Uitspraak Nº 3755045 \ BR VERZ 15-30 \ CvL. Rechtbank Gelderland, 2015-10-30

ECLIECLI:NL:RBGEL:2015:6950
Docket Number3755045 \ BR VERZ 15-30 \ CvL
Date30 Octubre 2015
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 3755045 \ BR VERZ 15-30 \ CvL

cjib-nr / registratienr 181494881 / DJ6130

zitting van 166 oktober 2015

in de zaak van

betrokkene

procederend in persoon

tegen

de officier van justitie

Gronden voor de beslissing:

Het beroep is tijdig ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie met bovenvermeld CJIB nummer.

Aan betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd vanwege overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 5 km/h.

Betrokkene voert, kort en zakelijk weergegeven, aan dat hij de gedraging erkent. Hij verzet zich echter tegen de hoogte van de administratieve sanctie op de volgende gronden.

- De hoogte van de sanctie is niet in overeenstemming met de ernst van de gedraging. Sedert 2008 heeft de overheid de verkeersboetes verhoogd met percentages die ver uitstijgen boven de inflatie. In de boetebedragen voor verkeersovertredingen zit dus een belastingcomponent. Een wet in formele zin die hiervoor vereist is, ontbreekt.

- Tevens is sprake van schending van het discriminatieverbod, nu niet alle verkeersdeelnemers gelijkelijk bijdragen aan deze “belasting” maar alleen verkeersovertreders.

De kantonrechter overweegt als volgt.

1 Inleiding

De manier waarop de hoogte van een sanctie ingevolge de Wahv wordt vastgesteld is vastgelegd in artikel 2 van de Wahv. Dit luidt – voor zover nu van belang - :

1. Ter zake van de in de bijlage bij deze wet omschreven gedragingen (…) kunnen op de wijze bij deze wet bepaald administratieve sancties worden opgelegd

(…)

3. Voor elke gedraging bepaalt de in het eerste lid bedoelde bijlage de aan de Staat te betalen geldsom. Deze geldsom kan per gedraging niet meer zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie.

(…)

5. De in het eerste lid bedoelde bijlage kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd. De voordracht van deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Dit artikel bepaalt dat de Minister (van Justitie of Veiligheid en Justitie) bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) de hoogte van de administratieve sanctie vaststelt. Dit Besluit wordt niet eerder genomen dan nadat het ontwerp vier weken is overgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer, zodat zij de Minister daarover kunnen bevragen.

In de memorie van toelichting1 bij dit wetsartikel is opgenomen:

“Doel van het wetsvoorstel is regels vast te stellen met betrekking tot een bepaalde wijze van afdoening van op zichzelf niet ernstige gedragingen in het verkeer. Dit laatste moet in de hoogte van de op te leggen sanctie tot uitdrukking worden gebracht. Daarom is bepaald dat het bedrag niet meer kan zijn dan vijfhonderd gulden per gedraging. De administratieve sanctie tot dit bedrag is de enige sanctie die dit wetsvoorstel toelaat.”

Uitgangspunt bij de vaststelling van de hoogte van het sanctiebedrag is dat sanctie in overeenstemming is met de ernst van de gedraging. Latere toetsing door de rechter van de opgelegde sanctie betreft daarom in beginsel niet de hoogte van de sanctie.

Bij wijziging van de hoogte van het sanctiebedrag kan de rechter wel toetsen of de hoogte van de sanctie in overeenstemming is met de in artikel 2 van de Wahv geformuleerde uitgangspunten. Deze zijn: een sanctie die gerelateerd is aan de ernst van de gedraging.

2 Het Tarievenhuis

Tot 2006 vond aanpassing van het sanctiebedrag plaats door indexering van dit bedrag met het consumentenprijsindexcijfer.

Bij besluit van 8 oktober 2005, Staatsblad 2005, nr, 555, is een nieuwe systematiek voor de afstemming van de hoogte van de boete op de gedraging ingevoerd. De Nota van toelichting bij dit besluit licht dit als volgt toe:

“De tarieven worden in de regel tweejaarlijks herzien door het toepassen van een indexering naar aanleiding van de consumentenprijsindex alle huishoudens en worden vastgesteld bij wijziging van de onderhavige AMvB. Om de samenhang en het evenwicht tussen aan gedragingen gekoppelde tarieven te vergroten is eenmalig van deze indexering afgezien en zijn de tarieven vastgesteld met behulp van het zogenoemde Tarievenhuis. Het Tarievenhuis bevat een beoordelingskader waarmee de aan gedragingen gekoppelde tarieven op een eenvoudige en uniforme wijze door middel van een aantal criteria kunnen worden vastgesteld. (…)

Het vaststellen van de bedragen bij het toekennen van nieuwe feitcodes geschiedt tot dusver door onder meer vergelijking met soortgelijke feiten en niet aan de hand van een vast kader. Hierdoor kon niet altijd eenduidig worden gemotiveerd op welke wijze de hoogte van een sanctie- of boetebedrag tot stand was gekomen, terwijl bleek dat de wens daartoe bij burgers, kamerleden, politie en OM wel aanwezig was. Door het ontwerpen van een kader, wordt aan deze wens tegemoet gekomen. Bovendien wordt het door de beoordelingskaders mogelijk gemaakt om de samenhang en het evenwicht van sanctie- en boetebedragen bij vergelijkbare feiten te vergroten. (…)”

Uit deze toelichting wordt duidelijk dat de Minister als uitgangspunt voor de vaststelling van de hoogte van de sanctie een tweetal criteria hanteert:

- een periodieke aanpassing van de boetebedragen aan de consumentenprijsindex;

- een afstemming van het boetebedrag aan de hand van de ernst van de gedraging in vergelijking met soortgelijke feiten.

Beide criteria van vaststelling van de hoogte van de administratieve sanctie vinden hun wettelijke grondslag – en passen in – het bepaalde in artikel 2 van de Wahv.

3 De ontwikkeling van de hoogte van de sanctie

Sinds 2005 zijn de sanctiebedragen als volgt aangepast.

ingaande

Percentage volgens AMvB

Cumulatief

2006 = 100

Percentage consumentenprijsindex

Cumulatief

2006 = 100

1-1-20062

100

100

1-4-20083

20

120

3,1

103,1

1-1-20104

3

123,6

3

106,1

1-1-20115

15

142,1

1-1-20126

19,7

170,1

4,7

111,1

1-1-20137

2

173,5

2

113,4

1-1-20148

2,8

178,4

2,8

116,5

1-1-20159

0,8

179,8

0,8

117,5

Uit dit overzicht blijkt dat in de jaren 2010, 2013, 2014 en 2015 de boetebedragen zijn verhoogd met de consumentenprijsindex. Gelet op wat hierboven daarover is gezegd behoeft de verhoging van deze bedragen niet verder te worden besproken.

In de jaren 2008, 2011 en 2012 zijn de bedragen echter verhoogd met een percentage dat deze consumentenprijsindex ruim te boven gaat. Onderzocht moet worden of deze verhoging past binnen het kader van artikel 2 van de Wahv. Het criterium daarbij is met name of de sanctie in overeenstemming is met de ernst van de gedraging.

4 Verhoging in 2008

Bij Besluit van 9 februari 2008 zijn de boetebedragen met ingang van 1 april 2008 met ongeveer 20% verhoogd.

Het ontwerp van dit Besluit is ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. Deze heeft in zijn advies W03.07.0480/II hierover als volgt geadviseerd:

“Uit de toelichting bij het ontwerpbesluit blijkt dat de hoogte van de boetes voor verkeersovertredingen stijgt met ongeveer 20%. (…) Ter motivering van deze algehele verhoging wordt verwezen naar de taakstelling opgenomen in het coalitieakkoord. Naar het oordeel van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT