Uitspraak Nº 652659-18. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-09-17

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:4329
Date17 Septiembre 2019
Docket Number652659-18
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/652659-18 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 17 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ,

wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. R. Zwiers, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

op 31 augustus 2018 te Almere samen met één of meer anderen met geweld en/of bedreiging met geweld kledingstukken en een mobiele telefoon van [slachtoffer] heeft gestolen.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde en daartoe aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte op enigerlei wijze actief betrokken is geweest bij de beroving van aangever [slachtoffer] . Ook blijkt niet dat verdachte een dusdanige bijdrage heeft geleverd dat van medeplegen gesproken kan worden; verdachte heeft van tevoren geen afspraken gemaakt om aangever te beroven en bovendien geen uitvoeringshandelingen verricht.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen 1

Aangever [slachtoffer] heeft als volgt verklaard. Op 31 augustus 2018 had hij afgesproken met zijn vriend [A] . [A] zei tegen hem dat hij kleding op moest halen bij de [straatnaam] [nummeraanduiding] in [woonplaats] waar hij met een vriend had afgesproken. [slachtoffer] is samen met [A] naar dat adres gegaan en vervolgens met [A] en de jongen met wie [A] had afgesproken in de lift gaan staan. [slachtoffer] zag daarna een stuk of zes jongens uit een halletje naast de liftdeur komen die allemaal op [A] afrenden. [A] is daarop weggerend en [slachtoffer] ook. Er kwamen nog meer gasten aan die van buiten kwamen, waar een deur is naar de schuren. Buiten waren een aantal jongens aan het filmen. Hij hoorde hen roepen “ [afkorting] !” en “Kijk hoe jullie mannen wegrennen!”. [afkorting] staat voor [......] , de buurt waar die jongens wonen. [voornaam van A] en hij renden in eerste instantie samen weg, maar door een bocht moest [slachtoffer] afremmen waardoor één van de jongens hem vast kon pakken. Er kwam een tweede jongen bij die hem ook vasthield. Beide jongens hebben zijn zakken doorzocht, zijn telefoon uit zijn broekzak gepakt en zijn vest uitgetrokken. Daarna heeft [slachtoffer] zich losgerukt en is hij weggerend. Eén van de jongens die hem aanviel, kent hij als [voornaam van verdachte] . Zijn echte naam is [voornaam van verdachte] .2 Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer] aanvullend verklaard dat hij verdachte kende en dat verdachte hem niet heeft vastgepakt maar aan het filmen was.3

[A] heeft verklaard dat hij samen met [voornaam van slachtoffer] omstreeks 16.00 uur naar de [straatnaam] [nummeraanduiding] ging om een broek op te halen bij [voornaam van C] (de rechtbank begrijpt: [C] ) die hem via Snap had laten weten dat hij een Nike broek voor hem had. Samen met [voornaam van slachtoffer] en [voornaam van C] ging hij de lift in. Een paar seconden later zag hij dat een jongen genaamd [voornaam van verdachte] , met wie hij ruzie heeft, ook in de lift kwam. Hij zag eerst dat alleen [voornaam van verdachte] erbij kwam, maar daarna dat uit een deur rechts van de portiek nog meer jongens kwamen.4

Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij uit het raam van zijn woning keek en een groep jongens om een andere jongen heen zag staan. Hij zag dat het slachtoffer van achteren werd vastgehouden en dat jongen 3 (signalement: donkere jongen, tussen de 15 en 18 jaar oud, helemaal zwart gekleed, zwarte sportschoenen, blauwe rugtas) samen met een andere jongen hardhandig kleding van het slachtoffer aftrok. Het slachtoffer wist zich los te trekken en rende weg. De groep liep verder richting station Oostvaarders.5

Verbalisant [verbalisant] heeft een onderzoek ingesteld naar de eigenaar van de blauwe rugzak die bij de aanhouding van de verdachten op het station Oostvaarders is aangetroffen. Hij heeft daartoe de beschikbare camerabeelden bekeken en vastgesteld dat verdachte op deze beelden zichtbaar was en dat hij voortdurend een blauwe rugzak op zijn rug droeg. Verdachte droeg deze rugzak op alle beelden die aan verbalisant ter beschikking zijn gesteld en waarop verdachte aanwezig was.6

Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat één van de jongens het slachtoffer bij zijn nek vastgreep en dat de andere jongens in de broekzakken van het slachtoffer voelden en daar een zwarte telefoon uitpakten. Zij hoorde hen zeggen: “Wat heb je?” en: “Wat heb je nog meer?”. Eén van de jongens trok het shirt van het slachtoffer uit waarna hij in zijn blote bovenlijf stond.7

Op de camerabeelden van het appartementencomplex aan de [straatnaam] van 31 augustus 2018 is te zien dat zeven verdachten, namelijk verdachte [verdachte] , [D] , [E] , [F] , [G] , [H] en [I] , gezamenlijk aan komen lopen bij het appartementencomplex. Medeverdachte [C] opent voor hen van binnenuit de toegangsdeur. Vervolgens verdwijnen de zeven verdachten door een inpandige deur naar de berging en wordt de deur gesloten. [C] blijft alleen achter in de hal. Na enkele minuten opent [C] de deur naar de berging en spreekt met verdachte. Daarna verdwijnt [F] op aanwijzen van verdachte door een andere deur, rechts van de lift. [C] wacht in de hal en opent even later de toegangsdeur voor [A] . [A] wenkt naar een persoon en kort...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT