Uitspraak Nº 357050. Rechtbank Gelderland, 2019-09-26

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:4337
Date26 Septiembre 2019
Docket Number357050
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/357050 / KG ZA 19-332

Vonnis in kort geding van 26 september 2019

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE EDE,

zetelend te Ede,

eiseres,

advocaat mr. R.L. Fabritius te Nijmegen,

tegen

1. de (informele) vereniging [gedaagden 1] , die zonder recht of titel verblijft in de onroerende zaak of in een gedeelte daarvan, gelegen aan de [adres] , van wie in redelijkheid de identiteit niet achterhaald kan worden daar zij deze niet bekend heeft willen maken en niet staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel,

verblijvende te Ede,

2. ZIJ DIE ZONDER RECHT OF TITEL VERBLIJVEN IN OF OP DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, gelegen aan de [adres] , van wie in redelijkheid de identiteit niet achterhaald kan worden daar zij deze niet bekend hebben willen maken,

verblijvende te Ede,

gedaagden,

van wie zich ter zitting bekend heeft gemaakt: [gedaagde 3]

Eiseres zal hierna de gemeente worden genoemd. Gedaagden zullen hierna afzonderlijk ook worden aangeduid met de (informele) vereniging [gedaagden 1] , gedaagden sub 2 en [gedaagde 3] .

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties 1 tot en met 14

  • -

    de producties 1 tot en met 7 van [gedaagde 3]

  • -

    de mondelinge behandeling.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

De gemeente is eigenaar van het perceel gelegen aan de [adres] (hierna te noemen: [naam locatie 1] ).

2.2.

Vanaf 1963 tot begin jaren ‘70 van de vorige eeuw heeft het voormalige recreatieterrein [naam locatie 1] gefungeerd als stortplaats voor huishoudelijk afval, bouw- en sloopafval en bedrijfsafval. De bodem van het terrein is vervolgens door middel van een afdeklaag met een dikte van (destijds) minimaal 1,0 m onder maaiveld geschikt gemaakt voor het gebruik van [naam locatie 1] als recreatieterrein.

2.3.

Met ingang van 1 januari 1973 heeft de gemeente het terrein in erfpacht uitgegeven aan [naam pachter] om te gebruiken als kampeerterrein. Met ingang van 1 januari 2005 is de erfpachtovereenkomst verlengd tot 1 januari 2035.

2.4.

De gemeente heeft als eigenaar van [naam locatie 1] meermalen bodemonderzoeken laten uitvoeren naar de staat van de bodem en de afdeklaag. Het laatste onderzoek dateert van juli 2016.

2.5.

In onderling overleg tussen de gemeente en [naam pachter] is (naar aanleiding van het in 2016 uitgevoerde onderzoek) de erfpacht beëindigd tegen 31 december 2018.

2.6.

In oktober 2017 is [naam locatie 1] gekraakt door [naam] Bij vonnis van 4 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank op vordering van de gemeente gedaagden in die procedure (onder meer) veroordeeld [naam locatie 1] te verlaten en te ontruimen en bepaald dat het vonnis tot een jaar na datum van het vonnis ook ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in [naam locatie 1] bevindt of daar binnentreedt. Daarna is [naam locatie 1] ontruimd.

2.7.

Na deze ontruiming heeft de gemeente [naam] de opdracht gegeven om anti-kraakbeheer te voeren op [naam locatie 1] . Op 18 juni 2019 heeft [naam] tijdens een routinecontrole geen personen, voertuigen of opstallen op [naam locatie 1] waargenomen die daar niet thuishoren.

2.8.

Bij brief, gericht aan onder meer de gemeente en de officier van justitie en gedateerd op 16 juni 2019, heeft [gedaagde 3] meegedeeld dat zij de nieuwe [gedaagden 1] vertegenwoordigt, dat zij en de nieuwe bewoners huisrecht hebben gevestigd op [naam locatie 1] en heeft zij verzocht om nader overleg om tot overeenstemming te komen. De gemeente heeft een afschrift van deze brief op 18 juni 2019 van het arrondissementsparket Oost-Nederland ontvangen.

2.9.

Bij de stukken bevindt zich een brief, gericht aan [naam wijkagent] (de wijkagent) en gedateerd op 23 juni 2019. In deze brief is voor zover van belang het volgende vermeld:

Hierbij zouden wij u willen uitnodigen voor een bezoekje om nader kennis te maken!

Wij zijn de nieuwe bewoners van de oude Camping [naam locatie 1] […] Als voortzetting van ons eerste contact op vrijdag 21 juni […], zou ik blijkens deze uitnodiging u alsnog de gelegenheid willen geven om huisvrede te constateren.

[…]

Als Operationeel Expert Wijkagent van de Eenheid Oost Nederland hoop ik dat u spoedig in de gelegenheid bent om langs te komen, graag maken wij een afspraak.

[…]

Gezien het tijdsverloop is het aannemelijk dat de Gemeente Ede inmiddels onze brief heeft gelezen welke ik aan u heb overhandigd? […]

Met vriendelijke groeten,

namens de [gedaagden 1]

[gedaagde 3]

Telefoonnummer: […]

E-mailadres: [e-mailadres]

2.10.

Bij brief van 26 juni 2019, gericht aan de [gedaagden 1] , ter attentie van [gedaagde 3] , en aan allen die verblijven aan de [adres] , heeft de gemeente hen gesommeerd uiterlijk op 28 juni 2019 om 12:00 uur over te gaan tot vrijwillige ontruiming van [naam locatie 1] . Deze brief is per deurwaardersexploot betekend door achterlating in een gesloten envelop op het adres [adres] , In die brief staat, voor zover thans van belang, het volgende:

1. De Gemeente heeft kennisgenomen van de brief van 16 juni 2019 aan het Arrondissementsparket Oost-Nederland waarin u omschrijft dat u ‘sinds enige tijd’ uw toevlucht heeft gevonden tot het perceel gelegen aan de [adres] , hierna te noemen: “ het Perceel”. U beroept zich op een huisrecht. De Gemeente bestrijdt de vestiging van een huisrecht en zal daarom niet instemmen met het formaliseren van enig gebruiksrecht. U bevindt zich zonder recht of titel op het Perceel.

2. In deze brief zal ik ook aan de orde brengen dat de afdeklaag — anders dan u stelt — nog niet is vervangen. De Gemeente kan de veiligheid van uzelf en de overige bewoners niet garanderen. Aan het slot van deze brief verzoek en sommeer ik u namens de Gemeente om het Perceel te ontruimen. Voor zover nodig, moet dit verzoek worden beschouwd als een ‘vordering tot verwijdering’ in de zin van artikel 138 lid 1 Sr.

[…]

Ontruiming

17. De gemeente wijst uw voorstel tot het aangaan van een overeenkomst van de hand. […]

2.11.

Bij brief van 27 juni 2019 heeft [gedaagde 3] namens de [gedaagden 1] daarop gereageerd en de gemeente verzocht om het besluit tot ontruiming te heroverwegen.

2.12.

Op 28 juni 2019 is niet tot vrijwillige ontruiming van het terrein overgegaan.

2.13.

Bij brief van 29 juni 2019, gericht aan de [gedaagden 1] , ter attentie van [gedaagde 3] , heeft de gemeente hen gesommeerd hun identiteit kenbaar te maken. Ook heeft de gemeente meegedeeld het gebruik van [naam locatie 1] niet te zullen gedogen. Deze brief is tevens per email verzonden aan [e-mailadres] .

2.14.

Bij e-mailbericht van 29 juli 2019 heeft [gedaagde 3] , namens ‘ [naam locatie 1] ’, aan de gemeente een uitgewerkte visie (Eco-Logie-Co-Operatie) van de [gedaagden 1] gestuurd.

2.15.

Een uittreksel van de dagvaarding van 15 augustus 2019 is op 20 augustus 2019 gepubliceerd in een lokaal dagblad.

2.16.

Bij e-mailbericht van 8 september 2019, gedateerd op 7 september 2019, heeft [gedaagde 3] aan (onder andere) de gemeente het volgende meegedeeld:

Hierbij wil ik de Gemeente Ede op de hoogte brengen van de huidige situatie op het terrein [naam locatie 1] gelegen aan de [adres] .

Als gevolg van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT