Uitspraak Nº 4667470 \ CV EXPL 15-9833. Rechtbank Noord-Nederland, 2017-09-12

ECLIECLI:NL:RBNNE:2017:3505
Docket Number4667470 \ CV EXPL 15-9833
Date12 Septiembre 2017
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht

Locatie Assen

zaak-/rolnummer: 4667470 \ CV EXPL 15-9833

vonnis van de kantonrechter van 12 september 2017

in de zaak van

[eiser] ,

hierna te noemen: [eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eisende partij,

gemachtigde: Florijn Incasso,

tegen

[gedaagde] ,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

wonende te [adres] , [woonplaats] ,

gedaagde partij,

gemachtigde: Stichting Univé Rechtshulp.

De procedure
1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 20 september 2016, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd.

1.2

Ter uitvoering van dit tussenvonnis is op 6 februari 2017 een comparitie van partijen gehouden. Daarvan heeft de griffier aantekeningen bijgehouden. Ter voorbereiding op de comparitie heeft [eiser] een opleverrapport van de [makelaar] van 6 januari 2015 overgelegd.

1.3

Vervolgens hebben partijen nog de volgende stukken ingediend:

- een brief met bijlagen van 24 februari 2017, tevens inhoudende een wijziging van eis, van de zijde van [eiser] ;

- een akte uitlating ter rolle van 2 mei 2017, van de zijde van [gedaagde] .

1.4

Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat hij vonnis zal wijzen. De datum daarvoor is nader vastgesteld op vandaag.

De vaststaande feiten
2.1

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.

2.2

Bij overeenkomst van 20 december 2012 heeft [eiser] aan [gedaagde] verhuurd een woonruimte staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Het gehuurde betreft een vrijstaand bijgebouw van een verbouwde boerderij, welke laatste door [eiser] wordt bewoond. Het gehuurde werd gestoffeerd, gemeubileerd en met inventaris verhuurd. De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van achttien maanden van 1 januari 2013 tot en met 1 juli 2014. De huurprijs was € 700,00 aan kale huur, € 50,00 aan vergoeding voor het gebruik van de meubels en de inventaris en € 150,00 als voorschot op de gas-, water- en elektriciteitskosten en overige voorzieningen zoals internetkosten. [gedaagde] heeft bij aanvang van de huur € 750,00 borg betaald. Op de overeenkomst zijn van toepassing verklaard de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte. Er is bij het begin van de huur geen beschrijving van het gehuurde opgemaakt.

2.3

Met het oog op het verkrijgen van huursubsidie hebben partijen ten behoeve van de belastingdienst in juli 2014 een nieuw huurcontract opgesteld. De nieuwe huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015. Als huurprijs is vermeld € 625,00 aan kale huur en een vergoeding van € 177,00 als voorschot op de gas-, water- en elektriciteitskosten. De borg is aangevuld tot € 800,00.

2.4

Wegens de onderling verslechterde verhoudingen hebben partijen, na aanvankelijke opzegging door [eiser] , in overleg de huurovereenkomst beëindigd per 31 december 2014. Bij e-mail van 5 december 2014 laat [gedaagde] aan [eiser] weten dat zij de borg van

€ 800,00 in mindering brengt op de huur van december 2014 vanwege het gebrek aan vertrouwen. [gedaagde] heeft op 20 december 2014 de sleutels bij [eiser] achtergelaten.

2.5

In een e-mail van 23 december 2014 schrijft [eiser] aan [gedaagde] , voor zover hier van belang:"(…) Enige weken geleden heb ik u gevraagd wanneer in de week na 22 december, de datum die u opgaf als het tijdstip waarop u het pand op zou leveren, u samen met mij de contractueel verplichte inspectie-ronde zou kunnen maken (zie Algemene Bepalingen). Op dat verzoek hebt u niet geantwoord. Indien u meent geen gevolg aan mijn verzoek te moeten geven zal ik een makelaar vragen mij bij die inspectie te vergezellen zodat de makelaar bij het constateren van eventuele beschadigingen door mij deze kan bevestigen. (…) ".

In een e-mail van 29 december 2014 schrijft [gedaagde] aan [eiser] , voor zover hier van belang:"(…) Maar dat je mij de toegang ontzegt tot de verhuisdozen zodat ik kon inpakken en ik moest dreigen met de politie te bellen voordat je opendeed, was voor mij de druppel. Geen grond om samen het huis door te lopen. ik voel mij bedreigt. Ik heb daarop de politie gebeld en ook het juridisch loket gesproken om de situatie door te nemen en aangegeven dat ik niet samen het huis met jou wil doorlopen (…).". Een gezamenlijke oplevering heeft niet plaatsgevonden.

2.6

Bij aangetekende brief van 15 januari 2015 sommeert [eiser] [gedaagde] de achterstallige huur over december 2014 ad € 800,00 te voldoen. Bij e-mail van 27 februari 2015 (productie 3 dagvaarding) stelt [eiser] [gedaagde] op de hoogte van een groot aantal gebreken die hij stelt in het gehuurde te hebben aangetroffen.

2.7

Bij aangetekende brief van 28 februari 2015 stuurt [eiser] de jaarafrekening 2014 aan [gedaagde] . [eiser] verzoekt [gedaagde] het negatieve saldo van € 1.734,91 per omgaande aan [eiser] over te maken.

2.8

Bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT