Uitspraak Nº 23-001063-17. Gerechtshof Amsterdam, 2019-02-27

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:587
Date27 Febrero 2019
Docket Number23-001063-17
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-001063-17

datum uitspraak: 27 februari 2019

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 maart 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-971001-15 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

25 mei 2018, 16 en 17 januari 2019 en 13 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Noord-Holland veroordeeld voor de feiten 1, 2 en 3 primair.

Tegen het vonnis van de rechtbank heeft de officier van justitie onbeperkt hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2019 aangegeven dat

de appelschriftuur aldus moet worden uitgelegd dat het hoger beroep is gericht tegen de gedeeltelijke vrijspraak van feit 3 en de strafoplegging. De advocaat-generaal heeft verzocht het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep voor zover het is gericht tegen de feiten 1 en 2. De raadsman van de verdachte heeft te kennen gegeven dat de verdediging zich niet zal verzetten tegen een beperking van het hoger beroep van het openbaar ministerie tot feit 3 en de strafoplegging.

Nu uit de mededelingen van de raadsman van de verdachte blijkt dat de verdediging geen bezwaar heeft tegen het beperken van het hoger beroep van het openbaar ministerie, zal het hof op de voet van artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep voor zover gericht tegen de feiten 1 en 2.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep aan de orde, ten laste gelegd dat:


3 primair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 september 2012 tot en met

9 maart 2015 te Vleuten en/of te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, en/of meermalen (telkens) opzettelijk verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens)

één of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of

lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B

(4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine),

zijnde (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3 subsidiair:

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 september 2012 tot en met

9 maart 2015 te Vleuten en/of te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van één of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B

(4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine),

zijnde (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans een of meer andere middel(en) vermeld op die lijst 1 behorende bij de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens) een of meer ander(en) heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,

hebbende verdachte en/of zijn mededader(s),

(telkens) een onbekende) hoeveelheid van die MDMA en/of lysergide (LSD) en/of cocaïne en/of amfetamine en/of mephedrone en/of 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine) en/of andere materialen van lijst T van de Opiumwet te koop aangeboden en/of ter verzending aan het buitenland aangeboden, (al dan niet via de online marktplaats(en), onder meer via Silk Road en/of Silk Road 2.0 en/of Agora en/of Evolution) onder een of meerdere schuilna(a)m(en) (zijnde [naam 2] en/of [naam 1] en/of [naam 3] en/of [naam 4]).

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Overwegingen ten aanzien van feit 3

De verdachte heeft verklaard dat hij zich vanaf 20 februari 2015 bezig heeft gehouden met handelen in drugs. Een aantal van zijn vrienden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT