Uitspraak Nº 23-003173-17. Gerechtshof Amsterdam, 2018-08-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2018:4052
Date14 Agosto 2018
Docket Number23-003173-17
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 23-003173-17

Datum uitspraak: 14 augustus 2018

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 augustus 2017 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer

15-700421-15 tegen de veroordeelde:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,

adres: [adres].

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 36.782,24.

De veroordeelde is bij – inmiddels onherroepelijk – vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 augustus 2017 veroordeeld ter zake van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, eerste lid onder B van de Opiumwet gegeven verbod en diefstal in de periode van 15 april 2015 tot en met 23 juni 2015.

Voorts heeft de politierechter in de rechtbank Noord-Holland bij vonnis van 25 augustus 2017 de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 36.782,24 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen laatstgenoemd vonnis.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de veroordeelde en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere motivering van de beslissing komt dan de politierechter.

Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting wordt opgelegd tot betaling aan de Staat van € 36.782,24 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De advocaat-generaal heeft hierbij het standpunt ingenomen dat de veroordeelde één oogst heeft gehad.

De raadsman heeft zich in hoger beroep primair op het standpunt gesteld dat de veroordeelde geen wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gehad, omdat er helemaal geen verdiensten uit een oogst zijn geweest. Hij heeft daartoe namens de veroordeelde aangevoerd dat de planten waren aangetast door schimmel en andere problemen, waardoor de hennepplanten niet tot wasdom hebben kunnen komen. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de elektriciteitskosten van de opbrengst in mindering dienen te worden gebracht. Deze kosten zijn thans nog niet door de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT