Uitspraak Nº 5215398 CV EXPL 16-6464 (hoofdzaak), 5477621 CV EXPL 16-9563 (vrijwaringszaak). Rechtbank Limburg, 2017-07-12

ECLIECLI:NL:RBLIM:2017:7974
Date12 Julio 2017
Docket Number5215398 CV EXPL 16-6464 (hoofdzaak), 5477621 CV EXPL 16-9563 (vrijwaringszaak)
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummers: 5215398 CV EXPL 16-6464 (hoofdzaak)

5477621 CV EXPL 16-9563 (vrijwaringszaak)

Vonnis van de kantonrechter van 12 juli 2017

in de hoofdzaak

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BMW FINANCIAL SERVICES B.V., handelend onder de naam ALPHERA FINANCIAL SERVICES (hierna te noemen: Alphera),

gevestigd te Rijswijk,

eisende partij in de hoofdzaak, verweerster in het incident,

gemachtigde mr. drs. P.J.M. Veuger,

tegen:

[gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] , handelend onder de naam [handelsnaam] (hierna te noemen: [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] ),

wonend te [woonplaats] ,

gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident,

gemachtigde mr. R.W.J.L. Loonen,

in de vrijwaringszaak

[eiser in de vrijwaringszaak] ,

eisende partij in de vrijwaringszaak,

gemachtigde mr. R.W.J.L. Loonen,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

meer speciaal HET MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE (hierna: de Staat),

zetelend te ’s-Gravenhage,

gedaagde partij in de vrijwaringszaak,

gemachtigde mr. B. Bos.

1 De procedure

in de hoofdzaak

1.1.

Het verloop van de procedure na het vonnis in incident van 12 oktober 2016, waarbij [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] is toegestaan de Staat in vrijwaring op te roepen, blijkt uit:

  • -

    de conclusie van antwoord

  • -

    de conclusie van repliek

  • -

    de conclusie van dupliek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

in de vrijwaringszaak

1.3.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord

  • -

    de conclusie van repliek

  • -

    de conclusie van dupliek

  • -

    de akte uitlaten productie van Ummels.

1.4.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak

2.1.

[gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] heeft in juni 2015 een huurkoopovereenkomst gesloten met Alphera ter zake een Ford F150 Pick Up, kenteken [kenteken] (hierna: het voertuig). Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing.

2.1.1.

In de voorwaarden die volgens Alphera van toepassing zijn staat onder meer het volgende:

5 Betaling

(…)

5.6.

Als u niet of niet op tijd een betalingsverplichting bent nagekomen, heeft Kredietaanbieder het recht de vordering uit handen te geven aan onder meer een incassobureau. Alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten die hieruit voortkomen zijn voor uw rekening. (…). De buitengerechtelijke incassokosten zijn in ieder geval 15% van het door u verschuldigde bedrag, met een minimum van EUR 225,- per keer.

(…)

8 Opeisbaarheid, Ontbinding
8.1.

In bepaalde gevallen heeft Kredietaanbieder het recht om de Overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen en het hele verschuldigde bedrag vervroegd op te eisen, alsmede het Voertuig in te nemen. Dit betekent dat u het totale aan Kredietaanbieder verschuldigde bedrag, eventuele rente en eventuele kosten en vergoeding voor schade in één keer aan Kredietaanbieder moet terugbetalen. Kredietaanbieder heeft dit recht, voor zover nodig na ingebrekestelling en zonder tussenkomst van een rechter, in de volgende gevallen:

(…)

b. Als (…) er beslag wordt gelegd op het Voertuig, (…), het voertuig door politie of justitie in beslag wordt genomen (…).

(…)’

2.1.2.

In de algemene voorwaarden die volgens [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] van toepassing zijn staat onder meer het volgende:

3. Betaling

(…)

3.5.

Cliënt is bij niet of niet tijdige voldoening van enige betalingsverplichting gehouden tot betaling van alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten (…). Of daartoe aanleiding bestaat is geheel ter beoordeling van Kredietaanbieder. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen in ieder geval 15%

3.6.

van het door Cliënt verschuldigde bedrag, met een minimum van EUR 225,00 per geval.

(…)

4 Opeisbaarheid

Het totaal van het door Cliënt aan Kredietaanbieder verschuldigde bedrag is terstond in zijn geheel opeisbaar en Kredietaanbieder is bovendien zonder nadere ingebrekestelling bevoegd de Overeenkomst, (…), te ontbinden, onverminderd haar aanspraken op vertragingsrente, boete en kosten, alsmede vergoeding van eventuele verdere schade, indien:

(…)

b. (…) er beslag op het Object wordt gelegd, het Object door politie of justitie in beslag wordt genomen (…)’

2.2.

De kentekenregistratie van de auto was opgenomen in het RTL-register, dat auto’s in eigendom van leasemaatschappijen registreert.

2.3.

Het Openbaar Ministerie heeft in 2015 beslag gelegd op het voertuig.

2.4.

Op 9 oktober 2015 heeft de rechter-commissaris een machtiging conservatoir beslag afgegeven.

2.5.

Op 13 oktober 2015 heeft de enkelvoudige raadkamer het klaagschrift ex artikel 552a Sv van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] ten aanzien van het voertuig ongegrond verklaard, omdat die eigendom was van Alphera.

2.6.

Op 14 oktober 2015 heeft Alphera op verzoek van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] bevestigd dat ter zake het voertuig sprake was van een huurkoopovereenkomst.

2.7.

Alphera heeft het Openbaar Ministerie op 25 januari 2016 verzocht het voertuig terug te geven. Dit verzoek werd gehonoreerd, maar teruggave bleek niet mogelijk omdat het voertuig op 12 januari 2016 was verkocht en geleverd aan een derde voor € 21.666,-.

2.8.

Dit bedrag is vermeerderd met rente (€ 21.764,27) op 12 april 2016 overgemaakt aan Alphera.

2.9.

Alphera heeft [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] gesommeerd het restant van de lening en bijkomende kosten minus de overboeking van het Openbaar Ministerie te voldoen. [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident, eiser in vrijwaringszaak] heeft dit, ondanks sommaties, niet gedaan.

3 Het geschil

in de hoofdzaak

3.1.

Alphera vordert dat [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld tot betaling van € 12.813,24 (hoofdsom € 29.479,85, contractuele rente tot 13 april 2016 € 675,68 en buitengerechtelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT