Uitspraak Nº 5934916. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2018-02-20

ECLIECLI:NL:RBZWB:2018:1118
Docket Number5934916
Date20 Febrero 2018
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Zittingsplaats: Middelburg

zaak/rolnr.: 5934916 / 17-5144

beschikking van de kantonrechter d.d. 20 februari 2018

op een verzoek op grond van artikel 4:194a van het Burgerlijk Wetboek.

Het verzoek betreft de nalatenschap van:

[A] ,

laatstelijk gewoond hebbende te [adres A] ,

overleden te [woonplaats] op [datum] ,

verder te noemen: erflaatster.

Erflaatster heeft haar kleinkinderen tot erfgenaam benoemd en tot testamentair bewindvoerder aangesteld haar dochters:

[B] ,

en

[C] .

De beide bewindvoerders zijn in de procedure verschenen.

Het verzoekschrift is ingediend door mr. [Q] , notaris te [plaats] , namens

de erfgenamen:

[F] , wonende te [woonplaats F] ,

[G] , wonende te [woonplaats G] ,

[H] , wonende te [woonplaats H] ,

thans met gemachtigde mr. P.H. Pijpelink, advocaat te Terneuzen,

en

[I] , wonende te [woonplaats I] ,

procederend in persoon,

gezamenlijk te noemen: verzoekers,

Belanghebbende is de erfgenaam:

[J] , wonende te [woonplaats J] ,

procederend in persoon,

Belanghebbenden, die een vordering op de nalatenschap pretenderen, zijn:

[X] , wonende te [woonplaats, land] ,

en [Y] , wonende te [woonplaats, land] ,

gezamenlijk te noemen: verweerders,

gemachtigde: mr. R.M.A. Lensen, advocaat te Terneuzen.

het verloop van de procedure
1.1.

Op 13 april 2017 is het verzoekschrift met bijlagen ter griffie ontvangen. Er is een behandeling gepland ter zitting van 1 augustus 2016, die is uitgesteld naar de zitting van 5 september 2017.

Ter zitting van 5 september 2017 zijn notaris [Q] en [partner B] , echtgenoot van [B] , verschenen, maar zonder verzoekers. Voorts zijn verschenen [Y] (verder: [Y] ) en zijn gemachtigde mr. Lensen. Mr. Lensen heeft ter zitting een verweerschrift ingediend namens verweerders.

Omdat het verweerschrift niet bekend was en verzoekers niet zelf aanwezig waren is de zitting aanstonds verdaagd. Aan het einde van de zitting heeft [Y] verzocht de volgende zitting te combineren met de comparitie na antwoord in de bodemzaak.

1.2.

Op 12 september 2017 heeft mr. Pijpelink zich gesteld als de gemachtigde van drie van de vier verzoekers. Er is een zittingsdatum van 5 november 2017 aan partijen opgegeven. Mr. Lensen heeft op 23 oktober 2017 per fax een beslagexploot met bijlagen toegezonden. Verzoekster [I] , procederend in persoon, heeft bij brief, ontvangen op 3 november 2017, verzocht de executeur te ontslaan en daarbij diverse bescheiden gevoegd.

1.3.

De zitting van 5 november 2017 is in overleg met de gemachtigden uitgesteld naar de zitting van 23 januari 2018 te 13.30 uur. Een gelijktijdige behandeling van de comparitie na antwoord in de bodemzaak met de behandeling van het verzoekschrift in deze zaak was niet mogelijk. Wel zijn de behandelingen op dezelfde dag gepland om kosten en moeite voor alle betrokkenen te beperken. Omdat de comparitie na antwoord minder tijd vergde dan verwacht, is de behandeling van deze zaak vervroegd naar 12.00 uur, opnieuw om het belang van de betrokkenen te dienen. Niettemin is de heer [Y] , die zelf om een gecombineerde behandeling had gevraagd en die op 23 januari 2018 aanwezig was tijdens de comparitie na antwoord in de bodemzaak, uit het gerechtsgebouw vertrokken voordat de behandeling om 12.00 uur begon.

1.4.

Ter zitting van 23 januari 2018 zijn alle verzoekers verschenen, alsook [J] en de beide gemachtigden. Voorts zijn ter zitting verschenen de beide testamentaire bewindvoerders. De zaak is behandeld en uitspraak is bepaald op heden.

het verzoek en de beoordeling

procesbevoegdheid

2.1

Erflaatster heeft in haar testament bepaald dat hetgeen haar kleinkinderen uit haar nalatenschap verkrijgen onder bewind wordt gesteld met de benoeming van [B] als bewindvoerder over de erfdelen van [F] , [I] en [J] en [C] als bewindvoerder over de erfdelen van [G] en [H] .

2.2.

Als gevolg van het door erflaatster bij testament ingestelde bewind zijn de erfgenamen processueel onbekwaam, voor zover het om hun erfdeel gaat, en kan slechts de bewindvoerder als formele procespartij optreden (artikel 1:441 BW). De bij testament benoemde bewindvoerders zijn ter zitting in de procedure verschenen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT