Uitspraak Nº 545133 / HA RK 22-199. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:RBMNE:2022:4292
Docket Number545133 / HA RK 22-199
Date25 Octubre 2022
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

WRAKINGSKAMER

Locatie: Utrecht

Zaaknummer/rekestnummer: 545133 / HA RK 22-199

Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 25 oktober 2022

op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

(verder te noemen: verzoeker),

gemachtigde: mr. J.H. Weermeijer,

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 september 2022 in de hoofdzaak;

  • -

    de reactie op het wrakingsverzoek van de rechter, mr. I.L. Rijnbout van 27 september 2022.

1.2.

Het wrakingsverzoek is op 11 oktober 2022 in het openbaar behandeld door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken (verder: de wrakingskamer).

Bij de mondelinge behandeling zijn verzoeker en zijn gemachtigde verschenen. Tevens zijn verschenen [A] en mr. E.J.A.A. van Dal, namens de wederpartij in de hoofdzaak.

1.3.

De uitspraak is bepaald op heden.

2 Het wrakingsverzoek
2.1.

Het verzoek tot wraking is gericht tegen mr. I.L. Rijnbout als behandelend rechter (verder: de rechter), in de zaak met het zaaknummer 9721552 UC EXPL 22-1521 LT/44056.

2.2.

Verzoeker heeft aan zijn wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat hij een buitenlander is en niet zo wordt behandeld als andere Nederlanders. Tijdens de mondelinge behandeling van de wrakingskamer heeft verzoeker dit nader toegelicht. Hij vindt dat de rechter niet naar hem en zijn gemachtigde wilde luisteren en voelde zich hierdoor gediscrimineerd.

2.3.

De rechter heeft niet berust in de wraking. In haar schriftelijke reactie stelt zij zich op het standpunt dat zij verzoeker niet anders heeft behandeld dat zij een andere rechtzoekende zou behandelen.

3. De beoordeling

3.1.

Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.

3.2.

De wrakingskamer onderzoekt in een wrakingsprocedure of de onpartijdigheid van de rechter schade lijdt. Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn tot het tegendeel vaststaat. Van dat laatste kan sprake zijn indien uit zijn of haar overtuiging of gedrag persoonlijke vooringenomenheid tegenover een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT