Uitspraak Nº 323243. Rechtbank Gelderland, 2018-11-28

ECLIECLI:NL:RBGEL:2018:5075
Date28 Noviembre 2018
Docket Number323243
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/323243 / HA ZA 17-357 / 546 / 560

Vonnis van 28 november 2018

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE CUIJK,

zetelend te Cuijk,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. F.J.P. Delissen te Nijmegen,

tegen

1. de vennootschap onder firma

[gedaagde sub 1],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 2],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 3],

gevestigd te Arnhem,

gedaagden in conventie,

eiseressen in reconventie,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 4],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 5],

gevestigd te Arnhem,

gedaagden in conventie,

advocaat mr. B. Martens te Amsterdam.

Eiseres zal hierna de Gemeente worden genoemd. Gedaagden sub 1 zal [gedaagde sub 1] worden genoemd. Gedaagden 2 en 3 zullen ook wel als de vennoten worden geduid en gedaagden 4 en 5 als de borgen.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het vonnis in het incident van 29 november 2017, waarbij in de hoofdzaak een comparitie is bepaald

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2018.

1.2.

Na de comparitie van partijen is opnieuw vonnis bepaald. Na daartoe verkregen voorafgaande instemming van partijen, is de zaak verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank.

2 De feiten
2.1.

Vooraf wordt door de rechtbank opgemerkt dat in de hierna te vermelden feiten wordt geciteerd uit door partijen overgelegde producties waarin meermaals de aanduiding ‘het Consortium’ voorkomt. Klaarblijkelijk worden daarmee [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 1] en haar vennoten bedoeld.

2.2.

Op 14 november 2006 heeft de Gemeente met [gedaagde sub 1] een overeenkomst gesloten met betrekking tot de ontwikkeling en de realisatie van het in Cuijk gelegen gebied [gedaagde sub 1] tot een toeristisch recreatief gebied met verblijfsrecreatie. De overeenkomst (hierna ook: de ORO) voorziet in achtereenvolgend een ontwikkelingsfase en een realisatiefase (artikel 1.3 ORO). In de overeenkomst wordt de ontwikkelingsfase aangemerkt als voltooid als het bestemmingsplan in werking is getreden (artikel 1.4.2 ORO). Daarna gaat de realisatiefase in onder de voorwaarde dat sprake is van een project dat haalbaar is. (artikel 7.1 ORO). In de overeenkomst wordt onder haalbaar verstaan de situatie waarin de waarde van het project groter of gelijk blijft aan de waarde die is vastgesteld in het haalbaarheidsonderzoek op grond waarvan de raad van de Gemeente op 13 december 2004 heeft besloten medewerking te verlenen aan de ontwikkeling en realisatie van het project (vgl. de definities haalbaarheid en haalbaarheidsonderzoek in de overeenkomst).

2.3.

De Gemeente heeft zich in de overeenkomst verbonden om vanaf de aanvang van de realisatiefase de voor het project benodigde gronden te verwerven (artikel 8.1 ORO). [gedaagde sub 1] heeft zich in de overeenkomst verbonden tot een (gefaseerde) afname in die fase van deze gronden van de Gemeente (artikel 9.1 en 9.2 ORO). Ook bij een tussentijdse beëindiging heeft [gedaagde sub 1] een afnameverplichting. Op grond van de overeenkomst moet zij de gronden dan onmiddellijk en in één keer afnemen tegen betaling van de door de Gemeente daarvoor betaalde koopprijs, vermeerderd met een in de overeenkomst gedefinieerde rente (artikel 9.3.1 ORO).

2.4.

Daarnaast voorziet de overeenkomst in het voeren door de Gemeente van een projectadministratie. In de projectadministratie worden de kosten en de baten van de Gemeente gedurende de projectontwikkeling geadministreerd (artikel 10.1.1 ORO). Het gaat om door de Gemeente te maken kosten voor bijvoorbeeld het bestemmingsplan en het bouwrijp maken van de gronden en aan de Gemeente toevallende baten waaronder van derden ontvangen pacht en huur gedurende de ontwikkeling (artikel 10.1.3 en 10.1.4 ORO). [gedaagde sub 1] is gehouden het saldo van de projectadministratie met de Gemeente af te rekenen uiterlijk tegen het einde van het project (artikel 10.1.10 ORO).

2.5.

Verder is in de overeenkomst een wijzigingsprocedure opgenomen waarin, voor zover van belang, het volgende staat:

Artikel 17 - Wijziging plannen, uitgangspunten en overeenkomst

17.1

Partijen kunnen in de gevallen als in deze overeenkomst voorzien, de andere Partij om wijziging van het Programma, de Planning, de Grondexploitatie en/of deze overeenkomst verzoeken indien ongewijzigde voortzetting tot gevolg heeft dat de Haalbaarheid van het Project niet meer is gewaarborgd en dit het gevolg is van:

i. (…)

iii. gewijzigde markt van recreatiewoningen en recreatieparken, of,

iv. (…)

2.6.

Ten slotte voorziet de ORO in de mogelijkheid van een buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst door een partij bij de overeenkomst als de andere partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen (artikel 21.1). De regeling komt in overwegende mate overeen met de wettelijke ontbindingsbepaling in

artikel 6:265 BW.

2.7.

Op 14 november 2006 zijn twee overeenkomsten van borgtocht tot stand gekomen waarin respectievelijk [gedaagde sub 4] (gedaagde sub 4) en [gedaagde sub 5] (gedaagde sub 5) zich borg stellen jegens de Gemeente. De borgstelling strekt volgens het hierna over te nemen artikel 1 van die overeenkomsten tot het volgende:

verklaart zich borg te stellen tegenover de Gemeente tot meerdere zekerheid van de nakoming van de Afnameverplichting door het Consortium. Het maximum van deze borgtocht is vastgesteld op de helft (50%) van hetgeen de Gemeente van het Consortium te vorderen heeft uit hoofde van de Afnameverplichting, tenzij sprake is van een ondeelbare prestatie als bedoeld in artikel 6:6 lid 2 BW.

2.8.

Op 10 juni 2011 hebben partijen een aanvullende overeenkomst (hierna: Aanvullende overeenkomst) gesloten waarin zij afspraken hebben vastgelegd naar aanleiding van een voorlopig ontwerp van het project dat door de raad van de Gemeente op 28 september 2009 is goedgekeurd. In de Aanvullende overeenkomst is bepaald dat behoudens het daarin bepaalde, de ORO onverkort van kracht blijft (artikel h). Verder is in de Aanvullende overeenkomst onder e en f het volgende bepaald:

e. Voor het consortium gelden – onder verwijzing naar het als bijlage 2 aan deze overeenkomst gehechte raadsvoorstel – de navolgende randvoorwaarden:

 het consortium heeft op basis van het programma en schetsontwerpen berekend (zie bijlagen) dat het in het raadsvoorstel bedoelde plan haalbaar is op eenzelfde wijze als het plan dat ten grondslag lag aan de ORO.

 (...)

f. Met inachtneming van de onder e. genoemde voorwaarden gaat de gemeente akkoord met de geactualiseerde planuitwerking zoals bedoeld in het raadsvoorstel (...)

2.9.

In een brief van [gedaagde sub 1] aan de Gemeente van 8 juni 2012 staat het volgende:

U vraagt ons in uw brief d.d. 15 mei jl. aan te geven of wij het project [gedaagde sub 1] haalbaar achten. Ondanks de huidige economische omstandigheden en de crises op de vastgoedmarkt achten wij de samenwerking met u ontwikkelde plannen binnen het plangebied Waterpark [gedaagde sub 1] nog steeds haalbaar.

Op de korte termijn is er wel degelijk sprake van een stagnerende markt en sterke

terughoudendheid van financiers en financiële markten. Op de (middel)lange termijn zijn er echter voldoende economische perspectieven voor een succesvolle realisatie van het Project. Voorwaarde voor de haalbaarheid is wel dat de benodigde investeringen passen binnen de kaders van de Grondexploitatie zoals beschreven in de Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst [gedaagde sub 1] d.d. 14-11-2006. (…)

2.10.

In een brief van [gedaagde sub 1] aan de Gemeente van 14 december 2012 staat het volgende:

Wij hebben van uw gemeente informatie ontvangen waarin u toelicht waarom naar mening van de gemeente Cuijk binnenkort de zogenaamde ‘Realisatiefase’, zoals bedoeld in de ORO, in werking treed.

Op grond van artikel 7.3.1. uit de ORO hebben wij na voltooiing van de ‘Ontwikkelfase’ de mogelijkheid om binnen 2 maanden, onder opgaaf van reden, mee te delen dat wij van mening zijn dat de haalbaarheid van het project niet meer gewaarborgd is.

Zoals ook in onze brief van 8 juni jl. aangegeven constateren wij dat er momenteel sprake is van een dalende markt en een sterke terughoudendheid van noodzakelijke financiers. Op de (middel)lange termijn zijn er echter voldoende economische perspectieven voor een succesvolle realisatie van het project. Voorwaarde voor de haalbaarheid is wel dat de benodigde investeringen (blijven) passen binnen de kaders van de grondexploitatie en dat enige ruimte wordt verschaft in de fasering van werkzaamheden (planning). Wij achten het project dan nog steeds haalbaar.

Middels deze brief gaan wij akkoord met het in werking treden van de realisatiefase hetgeen onder meer betekent dat de gemeente Cuijk de gronden in het gebied voor 100% zal financieren.

2.11.

Op 12 december 2013 is het bestemmingsplan voor het plangebied onherroepelijk geworden.

2.12.

Op 17 maart 2014 hebben partijen een vervolgovereenkomst (hierna: Vervolgovereenkomst) gesloten. Aanleiding voor de Vervolgovereenkomst was de realisatie van een ophaalbrug in de verbindingsweg van het plangebied met het dorp Linden. In de Vervolgovereenkomst staat onder meer het volgende:

a. De gemeente en het Consortium hebben op 14 november 2006 de (...) ORO (...) ondertekend.

(…)

e. Op 10 juni 2011 hebben de gemeente en het Consortium een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT