Uitspraak Nº 301831. Rechtbank Gelderland, 2016-07-20
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2016:4578 |
Docket Number | 301831 |
Date | 20 Julio 2016 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK GELDERLANDTeam kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/301831 / HA ZA 16-225 / 115 / 622
Vonnis in incident en in de hoofdzaak van 20 juli 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASHFLEX FACTORING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. R.H.P. van de Venne te Zutphen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] ,
gevestigd te [plaats 1] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 3] ,
gevestigd te [plaats 2] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. G.H. Hermanides te Eindhoven,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 4] ,
gevestigd te [plaats 1] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna CashFlex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 11 en 22 december 2015 met producties
- de herstelexploten van 29 februari 2016
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring ex artikel 1022 Rv met producties van [gedaagde 3]
- de incidentele conclusie van antwoord van CashFlex.
Tegen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 4] is verstek verleend.
Vervolgens is vonnis bepaald in het incident.
[gedaagde 3] heeft als hoofdaannemer op 12 mei 2015 met [gedaagde 1] als onderaannemer een overeenkomst van (onder)aanneming van werk gesloten uit hoofde waarvan [gedaagde 1] verschillende werkzaamheden diende te verrichten op het werk “Vitelia te Wansum” (hierna ook: de (aannemings)overeenkomst).
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de algemene inkoop- en onderaannemingsvoorwaarden van [gedaagde 3] , waarin in artikel 23 lid 2 is bepaald dat alle geschillen die tussen [gedaagde 3] en [gedaagde 1] mochten rijzen naar aanleiding van de overeenkomst beslecht dienen te worden door de Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA), behoudens indien de wet dwingend anders voorschrijft. Ook de Uniforme Administratieve Voorwaarden 2012 (UAV 2012) zijn van toepassing verklaard op deze overeenkomst, waarin in paragraaf 49 de RvA bevoegd is verklaard om van naar aanleiding van de overeenkomst ontstane geschillen tussen [gedaagde 3] en [gedaagde 1] kennis te nemen.
[gedaagde 1] heeft vorderingen op [gedaagde 3] uit hoofde van openstaande vijf facturen gedateerd in oktober en november 2015 tot een beloop van € 153.548,25 gecedeerd aan CashFlex. Daaraan ligt een factoringovereenkomst van 4 juni 2015 tussen CashFlex en [gedaagde 1] ten grondslag (hierna ook: de factoringovereenkomst). Artikel 7 van de factoringovereenkomst regelt de retrocessie en terugbetaling. Daarin is bepaald onder welke voorwaarden [gedaagde 1] verplicht is om de aan CashFlex overgedragen vorderingen terug te kopen tegen de aankoopprijs.
[gedaagde 3] heeft de betaling van die...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT