Uitspraak Nº 4362961 / 15-9037. Rechtbank Oost-Brabant, 2016-04-21

ECLIECLI:NL:RBOBR:2016:1932
Date21 Abril 2016
Docket Number4362961 / 15-9037
RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats Eindhoven

Zaaknummer : 4362961

Rolnummer : 15-9037

Uitspraak : 21 april 2016

in de zaak van:

1 de besloten vennootschap [C.] Constructie en Stalinrichtingen B.V.,

2. de besloten vennootschap [C.] Agri B.V.,

beiden gevestigd te [plaats] ,

eisende partij in conventie,

verwerende partij in reconventie,

gemachtigde: Lysias Juristen te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo,

t e g e n

1 de maatschap [de maatschap v. R] ,

gevestigd te [plaats] ,

2. [mevrouw Van R.],

wonende te [plaats] ,

3. [de heer Van R.],

wonende te [plaats] ,

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie

gemachtigde: mr. C. van Schaik, advocaat te Zwolle.

Partijen zullen hierna gezamenlijk, in vrouwelijk enkelvoud, “ [C.] ” en “ [Van R.] ” worden genoemd. Waar nodig zullen partijen afzonderlijk worden aangeduid als “ [C.] Constructie”, “ [C.] Agri” en “ [de maatschap v. R] ”.

1 Het verdere verloop van het geding
1.1.

Dit blijkt uit het volgende:

  • -

    het tussenvonnis van 26 november 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie (met producties);

  • -

    de akte tot wijziging en vermeerdering van eis in reconventie (met producties);

  • -

    de comparitie na antwoord (hierna: de zitting), gehouden op 17 maart 2016, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

1.2.

Tot slot is opnieuw vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende

weersproken en/of op grond van de onbestreden inhoud van overgelegde producties het volgende vast.

2.2.

[C.] – meer specifiek [C.] Agri – exploiteert een service- en toeleveringsbedrijf. [C.] is dealer van melksystemen van [D.] .

2.3.

[Van R.] exploiteert een melkveehouderijbedrijf. In 2010 is het bedrijf verhuisd naar de huidige locatie te [plaats] .

2.4.

[Van R.] heeft medio 2009 drie [D.] melkrobots (VrijwilligMelk-Systeem, hierna incidenteel aangeduid als: VMS) gekocht van [C.] Agri. De melkrobots zijn in gebruik genomen op 12 oktober 2010.

2.5.

Het opleveringsformulier is op 7 februari 2011 ondertekend door/namens [D.] , [C.] Agri en [Van R.] . Op dit formulier hebben de klant en de installateur, onder meer en voor zover thans relevant, verklaard dat de aarding en elektriciteit door een erkend installatiebedrijf werden verzorgd.

2.6.

Tussen [D.] en [de maatschap v. R] is, met betrekking tot de drie aangekochte melkrobots, een serviceovereenkomst type B/787 tot stand gekomen, waarvan de bijlagen met nummer 1 tot en met 5 (pagina 6 tot en met 12) onderdeel uitmaken. De overeenkomst is op 2 augustus 2010 namens [D.] ondertekend en op 30 maart 2011 namens [de maatschap v. R] . Op deze serviceovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van [D.] van toepassing verklaard.

2.7.

Bij brief van 30 november 2011 heeft [D.] aan [Van R.] geschreven ervoor gekozen te hebben om het VMS in 2012 volledig bij de lokale dealer onder te brengen en voorts:

Naast de uitvoerende service verantwoordelijkheid zal met ingang van 1 januari 2012 ook het beheer, de verantwoordelijkheid en de facturering van de VMS servicecontracten overgedragen worden aan [D.] dealer in uw regio. (…)

Wilt u reageren op deze overdracht van VMS service contracten, dan verzoeken wij u contact op te nemen met

[C.] Agri BV te [plaats] (…)”

2.8.

[Van R.] heeft de ter zake van door [C.] geleverde materialen en verrichte werkzaamheden gestuurde facturen, mede uit hoofde van de gesloten servicecontracten, vanaf 17 juni 2014 onbetaald gelaten.

2.9.

Vanaf 29 oktober 2014 zijn de melkrobots door [Van R.] niet meer gebruikt.

2.10.

[C.] heeft omstreeks eind oktober 2014 het servicecontract met [Van R.] coulancehalve beëindigd.

2.11.

Bij schriftelijke aanmaning van 6 februari 2015 is [Van R.] door [C.] in gebreke gesteld, waarbij een termijn voor nakoming van haar betalingsverplichtingen van vijf werkdagen is gegeven.

2.12.

Bij brief van 12 februari 2015 is namens [Van R.] om uitstel van betaling verzocht.

2.13.

Bij brief van 6 maart 2015 is namens [Van R.] aan [C.] geschreven:

“(…) Uitstel

Namens [de maatschap v. R] verzoek ik u om uitstel. De reden hiervoor is dat ik op dit moment nog niet beschik over alle relevante informatie. Wij zijn de zaak aan het behandelen en een geschil wat als drie jaar lang speelt, is niet binnen een maand geregeld. De geleverde machine door uw cliënt vertoont al lange tijd gebreken. De machines staan sinds oktober 2014 stil. De gebreken zijn wij nu aan het inventariseren.

Opschortingsrecht

Zolang u uw verplichtingen uit de overeenkomst niet volledig en deugdelijk bent nagekomen, doet [de maatschap v. R] een beroep op haar opschortingsrecht. Het resterende bedrag van de factuur betaalt [de maatschap v. R] niet. (…)”

2.14.

Op 12 maart 2015 en op 16 maart 2015 is namens [Van R.] aan [C.] een e-mail respectievelijk een brief gestuurd met de volgende inhoud:

“(…) Nakoming overeenkomst

[de maatschap v. R] heeft vastgesteld dat u toerekenbaar tekort bent geschoten in de nakoming van uw verplichtingen. Het machines functioneren niet goed. Namens [de maatschap v. R] verzoek ik u alsnog binnen vijf dagen na dagtekening aan te geven dat u de overeenkomst alsnog deugdelijk nakomt en wat u wilt ondernemen.

Toelichting

Het apparaat is vier en half jaar geleden gekocht. Na een half jaar vertoonde de machine al gebreken. De koeien worden namelijk niet leeg gemolken. Dat hebben diverse experts geconcludeerd. Cliënt heeft dat ook vele malen aan u aangegeven. Zolang het apparaat niet levert dat wat er gekocht is, stel ik u in gebreke. Voor de volledigheid voegen wij het rapport van de heer [de heer G.] , ter onderstreping van geconstateerde gebreken, hier nogmaals toe.

Verzuim

Indien u binnen de gestelde termijn van 5 dagen uw verplichtingen nakomt, voorkomt u dat u in verzuim raakt. In geval van verzuim staat het [de maatschap v. R] vrij rechtsmaatregelen te nemen en roep ik bij deze de ontbinding in.

Aansprakelijkheid

Verder houdt cliënt het recht voor om u aansprakelijk te stellen voor de schade die hij ondervindt. Hierbij stel ik u hierbij dan ook aansprakelijk voor alle schade en toekomstige schade.

Opschorting

Zolang u uw verplichtingen uit de overeenkomst niet volledig en deugdelijk bent nagekomen, doet [de maatschap v. R] een beroep op haar opschortingsrecht. Het resterende bedrag van de factuur betaalt [de maatschap v. R] niet. Als u uw verplichtingen uit de overeenkomst nakomt dat wil zeggen dat de machines naar behoren werken, maakt [de maatschap v. R] het bedrag aan u over. (…)”

2.15.

[C.] heeft op 14 april 2015 kennisgenomen van het rapport van de heer [de heer G.] , waaraan in de brief van 16 maart 2015 door [Van R.] wordt gerefereerd.

2.16.

Op of omstreeks 5 juni 2015 constateerde [C.] dat [Van R.] op het dak van zijn stal de volgende tekst had aangebracht:

“Koeien niet meer leeggemolken! Boer wel. [D.] en [C.] [plaats] bedankt…”

2.17.

Bij kort geding van 12 augustus 2015, aanhangig gemaakt door [D.] Zweden en [D.] en aangespannen tegen [Van R.] , is door partijen een gedeeltelijke schikking getroffen, onder meer inhoudende de verwijdering van de tekst op het dak en de toezegging van [D.] om de melkrobots tegen een redelijke prijs van [Van R.] te kopen.

2.18.

Op of omstreeks 13 augustus 2015 heeft [Van R.] de tekst van zijn dak verwijderd.

2.19.

[Van R.] is met [D.] Zweden en [D.] overeengekomen dat zij de drie melkrobots (terug)kopen voor een koopprijs van € 125.000,00.

3 Het geschil in conventie
3.1.

In hoofdlijnen weergegeven vordert [C.] :

I. [Van R.] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 15.133,70;

II. [Van R.] te veroordelen om de op de stal aangebrachte tekst te verwijderen en verwijderd te houden;

III. [Van R.] te gebieden zich met onmiddellijke ingang te onthouden van het doen van misleidende, onjuiste en/of ongefundeerde mededelingen over [C.] en/of haar producten;

IV. [Van R.] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom, indien zij handelt in strijd met het onder III. vermelde verbod en/of in gebreke blijft met de onder II. genoemde veroordeling;

V. Te verklaren voor recht dat [Van R.] onrechtmatig jegens [C.] handelen c.q. heeft gehandeld door de onder II. bedoelde tekst op het dak van hun stal te plaatsen en dat zij jegens [C.] aansprakelijk is voor de schade die [C.] daardoor heeft geleden en zal lijden,

te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.

3.2.

[C.] legt daaraan ten grondslag, in het licht van de hiervoor weergegeven feiten en zakelijk weergegeven, dat in opdracht en voor rekening van [Van R.] diverse materialen zijn geleverd en werkzaamheden zijn verricht, onder andere uit hoofde van de gesloten serviceovereenkomst. Ondanks aanmaning(en) is [Van R.] in gebreke gebleven met betaling van de facturen vanaf 17 juni 2014. Omdat toezeggingen tot betaling niet werden nagekomen, heeft [C.] haar vordering ter incasso uit handen gegeven. [C.] maakt op grond van de wet aanspraak op vergoeding van de kosten daarvan, zijnde € 926,34 en vordert tevens de wettelijke handelsrente vanaf (primair) de vervaldata van de facturen.

[Van R.] heeft met het plaatsen van de tekst onrechtmatig jegens [C.] gehandeld, zodat [Van R.] gehouden is – naast het verwijderen en verwijderd houden van de tekst – de schade die [C.] hierdoor heeft geleden en lijdt te vergoeden.

3.3.

[Van R.] erkent dat [C.] uit hoofde van de serviceovereenkomst werkzaamheden voor haar heeft verricht, maar betwist...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT