Uitspraak Nº 5651498 CV EXPL 17-587. Rechtbank Limburg, 2017-06-21

ECLIECLI:NL:RBLIM:2017:12878
Docket Number5651498 CV EXPL 17-587
Date21 Junio 2017
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 5651498 CV EXPL 17-587

Vonnis van de kantonrechter van 21 juni 2017

in de zaak van

[eiseres] ,

wonend te [woonplaats] ,

eisende partij,

gemachtigde mr. S. Meeuwsen,

tegen

[gedaagde] ,

h.o.d.n. [handelsnaam] ,

wonend te [woonplaats] ,

gedaagde partij,

mr. E.L.M. van Montfort-Hendriks.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord

  • -

    het tussenvonnis waarin een comparitie en descente zijn bevolen

  • -

    de namens [eiseres] ten behoeve van de comparitie overgelegde productie 10

  • -

    het proces-verbaal van descente en van comparitie van 28 maart 2017

  • -

    de akte uitlating deskundige van [gedaagde]

  • -

    de akte uitlating van [eiseres] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Partijen hebben een aannemingsovereenkomst gesloten waarbij [gedaagde] in opdracht van [eiseres] werkzaamheden heeft uitgevoerd in haar woning. Hij heeft haar badkamer en toilet gerenoveerd, de garage betegeld en een radiator in de woonkamer opgehangen. [eiseres] heeft zelf de materialen (in ieder geval de tegels van de garage) aangeschaft.

2.2.

[gedaagde] heeft voor zijn werkzaamheden € 5.500,- in rekening gebracht, welk bedrag door [eiseres] is betaald.

3 Het geschil
3.1.

[eiseres] vordert dat [gedaagde] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad zal worden veroordeeld tot:

  • -

    primair: betaling van € 6.382,75 aan herstelkosten, € 70,- aan overige kosten en € 697,64 aan buitengerechtelijke incassokosten,

  • -

    subsidiair: herstel van gebreken op straffe van een dwangsom, betaling van € 70,- aan overige kosten en € 1.678,88 aan buitengerechtelijke incasskosten,

  • -

    primair en subsidiair: betaling van de proceskosten.

[eiseres] vordert verder dat alle bedragen en kosten worden vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2.

[eiseres] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Het werk vertoont gebreken. In de badkamer steken diverse tegels uit, lopen voeglijnen niet recht, ontbreekt voegwerk, is het voegwerk korrelig, lekt de douche doordat de afwatering niet goed is gemaakt en werkt de korte doorspoelstand van het toilet niet naar behoren. In het toilet is sprake van uitstekende tegels, onregelmatige voegen en korrelig voegwerk. In de garage zit niet op alle plekken voegsel, liggen de tegels niet waterpas en zitten er vlekken in het tegelwerk. De radiator in de woonkamer hangt niet waterpas en de buizen hangen niet recht. Aan de radiator zijn inmiddels herstelwerkzaamheden uitgevoerd waarvan de kosten € 70,- hebben bedragen. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om de overige gebreken te herstellen, maar het resultaat voldeed niet aan de verwachtingen. Hij verkeert dus in verzuim en [eiseres] heeft een beroep gedaan op vervangende schadevergoeding middels een zogenoemde omzettingsverklaring. Omdat de herstelwerkzaamheden ondermaats waren hoefde [eiseres] [gedaagde] ten aanzien van de radiator niet meer in gebreke te stellen. Volgens [naam 1] zullen de kosten van de herstelwerkzaamheden € 6.382,75 bedragen.

3.3.

[gedaagde] voert het volgende verweer. Voor zover sprake is van afwijkingen, vallen deze binnen de normen. De vlekken op de garagevloer zijn niet door [gedaagde] veroorzaakt maar te wijten aan de kwaliteit van de tegels, die door [eiseres] zelf zijn aangeschaft. De radiator is niet meer te beoordelen omdat een derde hieraan werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde] was een termijn geboden tot 10 augustus 2016 om herstelwerkzaamheden uit te voeren. Dit heeft hij op 8 augustus 2016 gedaan. [eiseres] was tevreden over de uitgevoerde werkzaamheden en heeft hiervoor haar handtekening gezet. Er zijn dus geen gebreken meer. [gedaagde] werd verrast door de brief van 31 augustus 2016, waarin op zijn minst een nieuwe termijn gegeven had moeten worden. [gedaagde] heeft zich op 5 september 2016 bereid verklaard nadere werkzaamheden uit te voeren. [gedaagde] verkeert dus niet in verzuim, wat betekent dat omzetting niet mogelijk is. Bovendien is de omzettingsverklaring niet aan [gedaagde] maar aan zijn gemachtigde verstuurd, wat niet mag.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling
4.1.

De eerste vraag die de kantonrechter moet beantwoorden, is of [gedaagde] is tekortgeschoten in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Pas daarna zal de kantonrechter beoordelen of hij ter zake in verzuim verkeert en of werking toekomt aan de omzettingsverklaring. Tijdens de comparitie heeft de kantonrechter al meegedeeld dat zij een deskundige wil inschakelen om te berichten over de kwaliteit van het door [gedaagde] geleverde werk. Zij heeft partijen de opdracht gegeven zich bij akte uit de laten over het aantal en de persoon van de te benoemen deskundige(n), de aan de deskundige(n) te stellen vragen en het maximaal acceptabele voorschot.

4.2.

[eiseres] heeft bij akte voorgesteld als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT