Uitspraak Nº 6104352 UE VERZ 17-273. Rechtbank Midden-Nederland, 2017-08-31
ECLI | ECLI:NL:RBMNE:2017:4914 |
Docket Number | 6104352 UE VERZ 17-273 |
Date | 31 Agosto 2017 |
Court | Rechtbank Midden-Nederland (Neederland) |
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6104352 UE VERZ 17-273 HV/1316
Beschikking van 31 augustus 2017
inzake
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [verzoeker] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L.R. Breuker,
tegen:
de besloten vennootschap
[verweerster] B.V., h.o.d.n. [handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [handelsnaam] ,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. S. Belhaj.
Het verzoek en het tegenverzoek
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van [verzoeker] , ter griffie ingekomen op 3 juli 2017, en de herziene versie van het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 14 juli 2017, met 18 producties;
- het verweerschrift ‘tevens houdende tegenverzoek’ van [handelsnaam] van 24 juli 2017;
- de aanvullende productie 19 van [verzoeker] .
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 juli 2017, waarvan aantekening is gehouden.
Hierna is uitspraak bepaald.
[handelsnaam] is een onderneming die zich onder meer richt op sales-ondersteuning, onder andere door middel van colportage (deur-aan-deurverkoop), voor diverse opdrachtgevers.
[verzoeker] , geboren op [1986] , is per 28 november 2016 als Sales Agent in dienst getreden van [handelsnaam] op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Per 1 februari 2017 heeft [verzoeker] een aanstelling gekregen als Team Manager (Direct Sales). De arbeidsovereenkomst is laatstelijk verlengd voor de periode van 29 april 2017 tot 28 september 2017. Het laatstverdiende salaris bedraagt € 1.700,-- bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en emolumenten. In de arbeidsovereenkomst is een tussentijdse opzegmogelijkheid opgenomen met een opzegtermijn van één maand.
Voorafgaand (op 25 november 2016) aan de indiensttreding heeft [verzoeker] een ‘Verklaring van goedgedrag, Voor verkoop van overeenkomsten elektriciteit en gas voor [bedrijfsnaam] ’ ondertekend. Daarnaast heeft hij deelgenomen aan het programma ‘Deur- en straatverkoop Energie’ (verklaring uitgereikt d.d. 22 december 2016) en aan het programma ‘Gedragscode Fieldmarketing’. In de functieomschrijving van ‘Team manager (TM)’ is onder meer opgenomen:
“ Functie doel
-
Het bewaken van de kwantitatieve en kwalitatieve inzet van de Sales Agents binnen het eigen team;
-
Het geven van leiding, coaching, begeleiding en ondersteuning aan de Sales Agents van het eigen team;
-
Het behalen van de gestelde persoonlijke- en teamtargets.”
Op 3 mei 2017 omstreeks 20.00 uur voerde [verzoeker] met zijn team, op dat moment bestaande uit 3 personen ( [A] , [B] en [C] ) colportagewerkzaamheden uit in Veldhoven voor opdrachtgever (energieleverancier) [bedrijfsnaam] B.V. (hierna te noemen: [bedrijfsnaam] ). De teamleden belden daarbij ieder bij een huis aan, terwijl [verzoeker] van een afstand toekeek. [A] belde aan bij het huis van de heer [D] . [D] opende de deur, maar liet vervolgens merken dat hij niet van dit bezoek gediend was. [C] heeft zich vervolgens bij [A] gevoegd en [D] erop gewezen dat hij dat had kunnen aangeven met een speciale colportagesticker op zijn deur of brievenbus. [D] liet zich vervolgens beledigend/racistisch uit naar [C] en gaf hem met twee handen een duw. Daarna is [verzoeker] erbij gekomen en heeft hij [D] op zijn uitlatingen aangesproken. Nadat [D] [verzoeker] een duw of een klap in het gezicht had gegeven, reageerde [verzoeker] daarop met een vuistslag in het gezicht van [D] . [D] heeft daarbij letsel aan de mond/lippen en tanden opgelopen. [verzoeker] en zijn team zijn vervolgens vertrokken.
[verzoeker] heeft het incident dezelfde dag nog gemeld bij zijn leidinggevende [E] (Sales Manager).
Op 4 mei 2017 hebben [verzoeker] en zijn team het incident (informeel) besproken met de andere leidinggevende/fieldcoach [F] . [verzoeker] is daarna aan het werk gegaan. Dezelfde dag heeft [verzoeker] te horen gekregen dat hij geen contact mocht hebben met klanten. Ook heeft [verzoeker] op 4 mei 2017 per e-mail een werkgeversverklaring ontvangen van ( [G] van) [handelsnaam] dat zij niet voornemens is het dienstverband op korte termijn te beëindigen. [verzoeker] had om een dergelijke verklaring verzocht in verband met een aanvraag voor een hypothecaire lening.
[F] heeft op 4 mei 2017 een bezoek gebracht aan de buurman van [D] . Hij heeft geen contact gezocht met [D] zelf. [H] (hoofd Legal en Compliance) heeft telefonisch contact opgenomen met [D] . [D] zelf heeft op 4 mei 2017 bij de politie aangifte gedaan wegens een poging tot zware mishandeling, dan wel mishandeling.
In de ochtend van 5 mei 2017 is [verzoeker] uitgenodigd voor een gesprek in de middag op het kantoor van [handelsnaam] . In dit gesprek heeft [H] [verzoeker] op staande voet ontslagen. [verzoeker] heeft [H] vervolgens een brief overhandigd waarin hij protesteert tegen het gegeven ontslag en zich beschikbaar houdt om de werkzaamheden te verrichten.
Eveneens op 5 mei 2017 heeft [verzoeker] een e-mail ontvangen van de directeur van [handelsnaam] , [I] , waarin de mondeling overeengekomen bonusregeling wordt bevestigd. [E] heeft [verzoeker] op 5 mei 2017 per WhatsApp-bericht geadviseerd aangifte te doen van het voorval van 3 mei 2017.
Na verzoek van de gemachtigde van [verzoeker] heeft [handelsnaam] per e-mail van 8 mei 2017 het ontslag van [verzoeker] schriftelijk bevestigd, met als bijlage de door [H] opgestelde ontslagbrief van 5 mei 2017. In deze brief staat onder meer vermeld:
“De reden voor ontslag is de volgende: op 5 mei 2017 heeft u in uw functie van Teammanager [bedrijfsnaam] rond 20:00 uur een potentiële klant/bewoner, de heer [D] te Veldhoven, ernstig fysiek mishandeld met als gevolg ernstig fysiek letsel. Het zichtbare letsel bestaat uit het uit de mond slaan van 3 tanden en een grote snee in de bovenlip welke gehecht diende te worden. Er is mogelijk sprake van onherstelbare schade. De heer [D] heeft aangifte van het geweldsdelict gedaan bij de Politie. De buurman van de heer [D] heeft een bevestigende verklaring afgelegd.
Deze ernstige fysieke mishandeling alsook (potentiële) de reputatieschade voor zowel [verweerster] B.V. als haar opdrachtgever [bedrijfsnaam] , kunnen niet anders dan als een dringende reden voor ontslag op staande voet worden aangemerkt. Bovendien zal [verweerster] B.V. aansprakelijk worden gehouden voor uw handelwijze.
Op 5 mei 2017 heeft in de middag op het kantoor te Utrecht met u een gesprek plaatsgevonden. De door u gegeven toelichting op deze gebeurtenis maakt de beslissing tot ontslag op staande voet niet anders.
Bovendien heeft u reeds twee klachten opgelopen over het beledigen van iemand tijdens een parkeeractie en heeft u een medewerker van een anders sales-organisatie in het gezicht gespuwd. Uw onbehoorlijk gedrag overschrijdt elke norm van fatsoenlijk en rechtvaardigt ontslag op staande voet.
Aansprakelijkheidsstelling
[verweerster] B.V. stelt u hierbij aansprakelijk voor alle...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT