Uitspraak Nº 6527901 \ CV FORM 17-43020. Rechtbank Rotterdam, 2018-03-01

ECLIECLI:NL:RBROT:2018:1767
Docket Number6527901 \ CV FORM 17-43020
Date01 Marzo 2018
RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6527901 \ CV FORM 17-43020

uitspraak: 1 maart 2018

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake het verzoek ex artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:

de stichting

1. Stichting Pensioenfonds van de Metalektro,

gevestigd te Amsterdam,

de stichting

2. Stichting Raad van Overleg in de Metalektro,

gevestigd te Den Haag,

die procedeert namens zichzelf en als gevolmachtigde voor:

de stichting

2.a. Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingen in de Metalektro,

gevestigd te Den Haag,

de stichting

2.b. Stichting Sociaal Fonds in de Metalektro,

gevestigd te Den Haag

verzoekers aan de ene kant,

gemachtigde: mr. R.A.A. Duk, advocaat te Den Haag,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Jachtwerf [D.] B.V.,

gevestigd te Zoeterwoude,

verzoekster aan de andere kant,

gemachtigde: mr. J.A.J. Werner, advocaat te Rotterdam.

Partijen worden hierna “Mulder” respectievelijk “de Stichting” (ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis in vrouwelijk enkelvoud) genoemd.

1 Het verloop van de procedure
1.1.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het door partijen gezamenlijk ingediende verzoekschrift op basis van artikel 96 Rv. Onderdeel van het verzoekschrift zijn de door partijen ingediende (en gelijktijdig met elkaar uitgewisselde) memories, met producties.

1.2

Door de Stichting is ter voorbereiding op de zitting bij brief van 2 februari 2018 (met bijlagen) een inhoudelijke reactie gegeven op de feitelijke kant van de memorie van Mulder. Mulder heeft bij brief van 7 februari 2018 nog een aanvullende productie 12 toegezonden.

1.3

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 februari 2018.


Ter zitting zijn verschenen:

- de heer [D.], namens Mulder, bijgestaan door mr. J.A.J. Werner en mr. F.J.J. Snijers.

- de heren [H.], [F.] en [G.] namens de Stichting, bijgestaan door mr. R.A.A. Duk.

- de heer H[O.] namens Hiswa Vereniging, die door de kantonrechter als derde belanghebbende is gekwalificeerd, bijgestaan door mr. P.J. de Waal.

De gemachtigden van beide partijen hebben ter zitting de wederzijdse standpunten toegelicht aan de hand van een door ieder van hen overgelegde pleitnota.

Van het verder ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekening gehouden.

1.4

De uitspraak van het vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2 De vaststaande feiten

In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan.

2.1

Mulder richt zich op de verkoop van plezierjachten. De plezierjachten zijn van metaal. Mulder ontwerpt samen met de klant een jacht, waarna Mulder een externe opdracht geeft tot het vervaardigen van het metalen casco. Dat casco wordt vervolgens bij Mulder afgeleverd, waarna Mulder start met het afbouwen van de jacht. Dat afbouwen gebeurt (veelal) met hout.

2.2

Mulder is thans aangesloten bij Hiswa, de branchevereniging voor de watersportindustrie. Zij betaalt conform de in die branche geldende cao premies voor bijvoorbeeld pensioen. Zij heeft ook de functies binnen haar bedrijf ingericht conform het binnen Hiswa geldende functieboek.

2.3

De Stichting vertegenwoordigt (kort gezegd) de Metalektro branche (ook wel bekend als de grootmetaal branche).

2.4

De Metalektro cao (die algemeen verbindend is verklaard) luidt, voor zover van belang:

“Artikel 1.2

1. (...) Een onderneming die activiteiten verricht als beschreven in bijlage A valt volgens die bijlage onder de werkingssfeer als in hoofdzaak Metalektro-activiteiten worden verricht.

2. Of in hoofdzaak activiteiten binnen de Metalektro worden verricht, wordt bepaald aan de hand van het aantal arbeidsuren dat door werknemers van de onderneming aan die activiteiten wordt besteed. Van “in hoofdzaak” is sprake als dat gewoonlijk meer dan 50% is van de in de onderneming met de werknemers overeengekomen

arbeidsuren. (...)“

De leden 3 en 4 van artikel 1.2 zien op de toerekening van (arbeidsuren van) werknemers in de ‘overhead’ en werknemers die zowel Metalektro-activiteiten als niet Metalektro-activiteiten verrichten.

Bijlage A luidt, voor zover van belang:

“Bijlage A

1. (...)

2. Tot de ‘Metalektro’ behoren - voor zover niet genoemd in lid 3 en 4 - ondernemingen waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT