Uitspraak Nº 4763794 AZ VERZ 16-7. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2016-03-30

ECLIECLI:NL:RBZWB:2016:1838
Date30 Marzo 2016
Docket Number4763794 AZ VERZ 16-7
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton

Tilburg

zaaknummer 4763794 AZ VERZ 16-7

Beschikking van 30 maart 2016 in de zaak van:

[verzoekster] ,

gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,

verzoekende partij,

verder te noemen: [verzoekster] ,

gemachtigde: mr. [naam 1] ,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [adres] ,

verwerende partij,

verder te noemen: [verweerster] ,

gemachtigde: mr. [naam 2] .

1 Het procesverloop
1.1

[verzoekster] heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Het verzoekschrift is op 20 januari 2016 ter griffie ontvangen. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.

1.2

Op 3 maart 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens [verzoekster] zijn verschenen de heer [naam 3] en mevrouw [naam 4] , bijgestaan door hun gemachtigde mr. [naam 1] .

[verweerster] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr. [naam 2] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoekster] bij brief van 26 februari 2016 aanvullende producties toegezonden.

2 De feiten

Tussen partijen staat het volgende vast.

a. [verweerster] , geboren op [geboortedatum] , is op 14 augustus 2000 in dienst getreden bij [verzoekster] althans haar rechtsvoorgangster. De laatste functie die [verweerster] vervulde, is die van MT lid, met een salaris van € 3.715,-- per maand (exclusief vakantiegeld en emolumenten).

b. [verzoekster] heeft ten doel het verbeteren van de professionele hulpverlening op het gebied van acute gezondheidszorg in de breedste zin van het woord door de mogelijkheden te bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan en door zorgprofessionals (medisch, paramedisch en verpleegkundig).

c. Op 21 september 2015 heeft [verzoekster] bij het UWV een ontslagaanvraag op grond van bedrijfseconomische redenen voor 14 werknemers, waaronder [verweerster] , ingediend.

d. Op 28 september 2015 heeft [verzoekster] een ‘Aanvraag verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding’ bij het UWV ingediend, aangevuld met een brief van dezelfde datum van de heer [naam 5] , accountant, waarin hij onder meer aan [verzoekster] heeft bericht: “In de afgelopen jaren is als verdeelsleutel het aantal cursisten gehanteerd. In 2014 is gebruik gemaakt van dit artikel en is het eigen vermogen van Stichting [verzoekster] aangevuld. Als deze bijzondere aanvulling in 2014 buiten beschouwing wordt gelaten, heeft de stichting zowel in 2013 als in 2014 een negatief resultaat behaald van € 25.000,-- respectievelijk
€ 87.000,--. Het eigen vermogen ultimo 2014 zou zonder deze aanvulling negatief € 209.206 hebben bedragen.

e. Bij besluit van 17 november 2015 heeft het UWV ten aanzien van de aangevraagde ‘Verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding’ overwogen:

Aan welke voorwaarden moet u voldoen?

U moet aan deze voorwaarden voldoen:

- U bent een kleine werkgever

U voldoet in 2015 aan deze voorwaarde omdat u van 1 juli 2014 tot en met 31

december 2014 gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst had;

- Uw onderneming heeft een negatief nettoresultaat over de drie boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst van de werknemers eindigt of niet wordt voortgezet. U voldoet in 2015 niet aan deze voorwaarde omdat u eigen vermogen eind 2014 licht positief is;

- De waarde van de vlottende activa van uw onderneming is kleiner dan de schulden met een resterende looptijd van hooguit een jaar. Dit is gemeten aan het einde van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst van de werknemer(s) eindigt of niet wordt voortgezet. U voldoet in 2015 aan deze voorwaarde. (…).

f. Bij besluit van 20 november 2015 heeft het UWV geweigerd om toestemming te verlenen voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] .

Daartoe heeft zij onder ‘Beoordeling’ overwogen:

Uw aanvraag is gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. Uit de door u aangeleverde stukken en de jaarrekeningen over 2013 en 2014 en de prognose, blijkt dat de financiële situatie van de onderneming slechter wordt. Over 2015 verwacht u een negatief bedrijfsresultaat en u verwacht ook dat het eigen vermogen over 2015 negatief zal zijn. U heeft aangegeven dit voor u de aanleiding was om de structuur van de organisatie te wijzigen. Dit leidt tot verval van arbeidsplaatsen. Gezien de financiële cijfers vinden wij dat u voldoende aannemelijk hebt gemaakt dat de financiële situatie vraagt om aanpassingen in de organisatie. Dit ondanks de vraagtekens die werknemer plaatst bij de verschillende onderdelen van de ontslagaanvraag. Het wordt redelijk geacht dat u tijdig en proactief maatregelen treft teneinde te voorkomen dat de bedrijfsresultaten nog slechter worden, danwel om een positieve wending te geven aan een negatieve tendens.

Verval van arbeidsplaatsen

Voor de werkgever moet ruimte zijn om beslissingen te kunnen nemen die noodzakelijk zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering. Wij toetsen deze beslissingen daarom met een zekere mate van terughoudendheid. Wel beoordelen wij of de werkgever zich kan verantwoorden voor zijn beslissingen. Aan de hand van de door de werkgever aangevoerde informatie toetsen wij of dit zijn beslissingen voldoende ondersteunt.

Uit de door u overgelegde stukken blijkt dat het aantal arbeidsplaatsen afneemt van 9,3 naar 5,5, fte. U heeft aangegeven dat zes werknemers herplaatst kunnen worden. Door de beoogde herplaatsing heeft u nog niet alle vacatures opgevuld. U stelt ook de andere werknemers in de gelegenheid zijn om te solliciteren.

Ontslagvolgorde

De Ontslagregeling bepaalt dat werknemers volgens het afspiegelingsbeginsel voor ontslag in aanmerking moeten worden gebracht. Alle functies in de functiegroep waartoe werknemer behoort, vervallen waardoor afspiegeling niet aan de orde is. U heeft aannemelijk gemaakt dat er geen andere uitwisselbare functies voorhanden zijn.

Herplaatsing

Er is geen redelijke grond voor ontslag als de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, herplaatst kan worden binnen de onderneming of de groep. Van een werkgever mag daarom verwacht worden dat hij zich inspant om een werknemer van wie de arbeidsplaats vervalt te herplaatsen.

Uit de stukken blijkt dat werknemer vindt herplaatsbaar te zijn in verschillende functies waarvoor ook nog vacatures zijn. Tussen u en werknemer bestaat verschil van mening over de vraag of er passende functies zijn waarvoor werknemer herplaatsbaar is. U beargumenteert de door u gemaakte herplaatsingskeuzes met op de werknemers toegespitste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT