Uitspraak Nº 287063. Rechtbank Gelderland, 2016-04-06
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2016:2977 |
Docket Number | 287063 |
Date | 06 Abril 2016 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK GELDERLANDTeam kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/287063 / HA ZA 15-431
Vonnis van 6 april 2016
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. J.C.J. van den Assem te Werkendam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
[gedaagde 1] ,
gevestigd te Arnhem,
2. [gedaagde 2],
wonende te Arnhem,
gedaagden,
advocaten mrs. C.J.J.C. Arnouts en F.M. de Smeth te Amsterdam.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiser] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
het tussenvonnis van 4 november 2015
-
-
het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2016.
Ten slotte is vonnis bepaald.
[gedaagde 1] is een advocaten- en notariskantoor met vestigingen in Arnhem en Nijmegen. [gedaagde 2] is werkzaam bij [gedaagde 1] als notaris.
De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) was bestuurder van [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), destijds nog geheten [bedrijf 1] Deze vennootschap hield zich onder meer bezig met het importeren, exporteren, verhandelen en in voorraad houden van textiel.
[bedrijf 1] is op 8 juni 2007 opgericht door notaris mr. A.G.M. Moonen te Venlo. De statuten van de vennootschap zijn bij de akte van oprichting vastgesteld ten kantore van
mr. Moonen.
Begin 2008 is [gedaagde 1] benaderd door [naam 1] voor het verrichten van enkele notariële werkzaamheden. [bedrijf 1] wilde extra kapitaal aantrekken voor de ‘verdere expansie op de Europese markt van Basic Active Wear’. Hiertoe heeft [naam 1] een investeringsprogramma ontwikkeld. Potentiële beleggers werd de mogelijkheid geboden om door middel van een converteerbare geldlening in [bedrijf 1] te participeren. Een belegger kon kiezen tussen twee typen geldleningen. De ‘Bond-004’ lening betrof een lening die tot 50% kon worden geconverteerd in aandelen van € 5,00 per stuk. De looptijd van de ‘Bond-004’ lening was vijf jaar, de rente bedroeg 7% en de minimale inleg bedroeg € 50.000,00. Daarnaast kon een belegger kiezen voor de ‘Bond-005’ lening. Ook deze lening kon tot 50% worden geconverteerd in aandelen van € 5,00 per stuk. De looptijd van de ‘Bond-005’ lening was twee jaar, de rente bedroeg 7% en de minimale inleg bedroeg € 100.000,00.
[gedaagde 2] is zijn werkzaamheden begonnen met het verrichten van een aantal gebruikelijke onderzoeken, onder meer op grond van de destijds geldende Wet identificatie bij dienstverlening (WID) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT). Ook heeft hij gewaarmerkte uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel opgevraagd, [naam 1] geïdentificeerd en verschillende malen het faillissementenregister geraadpleegd.
Vervolgens heeft op verzoek van [naam 1] een waarnemer van [gedaagde 2] op 20 februari 2008 de statuten van [bedrijf 1] gewijzigd.
[bedrijf 1] gaf aan de beleggers tot zekerheid van terugbetaling van hun geldlening haar activa, vorderingen en enkele vermogensrechten in pand te willen geven. Daarbij gaf [bedrijf 1] de voorkeur aan een structuur waarbij alle zekerheidsrechten aan één daartoe op te richten onafhankelijke stichting zouden worden verstrekt. Voor dit doel heeft [gedaagde 2] op 19 mei 2008 de Stichting Zekerheden Converteerbare Lening [bedrijf 1] opgericht (hierna: de stichting). Het bestuur van de stichting bestond uit drie personen: twee personen werden gekozen vanuit de groep beleggers in [bedrijf 1] en een bestuurder werd gekozen door [bedrijf 1] . De stichting behartigde de belangen van de groep beleggers en zou zo nodig de zekerheidsrechten ten behoeve van de gezamenlijke beleggers uitwinnen.
Op 23 mei 2008 heeft [gedaagde 2] een pandakte verleden waarbij ten behoeve van de stichting een bezitloos pandrecht is gevestigd op de roerende zaken en een stil pandrecht op de vorderingen van [bedrijf 1] . In de pandakte is onder meer het volgende opgenomen, waarbij [bedrijf 1] als pandgever is aangeduid en de stichting als pandhouder:
VESTIGING PANDRECHTEN
1. Pandgever verklaart, tot zekerheid voor de nakoming van diens reeds bestaande en toekomstige
verplichtingen, direct of indirect, uit hoofde van de Parallelle Schuld, dan wel uit hoofde van welke
andere overeenkomst met Pandhouder dan ook, alsmede voor de betaling van daaruit voortvloeiende
renten en kosten (hierna te noemen: de “Gesecureerde Verplichtingen”) hierbij, voor zover nodig bij
voorbaat, in pand te geven aan Pandhouder, voor en namens wie Pandhouder verklaart in pand aan te
nemen: alle huidige en toekomstige roerende activa en de hierna te omschrijven vermogensrechten
van de Vennootschap, waaronder onder meer is begrepen:
a. de inventaris;
b. de voorraden;
c. alle overige roerende zaken van de Vennootschap (sub a. tot en met c. hierna te noemen: de
“Goederen’); en
d. alle bestaande, of alle rechtstreeks uit reeds bestaande rechtsverhoudingen te verkrijgen,
vorderingen op debiteuren, al dan niet zijnde handelsvorderingen; en
e. alle bestaande, of alle rechtstreeks uit reeds bestaande rechtsverhoudingen te verkrijgen,
vorderingen van de Vennootschap op diens bank welke is aangesloten bij de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. uit hoofde van tegoeden op de navolgende bankrekeningen van de
Vennootschap (…) (sub d. en e. hierna te noemen: de “Vorderingen”);
aan Pandgever en Pandhouder volledig bekend en waarvan Pandgever en Pandhouder geen andere
omschrijving verlangen.
Voor zover de Goederen nog niet in eigendom zijn van Pandgever, wordt hierbij tevens bij voorbaat
een pandrecht gevestigd op toekomstige Goederen onder de opschortende voorwaarde dat Pandgever
de Goederen verkrijgt.
Voor zover Pandgever op de datum van deze akte nog geen rechthebbende is op vorderingen op
debiteuren (waaronder, doch niet uitsluitend, begrepen handelsvorderingen), of uit hoofde van
tegoeden op de bankrekeningen van de Vennootschap, verplicht Pandgever zich die toekomstige
vorderingen op het moment van ontstaan (hierna: de “Toekomstige Vorderingen”), of zo vaak als
Pandhouder dat wenst, ten gunste van Pandhouder stil te verpanden door middel van een aanvullende
pandakte. Pandgever geeft aan Pandhouder hierbij een onherroepelijke en onvoorwaardelijke
volmacht, welke volmacht Pandhouder aanvaardt, om namens Pandgever (zonder daartoe verplicht te
zijn) zo vaak als Pandhouder dat nodig acht middels een aanvullende pandakte de Toekomstige
Vorderingen aan Pandhouder te verpanden.
Bepalingen en bedingen pandrechten
(…)
5. Pandgever is, zolang hij de in pand gegeven Goederen onder zich heeft, verplicht als een goed
huisvader voor deze Goederen te zorgen en, indien van toepassing, de Goederen te verzekeren en
verzekerd te houden. (…)
6. Wanneer Pandgever in de nakoming van de Gesecureerde Verplichtingen jegens Pandhouder tekort
schiet, of hem goede grond geven te vrezen dat daarin zal worden tekort geschoten:
(a) is Pandhouder bevoegd te vorderen dat de verpande Goederen in zijn macht of die van een derde
worden gebracht;
(b) is Pandhouder bevoegd op de wijze die Pandhouder wenselijk acht van de verpanding van de
Vorderingen aan de debiteuren van die Vorderingen mededeling te doen. (…)
Als additionele zekerheid tot terugbetaling van de te verstrekken geldleningen stond [naam 1] jegens iedere belegger persoonlijk borg tot 40% van zijn investering, met een maximum van 2,4 miljoen euro.
[naam 1] / [bedrijf 1] heeft een map samengesteld met informatie over het investeringsprogramma (hierna: het informatiepakket). Onderdeel van het informatiepakket is het eveneens door [bedrijf 1] opgestelde ‘Informatiememorandum [bedrijf 1] Bond-004’ (hierna: het Informatiememorandum). Voorts bevat het informatiepakket een introductiebrief, een ‘Investor Relations & Corporate Governance Brochure’, een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de stichting, de oprichtingsakte van de stichting, de pandakte, een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van [bedrijf 1] , de statuten van [bedrijf 1] , de jaarstukken 2007 van [bedrijf 1] en een concept akte van geldlening en inschrijfformulier van zowel Bond-004 als Bond-005.
In het Informatiememorandum is onder meer het volgende opgenomen:
op pagina 46 (behorend bij het onderdeel ‘risico profiel’):
Correctheid Informatiememorandum
Een groep van 25 professionele mensen zijn betrokken en hebben gewerkt aan het totstandkomen van dit informatie memorandum. Daarnaast zijn de financiële paragraven uit het informatiememorandum nagerekend en op juistheid gecontroleerd door een gerenommeerd accountantskantoor. Het hierbij afgegeven rapport is op verzoek in te zien voor geïnteresseerde investeerders.
op pagina 47 (behorend bij het onderdeel ‘risico profiel’):
Dekking [bedrijf 1] Bond-004
Alle activa minus de debiteuren zijn verpand in 1e pandrecht naar de ‘Stichting Zekerheden Converteerbare lening [bedrijf 1] ’, welke stichting pro-rata zekerheid verstrekt naar een investeerder voor dekking van de door hem verstrekte converteerbare lening.
Onvoldoende dekking zekerheden
De zekerheden die verstrekt worden aan de ‘Stichting Zekerheden Converteerbare lening [bedrijf 1] ’ bestaan uit de voorraden, de inventaris en de beschikbare liquiditeiten van [bedrijf 1] . Een eventueel tekort in die dekking, wordt opgevangen door een persoonlijke borg van de CEO, [naam 1] , ter hoogte van 40% van het geleende bedrag.
op pagina 58 (behorend bij het onderdeel ‘investeringsmogelijkheden’):
Zekerheid
Via de stichting ‘Zekerheden Converteerbare Lening [bedrijf 1] ’...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT