Uitspraak Nº 23-004451-16. Gerechtshof Amsterdam, 2018-04-17

ECLIECLI:NL:GHAMS:2018:1285
Docket Number23-004451-16
Date17 Abril 2018
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-004451-16

datum uitspraak: 17 april 2018

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-194347-16 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,

adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2016 tot en met 22 september 2016 te Heemskerk en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door een website [website] te bouwen en/of (vervolgens) online te zetten en/of via deze website een online dossier over stalking gepleegd door die [slachtoffer] openbaar te maken en/of op deze website incidenten met betrekking tot die [slachtoffer] te melden, en/of op deze website beschuldigingen aan het adres van die [slachtoffer] te plaatsen over het terroriseren van de buurt met vernielingen, bedreigingen, mishandelingen en intimidatie;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Geldigheid van de inleidende dagvaarding

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer opgeworpen dat de feitelijke uitwerking in de tenlastelegging van de kwalificatieve term “tenlastelegging van een bepaald feit” niet een voldoende duidelijk te onderkennen concrete gedraging aanwijst. Hij heeft daaraan, mogelijk geïnspireerd door de overweging van de Hoge Raad in de laatste volzin van rechtsoverweging 3.2.3 in HR 29 september 2009, NJ 2009, 541, de conclusie verbonden dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Hieromtrent, en voor zover hij met het verweer tevens de begrijpelijkheid van de tenlastelegging aan de orde heeft willen stellen, geldt - naar het oordeel van het hof - het volgende.

De tenlastegelegde “tenlastelegging van een bepaald feit” is, na de wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, feitelijk uitgewerkt als:

een website [website] te bouwen en/of (vervolgens) online te zetten en/of via deze website een online dossier over stalking gepleegd door die [slachtoffer] openbaar te maken en/of op deze website incidenten met betrekking tot die [slachtoffer] te melden, en/of op deze website beschuldigingen aan het adres van die [slachtoffer] te plaatsen over het terroriseren van de buurt met vernielingen, bedreigingen, mishandelingen en intimidatie.

Aan de raadsman kan worden toegegeven dat deze feitelijke omschrijving niet zeer concreet is. De tenlastelegging moet echter worden gelezen tegen de achtergrond van het dossier. Daarin is opgenomen welke concrete incidenten en beschuldigingen op de website zijn vermeld. Hieruit kan in onderling verband en samenhang worden afgeleid om welke duidelijk te onderkennen concrete gedragingen het hier gaat. Tijdens het onderzoek van de zaak ter terechtzitting in hoger beroep is daarenboven ook niet het verweer gevoerd, noch is anderszins gebleken, dat het voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT