderdelen van die zaken en gelet op het feit dat in het onderzoek van de zaak in hoger beroep aan de hand van een almaar uitdijend dossier een nader uitgebreid feitenonderzoek is verricht, zal het hof het vonnis waarvan beroep reeds op praktische gronden vernietigen en opnieuw recht doen.

1.5

Algemene inleiding

Moord en doodslag zijn van alle tijden. Wordt de samenleving tegenwoordig regelmatig in beroering gebracht door moorden, vaak op klaarlichte dag gepleegd volgens het stramien van excessief vuurwapengeweld, wegvluchtende lieden en een achtergelaten brandende vluchtauto, dit patroon heeft zich ook in het verleden voltrokken. Voor zowel heden als verleden is in dit verband bovendien kenmerkend dat deze moorden zijn gelieerd aan het milieu van zware georganiseerde criminaliteit. Dit blijkt niet alleen uit de wijze waarop deze moorden worden gepleegd, maar ook uit de verbinding die naar dat milieu kan worden gelegd. Over de band van de personen van de slachtoffers en/of de kring van personen die door politie en justitie voor die moorden verantwoordelijk wordt gehouden. Voor deze buitencategorie van ernstige misdrijven – in de volksmond: liquidaties – is kenmerkend dat de opsporing en strafvervolging sterk worden bemoeilijkt door het zeer geringe aantal personen dat in staat en bereid blijkt om hun wetenschap over het een en ander onvoorwaardelijk prijs te geven.

En als de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT