Uitspraak Nº 3933418 \ CV EXPL 15-2369. Rechtbank Limburg, 2017-03-15

ECLIECLI:NL:RBLIM:2017:2320
Date15 Marzo 2017
Docket Number3933418 \ CV EXPL 15-2369
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 3933418 \ CV EXPL 15-2369

Vonnis van de kantonrechter van 15 maart 2017

in de zaak van:

A.J.G. BISSCHEROUX, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de COÖPERATIE MAESTRICHT PROFESSIONALS U.A.

h.o.d.n. P3 RUIMTE AAN MENSEN,

kantoorhoudende te Kerkrade,

eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,

gemachtigde mr. A.J.G. Bisscheroux,

tegen:

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

wonend te [woonplaats] ,

gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,

procederende in persoon.

Partijen zullen hierna Curator of P3 en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

 de dagvaarding;

 de conclusie van antwoord in conventie en van eis in (voorwaardelijke) reconventie;

 de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;

 de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;

 de conclusie van dupliek in reconventie;

 de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald;

 de akte overlegging producties zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;

 de akte overlegging producties zijdens Curator;

 het proces-verbaal van comparitie van 30 oktober 2015;

 de conclusie na comparitie in conventie en reconventie en de akte tot voorwaardelijke wijziging van eis;

 de conclusie van antwoord na comparitie in conventie en reconventie en antwoordakte tot voorwaardelijke wijziging van eis;

 het verhandelde ter comparitie van 15 februari 2017.

1.2.

Partijen hebben vervolgens om vonnis verzocht.

2. De feiten

2.1.

P3 is in staat van faillissement verklaard met benoeming van Curator als curator bij arrest van het Hof den Bosch van 26 juni 2014.

2.2.

Binnen P3 wordt vanaf eind 2011 een franchiseformule voor (mentale) trainingsbureaus gedreven door de heren [medewerker P3 1] , [medewerker P3 2] en [medewerker P3 3] . Zij gaan vanaf eind 2011 op zoek naar franchisenemers die onder de vlag van P3 een trainingsbureau willen starten.

2.3.

Aan aspirant-franchisenemers wordt door P3 een informatiepakket ter beschikking gesteld met daarin een rekenmodel en een model-ondernemingsplan. Onderdeel van het rekenmodel vormt een rekenvoorbeeld met een omzetprognose voor de eerste vijf jaren. Uitgaande van een realistisch scenario wordt daarin voor het eerste jaar voor een willekeurige franchisenemer een omzet geprognosticeerd van € 80.000,00.

2.4.

Door invulling van enkele gegevens in het bijbehorende rekenmodel kan een aspirant-franchisenemer tevens zijn persoonlijke omzetprognose berekenen voor de komende vijf jaren. Uit het ingevulde rekenmodel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] volgt een persoonlijke omzetprognose van € 88.000,00 in het eerste jaar.

2.5.

Tussen P3 als franchisegever en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , althans zijn eenmanszaak [naam eenmanszaak] , als franchisenemer is vervolgens op 14 december 2011 een franchiseovereenkomst voor de duur van 5 jaar overeengekomen. Bij deze franchiseovereenkomst hoort een

– geparafeerde – bijlage (hierna: Bijlage) met daarin bepalingen aangaande financiële verplichtingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] jegens P3 (artikel 2) en bepalingen aangaande de verplichtingen van P3 jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (artikel 3).

2.6.

Op basis van artikel 2 van de Bijlage is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht om aan P3 te voldoen:

 een entreefee van € 5.000,00 vóór ondertekening van de overeenkomst;

 een opleidingsfee van € 1.500,00 na ommekomst van een betalingstermijn van 14 dagen in een factuur, verzonden direct na aanvang van de overeenkomst;

 een omzetfee van een percentage over de jaarlijks te behalen omzet, te betalen per kwartaal achteraf. Het afdrachtpercentage bedraagt in het eerste jaar 23% over de behaalde omzet van minimaal € 80.000,00 (dus minimaal € 4.600,00 exclusief btw per kwartaal).

In artikel 16.4 van de franchiseovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat bij overschrijding van een betalingstermijn [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zonder ingebrekestelling in verzuim is en een contractuele rente van 1% per maand verschuldigd is. Verder zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de kosten betaalt die door P3 (mede) ten behoeve van zijn onderneming zijn gemaakt, zoals promotiekosten of beursdeelname.

2.7.

Op basis van artikel 3 van de Bijlage verplicht P3 zich om – onder meer – aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter beschikking te stellen:

 eigen opleidingslocaties van P3 verspreid over Nederland;

 de beschikking over een salescoach en marketingcoach;

 leadgeneratie: een eigen telefonisch acquisitieteam dat zorgt voor het genereren van gekwalificeerde afspraken; en

 een uitgebreid opleidings- en inwerkprogramma bij de start (minimaal tien dagen in het eerste jaar, waarvan vijf direct bij aanvang).

2.8.

In de periode 9 december 2011 tot en met 25 mei 2012 gaat P3, behalve met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ook een franchiseovereenkomst aan met nog 9 andere franchisenemers. Ook aan deze franchisenemers wordt voorafgaand het rekenmodel met omzetprognose en een model-ondernemingsplan verstrekt. Bij in ieder geval 7 van deze franchisenemers volgt uit het ingevulde persoonlijke rekenmodel een omzetprognose van € 88.000,00 of hoger in het eerste jaar.

2.9.

P3 heeft aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toegezonden:

 op 1 januari 2012, een factuur aangaande entreefee van € 5.950,00;

 op 1 januari 2012, een factuur aangaande opleidingsfee van € 1.785,00;

 facturen aangaande omzetfee Q1, Q2 en Q3 van in totaal € 16.422,00;

 op 5 september 2012, een factuur aangaande beursdeelname van € 1.0011,50.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op de factuur aangaande omzetfee Q1 een deelbetaling van € 300,00 gedaan. De overige facturen heeft hij onbetaald gelaten.

3 Het geschil

In conventie

3.1.

Curator vordert na aanvulling en wijziging van de eis – samengevat – veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, van:

 een bedrag van € 23.500,00, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, ter zake (een deel van) de op grond van de franchiseovereenkomst verschuldigde fees;

 een bedrag van € 1.000,00, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, ter zake (een deel van) de op grond van de franchiseovereenkomst verschuldigde contractuele rente;

 een bedrag van € 500,00, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag, ter zake (een deel van) de op grond van de franchiseovereenkomst verschuldigd bedrag voor gemaakte redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;

 waarbij de som van de vorderingen inclusief de rente tot aan de dag van betekening van de dagvaarding het bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaat en dat Curator van het meerdere afstand doet, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten en nakosten en de wettelijke rente over die kosten vanaf 14 dagen na betekening.

3.2.

Voor zover de franchiseovereenkomst wordt vernietigd, vordert Curator (voorwaardelijk) van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaling van € 11.400,00, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag.

3.3.

Curator legt aan zijn vorderingen onder r.o. 3.1 ten grondslag de tussen P3 en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesloten franchiseovereenkomst, waarvan hij nakoming vordert tot aan de dag van ontbinding (zijnde de dag van betekening van de dagvaarding). Aan de vordering onder r.o. 3.2 legt Curator ten grondslag dat er redelijkerwijs aanleiding is om de gevolgen van een vernietiging te wijzigen dan wel in plaats van tot vernietiging, tot opheffing van nadeel over te gaan, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is verrijkt doordat P3 reeds prestaties heeft uitgevoerd.

3.4.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] concludeert tot afwijzing van de vorderingen en verweert zich primair middels een beroep op dwaling, uit hoofde waarvan hij vernietiging van de franchiseovereenkomst vordert. Subsidiair verweert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich met de stelling dat P3 tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen, op grond waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de nakoming van de franchiseovereenkomst heeft opgeschort.

In reconventie

3.5.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert – samengevat – in (voorwaardelijke) reconventie:

 primair (a) te verklaren voor recht dat de franchiseovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten; en (b) vernietiging van de franchiseovereenkomst;

 subsidiair (a) te verklaren voor recht dat P3 toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de franchiseovereenkomst, (b) deze overeenkomst te ontbinden, en (c) P3 te veroordelen tot vergoeding van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden schade bestaande uit de verzonden facturen of de op geld waardeerbare ongedaanmakingsverbintenis;

 met veroordeling van Curator in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente over die kosten vanaf 14 dagen na betekening.

3.6.

Curator concludeert primair tot de niet-ontvankelijk verklaring van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn vorderingen in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT