Uitspraak Nº 23-006369-08. Gerechtshof Amsterdam, 2017-10-03

ECLIECLI:NL:GHAMS:2017:3988
Date03 Octubre 2017
Docket Number23-006369-08
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-006369-08

datum uitspraak: 3 oktober 2017

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 28 november 2008 in de strafzaak onder parketnummer 15-634049-06 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,

adres: [adres 3] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 juli 2011, 7 oktober 2011, 10 december 2012, 15 januari 2014, 30 augustus 2017 en 19 september 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank Haarlem vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde, voor zover

dat ziet op het van geldbedragen (onder meer voor vakanties) gebruik maken en van het onder 3 tenlastegelegde, voor zover dat ziet op het valselijk opmaken of vervalsen van een werkgeversverklaring en twee, althans één loonafrekening(en) door daarin valselijk en/of in strijd met de waarheid te vermelden onderscheidenlijk dat zij in dienst is sinds 01-02-2004 tegen een bruto salaris van 4000 euro per maand in de functie debiteurenbeheer en dat zij in dienst is sinds 01-02-2004 tegen een bruto salaris van 4000 euro per maand in de functie acquisitie buitendienst. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen deze in het vonnis waarvan beroep gegeven deelvrijspraken.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep aan de orde, ten laste gelegd dat:

1.
zij in of omstreeks de periode van 5 t/m 6 april 2006, althans in of omstreeks de periode van

17 januari 2006 tot en met 6 april 2006, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten

- een geldbedrag van 110.950 euro,

- 21 horloges (van onder meer de merken Audemars Piquet, Cartier en Rolex) met een gezamenlijke waarde van (in ieder geval) ongeveer 72.000 euro, althans een aanzienlijke waarde,

- een Volkswagen Touareg personenauto, althans een geldbedrag van 48.000 euro en/of

- een geldbedrag van ongeveer 62.700, althans enig geldbedrag (zijnde het tegoed op aan verdachte en/of verdachtes mededader toebehorende bankrekeningen)

hebben/heeft verworven, voorhanden hebben/heeft gehad, hebben/heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten (grote) geldbedragen (onder meer voor vakanties), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader wist dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf;

2.
zij in of omstreeks de periode van 3 maart t/m 16 juni 2004 te Amsterdam, Amstelveen, De Meern en/of Den Haag, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld,

immers heeft verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

- ( via een tussenpersoon [tussenpersoon] ) een aanvraag voor een hypothecaire lening tot een bedrag van 237.000,- euro indiend bij [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] ;

- tijdens het acceptatieproces een (valse of vervalste) werkgeversverklaring van [bedrijf 3]

alsmede een kopie van een (valse of vervalste, althans onware) loonafrekening (d.d. 26 februari 2004) aangeleverd;

- zich (hiermee) voorgedaan als beschikkend over een vast (legaal) inkomen, groot genoeg om voor de gevraagde hypothecaire lening in aanmerking te komen, waardoor [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] werd(en) bewogen tot het offreren en/of aangaan van een hypothecaire lening;

3.
zij in of omstreeks de periode van 26 februari t/m 16 maart 2004 te Amsterdam

- een aanvraagformulier hypotheek,

zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid vermeld:

- dat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of een aanstelling in vaste dienst is aangegaan met een bruto jaarsalaris van 48.000 euro (in de functie van aquisitie buitendienst) (met datum indiensttreding 01-02-2004),

zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Bespreking van gevoerde verweren met betrekking tot het voorbereidend onderzoek

Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman zich aangesloten bij het betoog van de raadsvrouw in de zaak tegen de medeverdachte [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) onder parketnummer 23-006370-08,

in wiens zaak het hof eveneens op 3 oktober 2017 uitspraak heeft gedaan. Daarin zijn de door de raadsvrouw van de medeverdachte gevoerde verweren verworpen. Het hof volstaat hier met een verwijzing naar die beslissing en de motivering daarvan. Een kopie van het arrest in de zaak tegen [bedrijf 3] onder voormeld parketnummer is aan dit arrest gehecht (zie bijlage).

De raadsman heeft naast de voormelde verweren betoogd dat wegens vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in

de vervolging van de verdachte, subsidiair bewijsuitsluiting moet worden toegepast, althans dat strafvermindering moet volgen. Daartoe heeft hij aangevoerd dat:

  • -

    i) de doorzoeking van de woning van de verdachte op 5 april 2006 onrechtmatig is geweest, omdat de door de verdachte gegeven toestemming tot het verrichten van een onderzoek in haar woning niet inhield een toestemming tot doorzoeking;

  • -

    ii) het opvragen van bankgegevens en reisgegevens van de verdachte op 23 mei 2005 en

2 februari 2006 onrechtmatig was, omdat niet valt in te zien hoe die gegevens kunnen bijdragen aan het onderzoek naar betrokkenheid bij de diamantroof waarvan haar ex-echtgenoot [bedrijf 3] werd verdacht;

  • -

    iii) de verdachte zonder wettelijke grondslag of onderzoeksbelang gedurende bijna een jaar stelselmatig is geobserveerd;

  • -

    iv) door de rechter-commissaris in 2005 en 2006 - gedurende een jaar - ten onrechte tapmachtigingen zijn verleend, omdat hij bij gebreke van een redelijk vermoeden van

schuld in redelijkheid niet kon komen tot het verlenen van die machtigingen.

Het hof verwerpt deze verweren omdat (i) de doorzoeking op 5 april 2006 in de woning van de verdachte blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 11 mei 2006, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , heeft plaatsgevonden op de voet van artikel 110 Wetboek van Strafvordering onder leiding van de rechter-commissaris (bijlage 12), zodat het al dan niet verleend zijn van toestemming door de verdachte op de rechtmatigheid van de doorzoeking niet van invloed is, (ii) een onderzoek naar de (wijzigingen in en details van de) financiën en uitgaven van de verdachte – die nog nauwe contacten onderhield met de medeverdachte [bedrijf 3] – weldegelijk kon bijdragen aan genoemd onderzoek waarin [bedrijf 3] verdachte was, omdat daarin immers sprake was van een grote nog niet teruggevonden buit, (iii) hetgeen de raadsman heeft aangevoerd niet aannemelijk maakt dat de desbetreffende, zich bij de BOB-stukken van het dossier bevindende, van bijlagen voorziene en ook overigens gemotiveerde bevelen op ontoereikende of buitenwettelijke gronden zijn verleend. Het hof merkt daarbij op dat het hem is opgevallen dat in het dossier waarover het hof beschikt de processen-verbaal van de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] van 11 oktober 2005 waarin de aanvragen

tot verlenging van het bevel stelselmatige observatie ex art. 126g Wetboek van Strafvordering betreffende de verdachte en haar medeverdachte [bedrijf 3] in die zin zijn omgewisseld, dat het proces-verbaal dat ziet op het verlengingsbevel betreffende de verdachte is gehecht aan het verlengingsbevel betreffende medeverdachte [bedrijf 3] en andersom. Het hof verwerpt het verweer onder (iv) op de gronden zoals weergegeven in de hier als herhaald en ingelast te beschouwen overwegingen van de rechtbank in het vonnis waarvan beroep op bladzijde 3. Een kopie van het vonnis is aan dit arrest gehecht (zie bijlage).

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Bespreking van de gevoerde bewijsverweren

De inhoud van de verweren

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde witwassen, omdat de verdachte over ruim voldoende legale inkomsten beschikte om haar bezit en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT