Uitspraak Nº 257610 FZ RK 14-113 en 269676 FZ RK 14-2032. Rechtbank Gelderland, 2016-02-05

ECLIECLI:NL:RBGEL:2016:721
Date05 Febrero 2016
Docket Number257610 FZ RK 14-113 en 269676 FZ RK 14-2032
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Team familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Zutphen

Zaaknummers: 257610 FZ RK 14-113 en 269676 FZ RK 14-2032

beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 5 februari 2016

in de zaak tussen:

[verzoeker] ,

wonende te [plaats ] ,

verzoeker, hierna te noemen [verzoeker] ,

advocaat: eerst mr. I.P. Rietveld te Arnhem,

later: mr. M. de Jonge te Apeldoorn

en

[verweerder] ,

wonende te [plaats ] ,

verweerder, hierna te noemen [verweerder] ,

advocaat: mr. F.E. van Nisselrooij te Zutphen .

1 Het procesverloop
1.1.

Dit verloop blijkt uit:

  1. het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 14 januari 2014;

  2. het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek met bijlagen, ingekomen op 9 april 2014;

  3. het verweerschrift tegen het zelfstandig verzoek, tevens vermeerdering van verzoek met bijlagen, ingekomen op 3 juli 2014;

  4. het verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 30 juli 2014;

  5. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 27 augustus 2014;

  6. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 28 augustus 2014;

  7. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 4 december 2014;

  8. et journaalbericht met bijlage van mr. Van Nisselrooij van 5 december 2014;

  9. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 10 december 2014;

  10. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 11 december 2014;

  11. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 12 december 2014;

  12. het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 12 december 2014;

  13. het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 12 december 2012;

  14. het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting op 15 december 2014;

  15. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 19 december 2014;

  16. de akte depot van producties in civiele procedure van 22 december 2014;

  17. het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 16 januari 2015;

  18. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 8 mei 2015;

  19. het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 18 mei 2015;

  20. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 18 mei 2015;

  21. het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting van 21 mei 2015, tevens bevattend het proces-verbaal van getuigenverhoor gehouden op 21 mei 2015;

  22. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 2 juni 2015;

  23. het journaalbericht met bijlagen van mr. De Jonge van 4 juni 2015;

  24. het journaalbericht met bijlage van mr. Van Nisselrooij van 10 juni 2015;

  25. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 11 juni 2015;

  26. de brief van de griffier van deze rechtbank aan partijen van 14 juli 2016;

  27. het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 7 september 2015;

  28. het journaalbericht van mr. Van Nisselrooij van 9 september 2015;

  29. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 21 september 2015;

  30. het journaalbericht met bijlage van mr. Van Nisselrooij van 22 september 2015;

  31. het journaalbericht met bijlagen van mr. Van Nisselrooij van 11 oktober 2015;

  32. het journaalbericht met bijlage van mr. De Jonge van 12 oktober 2015;

  33. het journaalbericht met bijlage van mr. Van Nisselrooij van 23 oktober 2015.

Ter terechtzitting van 7 september 2015, waarbij twee getuigen zijn gehoord, is de zaak aangehouden voor uitlating partijen. Nu partijen enkel is gevraagd om een reactie naar aanleiding van de getuigenverhoren, zal de rechtbank de producties bij de nadien gewisselde stukken niet in de overwegingen betrekken en de inhoud van die gewisselde stukken slechts meenemen voor zover deze een reactie op de getuigenverhoren bevatten.

2 De feiten
2.1.

[verzoeker] en [verweerder] , die de Nederlandse nationaliteit bezitten, zijn op [2013] te [plaats ] een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan in de wettelijke gemeenschap van goederen.

3 Het verzoek
3.1.

[verzoeker] verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

primair:

  1. het geregistreerd partnerschap aangegaan op [2013] te [plaats ] te vernietigen;

  2. te bepalen dat [verweerder] aan [verzoeker] een bedrag van € 39.185,-- dient te betalen wegens zijn betaling aan het pand aan de [adres 1 te plaats] alsmede de helft van de door hem ontvangen huurpenningen;

subsidiair:

het geregistreerd partnerschap aangegaan op [2013] te ontbinden;

de verdeling van de tussen partijen bestaand hebbende gemeenschap conform het gestelde in punt 17 van het verzoekschrift vast te stellen.

3.2.

Op de stellingen die [verzoeker] aan zijn verzoeken ten grondslag heeft gelegd zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan

4 Het verweer tevens zelfstandig verzoek
4.1.

[verweerder] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot het verzoek om het geregistreerd partnerschap te ontbinden en verzoekt de rechtbank om [verzoeker] in zijn andere verzoeken niet ontvankelijk te verklaren dan wel hem deze te ontzeggen.

4.2.

[verweerder] verzoekt de rechtbank voorts bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de tussen partijen bestaande gemeenschap bij helfte dient te worden verdeeld en, voor het geval [verzoeker] zijn verzoekschrift zou intrekken, verzoekt [verweerder] de rechtbank eveneens om het geregistreerd partnerschap te ontbinden.

4.3.

Op de stellingen die [verweerder] aan zijn verweer en verzoek en ten grondslag heeft gelegd zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan

5 Het verweer op het zelfstandig verzoek
5.1.

[verzoeker] verzoekt dat de rechtbank het zelfstandige verzoek ten aanzien van de verdeling bij helfte zal afwijzen en refereert zich aan het zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap.

5.2.

[verzoeker] vermeerdert zijn verzoek met het verzoek om het geregistreerd partnerschap primair nietig te verklaren.

5.3.

Op de stellingen van [verzoeker] zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan

6 Het verweer op het vermeerderd verzoek
6.1.

[verweerder] verzoekt de rechtbank om [verzoeker] in zijn verzoeken niet ontvankelijk te verklaren althans hem deze te ontzeggen.

6.2.

Op de stellingen van [verweerder] zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

7 De beoordeling

(nietig en vernietiging)

7.1.

[verzoeker] verzoekt de rechtbank primair het geregistreerd partnerschap nietig te verklaren op grond van artikel 1:80a lid 7 Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:71 lid 2 BW, nu [verzoeker] heeft gedwaald omtrent de persoon van [verweerder] . Subsidiair verzoekt [verzoeker] vernietiging van het geregistreerde partnerschap op grond van dwaling (artikel 6:228 BW) cq. bedrog (artikel 3:44 BW).

7.2.

[verzoeker] voert daartoe aan dat hij - achteraf - door gebeurtenissen vanaf 14 september 2013 tot de conclusie is gekomen dat de bedoelingen van [verweerder] om het geregistreerde partnerschap aan te gaan onzuiver zijn geweest. [verzoeker] dacht dat [verweerder] van hem hield, maar achteraf is hem gebleken dat verschillende mededelingen en gebeurtenissen onderdeel waren van een vooropgezet plan van [verweerder] om zo toegang te krijgen tot het vermogen van [verzoeker] . Partijen kennen elkaar sinds april 2011, en hebben hun geregistreerde partnerschap in maart 2013 gesloten. Zij hebben nooit samengewoond, hebben nimmer bij elkaar overnacht en hadden geen seksuele relatie met elkaar. Een en ander hield volgens [verzoeker] verband met de beweerdelijke dwangneurose, namelijk ernstige smetvrees, van [verweerder] . Behalve de broer en moeder van [verweerder] is ook niemand bij de sluiting van het partnerschap aanwezig geweest. [verweerder] wilde dit graag geheim houden en pas na één jaar een groot feest geven.

7.3.

[verweerder] deed [verzoeker] geloven dat zij eind 2013 zouden gaan samenwonen, in september 2013 samen op vakantie zouden gaan en dat hij zodanig vermogend was dat hij en [verzoeker] ongeveer eenzelfde vermogen hadden. Toen [verweerder] in de zomer van 2012 zijn oog had laten vallen op een appartement aan de [adres 1 te plaats] , maar op dat moment niet over voldoende financiële middelen beschikte heeft [verzoeker] dan ook de helft van de aankoopprijs aan [verweerder] voorgeschoten (ruim € 39.000,--). [verweerder] zou hem namelijk hebben laten weten dat zijn deposito’s eind 2013 zouden vrijvallen, aldus [verzoeker] , waarna hij [verzoeker] kon terugbetalen.

7.4.

Volgens [verzoeker] heeft [verweerder] hem op 14 september 2013 geprobeerd om het leven te brengen, althans gebeurtenissen zo in scene gezet alsof het zou lijken dat [verzoeker] door een ongeval om het leven zou zijn gekomen. In dat geval zou [verweerder] al [verzoeker] ’ bezittingen hebben geërfd en voor de rest van zijn leven van inkomsten verzekerd zijn geweest. Partijen waren die avond van de 14e september in het huis van [verzoeker] en [verweerder] had een kwarktaart bij zich. Hoewel [verzoeker] de taart bitter en niet lekker vond heeft hij er wel van gegeten. Het volgende dat [verzoeker] zich kan herinneren is, dat hij de volgende ochtend wakker werd in het logeerbed met veel pijn, een zware hoofdwond en een lichaam dat aan de rechterzijde bont en blauw was. Er bevond zich bloed in de badkamer, het bad was volgelopen en er stond een fles Baileys en een leeg gedronken glas naast het bad. Dat was raar volgens [verzoeker] , omdat hij nooit alleen Bailey’s drinkt en zeker niet in bad. Die ochtend van de 15e september ging ook het slikken moeizaam, het praten was slecht en zijn motoriek was verstoord. Op 18 september is hij vervolgens met deze klachten naar de huisarts gegaan en op 19 september naar de neuroloog in verband met een mogelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT