Uitspraak Nº 23-004431-18. Gerechtshof Amsterdam, 2019-09-25

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:3434
Docket Number23-004431-18
Date25 Septiembre 2019
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-004431-18

datum uitspraak: 25 september 2019

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 7 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer

15-175354-18 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

11 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 3 september 2018 te Haarlem, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf], weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, het benzinestation is binnengelopen en vervolgens een (groot) mes heeft getoond aan voornoemde [slachtoffer] en/of daarbij heeft geroepen 'geld, kassa openmaken', althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of vervolgens op de balie is gesprongen en/of heeft geprobeerd de kassa te openen door op het scherm van die kassa te drukken terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op 3 september 2018 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf], weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, het benzinestation is binnengelopen en vervolgens een groot mes heeft getoond aan [slachtoffer] en daarbij heeft geroepen 'geld, kassa openmaken' en vervolgens op de balie is gesprongen en heeft geprobeerd de kassa te openen door op het scherm van die kassa te drukken terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep ontslag van alle rechtsvervolging bepleit op grond van vrijwillige terugtred omdat de verdachte er zelf voor zou hebben gekozen zijn poging te staken.

Het hof overweegt als volgt.

Uit de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] en de beschrijving van de camerabeelden leidt het hof af dat de verdachte – alvorens bij het benzinestation [bedrijf] naar binnen te gaan – zich daar ongeveer twintig minuten heeft opgehouden, als ware hij een rustig moment aan het afwachten. De verdachte is vervolgens, met een capuchon over zijn hoofd en met een in zijn mouw verstopt groot mes, doelgericht het benzinestation binnen gegaan en heeft zich naar de kassa begeven. Aldaar heeft de verdachte het mes getoond aan de aangeefster en geroepen ‘geld, kassa openmaken’ waarna hij op de balie is gesprongen. Gehurkt op de balie heeft de verdachte geprobeerd de kassa te openen door met zijn hand op verschillende knoppen op het scherm van de kassa te drukken. Toen de kassa niet open ging, heeft de verdachte rennend de winkel verlaten.

Uit het voorgaande leidt het hof af dat louter de omstandigheid dat de verdachte er niet in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT