Uitspraak Nº 5418160. Rechtbank Gelderland, 2017-04-28

ECLIECLI:NL:RBGEL:2017:6946
Docket Number5418160
Date28 Abril 2017
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 5418160 \ AZ VERZ 16-52 \ 493 \ 588

uitspraak van 28 april 2017

beschikking

in de zaak van

[verzoekende partij]

wonende te [woonplaats]

gemachtigde mr. J. van de Klashorst

verzoekende partij

en

1 de besloten vennootschap

[verwerende partij sub 1] B.V.

gevestigd te Tiel

gemachtigde mr. R.H.J. Wildenburg

2. de naamloze vennootschap

Achmea Schadeverzekering N.V.

gevestigd te Apeldoorn

gemachtigde mr. R.H.J. Wildenburg

verwerende partijen

Verzoekende partij wordt hierna [verzoekende partij] genoemd. Verwerende partijen worden hierna gezamenlijk [verwerende partij sub 1] c.s. en afzonderlijk [verwerende partij sub 1] en Achmea genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het procesverloop:

- het verzoekschrift met producties is ingekomen op 6 oktober 2016

- het verweerschrift met producties is ingekomen op 11 januari 2017

- de gemachtigde van [verzoekende partij] heeft bij brief van 10 januari 2017 productie 9

toegezonden

- de gemachtigde van [verwerende partij sub 1] c.s. heeft bij brief van 13 februari 2017 productie

5 toegezonden

- de mondelinge behandeling is gehouden op 24 maart 2017. Verschenen zijn de heer

[verzoekende partij] , mr. Van de Klashorst voornoemd en mr. S.C. Fijen, kantoorgenoot,

de heer [werknemer a] , werkzaam als controller/ veiligheidscoördinator bij [verwerende partij sub 1]

, mevrouw [werknemer b] , werkzaam bij Achmea en mr. Wildenburg

voornoemd. De gemachtigde van [verzoekende partij] heeft het standpunt van zijn cliënt aan de hand

van een pleitnotitie uiteengezet.

1.1.

Hierna is beschikking bepaald.

2 De feiten
2.1.

[verwerende partij sub 1] is een bedrijf dat technische installaties verzorgt, met name op het gebied van warmte- en koudetechniek.

2.2.

[verzoekende partij] is op 1 september 2006 in dienst getreden bij [verwerende partij sub 1] als

1e Servicemonteur. In de functieomschrijving staat bij taakomschrijving onder meer:

“Overwegend technische functie, gericht op onderhoud en service van koudetechnische installaties alsmede het opheffen van storingen. Hierbij spelen aspecten van veiligheid en kwaliteit een belangrijke rol.”

2.3.

In het door [verwerende partij sub 1] gehanteerde Handboek Veiligheid staat onder meer:

“9. Persoonlijke bescherming

Bij het verrichten van werkzaamheden dienen alle betrokken medewerkers te worden beschermd. Naast de standaard persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals kleding en schoenen, zullen, afhankelijk van de werkzaamheden, andere P.B.M. ter beschikking worden gesteld (helm, rubberen handschoenen en mat, gelaatsscherm etc.), dan wel door medewerkers worden aangeschaft en vergoed.”

2.4.

In februari 2010 heeft [verwerende partij sub 1] van het Marriott Hotel in Amsterdam de opdracht gekregen om airco-installaties te plaatsen, te installeren en in werking te stellen (het koeltechnisch installeren). De elektrotechnische installatie van de airco’s - het aanbrengen en aansluiten van de elektrische bekabeling in de airco units - heeft het Marriott Hotel uitbesteed aan het Duitse bedrijf MJD GmbH (hierna: MJD).

2.5.

Op 25 februari 2010 is [verzoekende partij] begonnen met zijn werkzaamheden voor

[verwerende partij sub 1] in het Marriott hotel. De airco-installaties waren daarvoor door werknemers van MJD elektrotechnisch geïnstalleerd. De taak van [verzoekende partij] betrof het in werking stellen van de airco-installatie. Hiervoor is vereist dat de airco-installatie enige tijd onder spanning heeft gestaan, zodat de olie die zich in de installatie bevindt, is opgewarmd. Daarom was de airco-installatie de dag daarvoor onder spanning gezet. Bij de aanvang van zijn werkzaamheden aan de airco-installatie heeft [verzoekende partij] een elektrische schok van 380 Volt gekregen (hierna: het ongeval).

2.6.

[verzoekende partij] is ’s middags na het ongeval naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis in zijn woonplaats gegaan. Daar is hij onderzocht, maar daarbij is geen ECG gemaakt. De week daarop heeft [verzoekende partij] gewerkt. Op 9 maart 2017 is hij ’s avonds thuis na het werk onwel geworden. In het ziekenhuis is vervolgens een CT-scan gemaakt en een herseninfarct vastgesteld, met daarbij een onregelmatige hartslag.

2.7.

De voorman van [verwerende partij sub 1] , de heer [naam voorman] , heeft na het ongeval een Risico-/incident meldingsformulier ingevuld op 25 februari 2010 en dit vervolgens op 9 maart 2010 aangevuld. Daarin staat, voor zover hier van belang:

“Omschrijving van de gebeurtenis:

Stroomschok gekregen door een niet goed aangesloten kabel van de werkschakelaar naar de elektroschakelkast. Medewerker is naar huis gegaan, voelde zich toch niet goed en is naar de dokter en vervolgens naar het ziekenhuis. Hart- en nierfunctie zijn onderzocht en goedgekeurd door de artsen.

Anderhalve week later, op dinsdag 9 maart 2010 is [verzoekende partij] thuis onwel geworden en opgenomen in het ziekenhuis. Hij had een TIA (kantonrechter: dit moet een herseninfarct zijn) gehad. Volgens de behandelend arts is het zeer waarschijnlijk dat dit een gevolg is van de stroomschok die [verzoekende partij] heeft opgelopen op 25-2-2010.

(…)

Oorzaak:

Mede-installateur MJD uit Duitsland is verantwoordelijk voor de aansluiting van de elektrokabels. MJD stond onder tijdsdruk en heeft niet gecheckt of kabels goed aangesloten waren. Normaal gesproken sluiten wij als airco-installateur zelf de installatie elektrisch aan. In het kader van de NEN3140 norm is [verzoekende partij] hiertoe bevoegd.

Ons verzuim is geweest goed te checken of de mede-installateur zijn werk goed heeft gedaan. Wij zijn ervan uitgegaan dat de kabels goed aangesloten waren.

(…)

Aanbeveling:

(…) Onder tijdsdruk werken mag geen reden zijn om controles over te slaan.

(…)”.

2.8.

[verwerende partij sub 1] heeft het ongeval gemeld bij haar verzekeraar, Achmea. De letselschaderegelaar mevrouw mr. K.N. Koene van Achmea heeft vervolgens op 19 mei 2010 een toedrachtonderzoek gedaan en daarvan op 31 mei 2010 een rapport opgesteld. Voor dit onderzoek is het dossier bestudeerd en is een bezoek gebracht aan [verwerende partij sub 1] . In het rapport staat, voor zover hier van belang:

“(…)

RI&E

Het bedrijf is net (afgelopen maandag) VCA gekeurd. De RI&E is in orde. Zij maken alleen een aparte RI&E bij grote klussen. De klus waarbij het ongeval is gebeurd, was dat niet.

(…)

Veiligheid overig

Jaarlijks krijgt het personeel veiligheidsschoenen, maskers, een helm, een veiligheidsbril, werkbroeken en shirts. Ieder heeft een eigen valbescherming.

De toedracht

(…)

Het was voor het eerst dat zij op deze locatie werkzaamheden verrichten. Het werk was wel bekend. Normaliter doen zij overigens ook de elektrowerkzaamheden zelf.

(…)

Het Duitse bedrijf had moeten controleren of er spanning op de unit stond. De aansluiting op de unit was wel in orde.

Doordat de kabel in de unit los hing, kreeg de heer [verzoekende partij] door zijn linkerhand en rechterkuit een stroomstoot toen hij de unit aanraakte. Hij heeft dat bij zijn voorman, [naam voorman] , en bij de bouwdirecteur, de heer

[naam] gemeld. Getuigen waren er niet.

(…)

Arbeidsinspectie

In eerste instantie is de AI niet ingeschakeld, omdat daar geen reden voor leek te zijn. Betrokkene werd immers niet behandeld in het ziekenhuis. Toen dat anderhalve week later wel het geval was, hebben zij alsnog de AI ingeschakeld.

De AI heeft geen onderzoek meer ingesteld. (…)

Veiligheid

Een aparte RI&E voor deze opdracht was niet aanwezig. Er zijn vooraf geen specifieke veiligheidsinstructies gegeven, omdat het een standaardwerk was. De voorman zou wel vooraf gewaarschuwd moeten hebben, zoals altijd gebeurd, dat ze moeten denken aan hun veiligheid.

Aansprakelijkheid

De werkgever is niet aansprakelijk gesteld. Zij hebben op hun beurt het Mariot ook nog niet WA gesteld. (…)

De werkgever acht zich niet aansprakelijk. Het zou morgen weer kunnen gebeuren. Hij ziet niet wat zij nog meer kunnen doen ter voorkoming.

(…)”.

2.9.

Na het herseninfarct kon [verzoekende partij] niet meer goed lopen, praten en was de fijne motoriek verstoord...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT