Uitspraak Nº 300102. Rechtbank Gelderland, 2017-02-08

ECLIECLI:NL:RBGEL:2017:1162
Docket Number300102
Date08 Febrero 2017
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/300102 / HA ZA 16-158

Vonnis van 8 februari 2017

in de zaak van

de naamloze vennootschap

[eiseres] HOLDING N.V.,

gevestigd te Hellevoetsluis,

eiseres,

advocaat mr. L.Ph.J. baron van Utenhove te 's-Gravenhage,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

PROVINCIE GELDERLAND,

zetelend te Arnhem,

gedaagde,

advocaat mr. M. van Rijn te 's-Gravenhage.

Partijen zullen hierna [eiseres] en de provincie worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 13 juli 2016

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 24 november 2016.

1.2.

Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Op 7 november 2014 heeft de provincie de Europese niet-openbare aanbesteding aangekondigd van de opdracht “Bestek 2052 Vervangen bruggen A348”. Op deze aanbesteding zijn de Aanbestedingswet 2012 (hierna: Aw 2012) en het Aanbestedingsreglement Werken 2012 (hierna: ARW 2012) van toepassing verklaard. Tevens zijn de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 (vastgesteld door gedeputeerde staten van de provincie) van toepassing, waarin onder meer is bepaald:

Artikel 5 Uitsluiting

Op opdrachten die ten minste nationaal worden aanbesteed, zijn de artikelen 2.86 tot en met 2.89 van de wet van overeenkomstige toepassing, voor zover het proportionaliteitsbeginsel daar niet aan in de weg staat.

Artikel 6 Advies Bureau SBA

1 Op opdrachten van werken die ten minste nationaal worden aanbesteed, vraagt Bureau SBA, voordat tot gunning wordt overgegaan, de integriteit van de inschrijver of gegadigde te toetsen.

2 Bureau SBA onderzoekt met behulp van de door de inschrijver of gegadigde overgelegde eigen verklaring, de raadpleging van openbare bronnen en de raadpleging van bronnen die hem op grond van de Wet Bibob zijn toegestaan of sprake is van één van de omstandigheden, genoemd in de artikelen 2.86 en 2.87 van de wet.

3 Tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 7, brengt Bureau SBA na het onderzoek als bedoeld in het vorige lid, advies uit aan de provincie.

Artikel 7 Onderzoek Landelijk Bureau Bibob

1 Indien Bureau SBA op basis van het integriteitsonderzoek, bedoeld in artikel 6, het vermoeden heeft dat de inschrijver of de gegadigde zich bevindt in één van de omstandigheden, genoemd in de artikelen 2.86 en 2.87 van de wet, kan hij het Landelijke Bureau Bibob verzoeken om een advies als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Wet Bibob.

2 Het in het eerste lid bedoelde verzoek heeft betrekking op het inwinnen van informatie uit gesloten bronnen zoals is weergegeven in de artikelen 13 en 27 van de Wet Bibob.

3 Na ontvangst van het advies van het Landelijk Bureau Bibob brengt Bureau SBA advies uit aan de provincie.

2.2.

De selectieleidraad (productie 3 bij dagvaarding) luidt onder meer als volgt:

3.4

Uitsluitingsgronden

3.4.1

Algemeen

1. Indien aanmelding c.q. inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, kan het samenwerkingsverband worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht, wanneer op één of meer van de ondernemers één of meer van de in artikel 3.5.1 en 3.5.2 ARW 2012, dan wel de in dit document genoemde uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 3.5.4 ARW 2012 van toepassing zijn.

2. Indien mocht blijken dat op een natuurlijke of rechtspersoon, met wie de ondernemer beoogt te voldoen aan de eisen genoemd in § 3.5.2 van deze Selectieleidraad, één of meer van de in artikel 3.5.1 en 3.5.2 ARW 2012, dan wel de in dit document genoemde uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 3.5.4 ARW 2012 van toepassing zijn, zal deze natuurlijke of rechtspersoon door de aanbesteder niet worden geaccepteerd en kan de ondernemer worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht.

3. Het onder punt 2 bepaalde geldt mutatis mutandis voor natuurlijke of rechtspersonen bedoeld onder punt 1.

4. De Aanbesteder behoudt zich het recht voor een ondernemer op wie een of meer van de uitsluitingsgronden als genoemd in artikel 3.5.4 van het ARW 2012 sub a t/m e van toepassing zijn van deelneming aan de inschrijvingsfase van deze aanbestedingsprocedure uit te sluiten. In het geval van een Combinatie leidt uitsluiting van een Combinant tot uitsluiting van de Combinatie.

[…]

3.4.3

Facultatieve uitsluitingsgronden

1. Op deze aanbesteding zijn van toepassing de facultatieve uitsluitingsgronden conform artikel 3.5.4 van het ARW 2012 voor zover aangevinkt in de Eigen Verklaring onder: 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5.

[…]

3.6

BIBOB

Indien aanbesteder aanwijzingen heeft dat een op een ondernemer één of meer van de in artikel 3.5.1 en 3.5.2 ARW 2012, dan wel de in dit document genoemde uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 3.5.4 ARW 2012 van toepassing zijn, maar er bij aanbesteder onvoldoende informatie beschikbaar is om het uitsluiten van die ondernemer te motiveren, dan kan door de aanbesteder advies worden gevraagd aan het Bureau BIBOB (zie artikel 8 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB)). Ondernemer over wie advies is gevraagd, wordt door de aanbesteder over de inhoud van dat advies geïnformeerd. In het kader van de Wet BIBOB zal een screening plaatsvinden door Bureau Screening en Bewakingsaanpak (SBA).

[…]

4.4

Beoordeling Aanmeldingen

[…]

4.4.2

Beoordeling en selectie gegadigden

De Aanbesteder heeft tot doel om te komen tot de selectie van ten hoogste vijf (5) Gegadigden, die hij zal uitnodigen om in te schrijven voor de realisatie van het Werk. Aanbesteder doorloopt daarbij de volgende stappen:

Aanbesteder voert allereerst een toets uit op de aanmeldingsvereisten van hoofdstuk 3 en 4.

1. Compleetheid;

2. Uitsluitingsgronden;

3. Minimumeisen.

Indien meer dan vijf Gegadigden die zich hebben aangemeld als Gegadigde voldoen aan de aanmeldingsvereisten, zal aanbesteder vervolgens de methode van ‘loting’ hanteren:

4. Loting;

5. Controle bewijsmiddelen.

Stap 1: toets op compleetheid

De door de Gegadigden ingediende Eigen Verklaring (met bijbehorende stukken) wordt eerst getoetst op compleetheid. […]

Stap 2: toets aan de uitsluitingsgronden

Aanbesteder toetst vervolgens de aanmeldingen die voldoen aan de algemene aanmeldingsvereisten aan de uitsluitingsgronden genoemd in deze Selectieleidraad. De Aanbesteder kan Gegadigden waarop een uitsluitingsgrond van toepassing is uitsluiten van (verdere) deelname aan de aanbesteding conform het ARW 2012.

Stap 3: toets op de minimumeisen

[…]

Stap 4: loting (indien van toepassing)

Indien er meer dan vijf (5) Gegadigden zich hebben aangemeld, en die voldoen aan de gestelde eisen, zal er een loting door een notaris plaats vinden. Het is voor Gegadigden mogelijk de loting bij te wonen, zij worden per mail uitgenodigd. […]

De loting wordt gehouden op de in paragraaf 3.3 genoemde datum. […]

Stap 5: controle bewijsmiddelen

Als een Gegadigde (na het daartoe gedane verzoek bij uitnodiging inschrijving) niet kan aantonen dat hij voldoet aan de algemene aanmeldingsvereisten en minimumeisen en/of hij overlegt niet tijdig de gevraagde bewijsstukken, dan merkt de aanbesteder deze aan als niet-geldig en leidt dit (alsnog) tot uitsluiting van betreffende Gegadigde van de aanbestedingsprocedure.

2.3.

[eiseres] heeft zich op 8 december 2014 aangemeld voor de aanbestedingsprocedure en is na een loting op 10 december 2014 geselecteerd door de provincie om een inschrijving in te dienen. Daartoe heeft de provincie een inschrijvingsleidraad opgesteld. In die inschrijvingsleidraad (productie 4 bij dagvaarding) zijn dezelfde algemene uitsluitingsgronden (paragraaf 3.4.1) opgenomen als in de selectieleidraad. Daarnaast is in de inschrijvingsleidraad ook dezelfde paragraaf (3.6) opgenomen over het vragen van advies aan het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB).

2.4.

Bij brief van 27 januari 2015 (productie 6 bij antwoord) heeft de provincie [eiseres] bericht dat Bureau Screening en Bewakingsaanpak (hierna: Bureau SBA) is verzocht om gegadigden voor het bestek te screenen op basis van de Wet Bibob. In de brief staat verder vermeld dat de provincie aanleiding heeft gezien om nader onderzoek te laten doen door het LBB, indien de opdracht voorlopig zou worden gegund aan [eiseres] , zodat het LBB een (verdere) inschatting kon maken van een mogelijke mate van gevaar in het kader van de Wet Bibob.

2.5.

Op 3 maart 2015 heeft [eiseres] haar inschrijving ingediend.

2.6.

Bij e-mail van 30 maart 2015 heeft de provincie de inschrijvers bericht dat door vertraging in de procedure het voornemen tot gunning op 8 april 2015 bekend zou worden gemaakt. Bij brief van diezelfde dag (productie 6 bij dagvaarding) heeft de provincie [eiseres] verzocht een Bibob-vragenformulier in te vullen, hetgeen [eiseres] heeft gedaan.

2.7.

Bij brief van 8 april 2015 (productie 7 bij dagvaarding) heeft de provincie aan alle geselecteerde inschrijvers te kennen gegeven dat zij voornemens was de opdracht te gunnen aan [eiseres] , omdat zij de economisch meest voordelige inschrijving had gedaan.

2.8.

De provincie heeft bij brief van 9 april 2015 (productie 8 bij dagvaarding) aan [eiseres] onder meer het volgende meegedeeld:

Op basis van de screening die reeds eerder is uitgevoerd door Bureau SBA (Screening en Bewakingsaanpak) van de provincie Gelderland, waar u eerder van op de hoogte bent gebracht, besluiten wij om ten aanzien van [eiseres] Holding NV advies in te winnen bij het Landelijk Bureau Bibob te Den Haag.

2.9.

Bij brief van 10 april 2015 (productie 9 bij dagvaarding) heeft de provincie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT