Uitspraak Nº 23-001329-21. Gerechtshof Amsterdam, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:GHAMS:2022:3053
Docket Number23-001329-21
Date27 Octubre 2022
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-001329-21

datum uitspraak: 27 oktober 2022

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-084037-19 (zaak A), 96-233138-18 (zaak B), 13-059495-19 (zaak C) en 96-237945-18 (zaak D) tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 oktober 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem is tenlastegelegd in zaak A onder 1 en 2, in zaak B onder 2 en in zaak C onder 1 primair en subsidiair. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissingen tot vrijspraak.

Tenlasteleggingen

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging en voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, is aan de verdachte tenlastegelegd dat:

in zaak B:

1


primair

hij op of omstreeks 22 september 2018 te Amsterdam een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 8,0 microgram THC per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde;

subsidiair

hij op of omstreeks 22 september 2018 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten THC, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;

in zaak C:

2
hij op of omstreeks 3 oktober 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op een of meer openbare wegen te Amsterdam (van de Amstelveenseweg naar Groeneveen), als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
3
hij op of omstreeks 3 oktober 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 3,7 microgram THC per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemde Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde;
4
hij op of omstreeks 3 oktober 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, als bestuurder van een (personen)auto, daarmee rijdende over de weg (van de Amstelveenseweg te Amsterdam naar Groeneveen te Amsterdam), zich zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd

bestaande dat gedrag hieruit:

verdachte heeft gereden van de Amstelveenseweg te Amsterdam naar Groeneveen te Amsterdam,

- terwijl hij reed met een ongeldig verklaard rijbewijs en/of

- terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 lid 5 van de Wegenverkeerswet 1994

verdachte heeft (daarbij) (meermalen) met een snelheid die (veel) hoger was dan de ter plaatse toegestane snelheid, in elk geval met een snelheid die (veel) te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse gereden,

verdachte is (daarbij) (meermalen) in strijd met het gestelde in artikel 68 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet gestopt voor een in zijn richting gekeerd en/of voor het in zijn rijrichting geldend rood uitstralend verkeerslicht en/of negenoog,

verdachte heeft (daarbij) (meermalen) in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een doorgetrokken streep overschreden,

verdachte heeft (daarbij) (meermalen) in strijd met het gestelde in artikel 77 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een verdrijvingsvlak gebruikt,

verdachte heeft (daarbij) (meermalen) in strijd met het gestelde in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet zoveel mogelijk rechts gehouden, immers heeft hij gereden op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer,

verdachte heeft (daarbij) (meermalen) in strijd met het gestelde in artikel 43 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (zonder dat zich een noodgeval voordeed) de vluchtstrook gebruikt,

verdachte heeft (daarbij) (meerdere) stoptekens als bedoeld in artikel 83 van Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 genegeerd,

verdachte heeft, rijdende op de Rijksweg A10, met een personenauto met hoge snelheid ingereden en/of aangereden en/of gebotst op/tegen het dienstvoertuig waarin [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] zaten en/of heeft verdachte het dienstvoertuig, waarin die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] zaten, getracht van weg te drukken en/of te rijden;

5
hij op of omstreeks 3 oktober 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet
...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT