Uitspraak Nº 6532882 CV EXPL 17-9047. Rechtbank Oost-Brabant, 2018-09-13

ECLIECLI:NL:RBOBR:2018:4438
Docket Number6532882 CV EXPL 17-9047
Date13 Septiembre 2018
RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch

Zaaknummer : 6532882

Rolnummer : 17-90478852

Uitspraak : 13 september 2018

in de zaak van:

1 [eiser 1] , wonende te [woonplaats] ;

2. [eiser 2], wonende te [woonplaats] ;

3. [eiser 3], wonende te [woonplaats] ;

4. [eiser 4], wonende te [woonplaats] ,

eisers,

gemachtigde: mr. A.W. van Leeuwen, advocaat te Rotterdam,

t e g e n

de besloten vennootschap Mebin B.V.,

gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,

gedaagde,

gemachtigde: mr. E. Lutjens, advocaat te Amsterdam.

Partijen zullen hierna worden genoemd “eisers” en “Mebin”.

1 Het verloop van het geding
1.1.

Dit blijkt uit het volgende:

a. de dagvaarding, met 10 producties;

b. de conclusie van antwoord, met 18 producties;

c. het vonnis van 8 februari 2018, waarin door de kantonrechter een comparitie van partijen is bepaald;

d. de comparitie van partijen, die heeft plaatsgevonden op 18 juni 2018, ten behoeve waarvan eisers nog 3 producties in het geding hebben gebracht (genummerd 11 tot en met 13), evenals Mebin (genummerd 19 tot en met 21) die zowel aan de rechtbank als aan partijen zijn toegezonden.

1.2.

Tijdens de comparitie van partijen hebben partijen hun standpunten nader toegelicht, waarbij de gemachtigden van eisers en Mebin gebruik hebben gemaakt van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De vaststaande feiten

De pensioenregeling bij Mebin

2.1.

Mebin had een eigen pensioenregeling voor haar werknemers die niet vielen onder een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De uitvoering van deze pensioenregeling was tot 1 januari 2015 ondergebracht bij Pensioenfonds Enci. Hierna zijn de pensioenen ondergebracht bij Nationale Nederlanden. Het pensioenfonds Enci is in 2016 geliquideerd.

2.2.

In zowel de arbeidsovereenkomst als in de aanvullende arbeidsvoorwaarden van Mebin met haar werknemers stond enkel een verwijzing naar het pensioenfonds Enci. De arbeidsovereenkomst en de aanvullende arbeidsvoorwaarden zelf bevatten geen bepalingen over de inhoud van de pensioenregeling. In bepaling 7.2. van de aanvullende arbeidsvoorwaarden wordt voor de inhoud van de pensioenregeling van Pensioenfonds Enci verwezen naar de statuten en het reglement van Pensioenfonds Enci. De inhoud van de voor Mebin en haar werknemers geldende pensioenregeling is hierdoor bepaald door het pensioenreglement en de statuten van het pensioenfonds Enci.

2.3.

Voor deze procedure zijn de volgende pensioenreglementen van belang:

Het pensioenreglement B (geldig vanaf 1983 tot 1 januari 2006);

Het pensioenreglement 2006, in werking getreden op 1 januari 2006;

Het pensioenreglement 2007, in werking getreden op 1 januari 2007, dat wat betreft inhoud gelijk is aan pensioenreglement 2006 en enkel nieuwe, aan de Pensioenwet aangepaste terminologie bevat.

De bevoegdheid tot wijziging van het pensioenreglement had Pensioenfonds Enci op grond van artikel 12 lid 3 van de statuten 2004, dat luidt als volgt:

“Het algemeen bestuur is bevoegd de pensioenreglementen te wijzigen. Indien een dergelijke wijziging financiële consequenties heeft voor de deelnemers, de gewezen deelnemers of de vennootschappen is de goedkeuring vanuit het arbeidsvoorwaardenoverleg vereist.

(…) met betrekking tot het pensioenreglement B en het Vroegpensioenreglement Mebin (…) wordt uitgegaan van het bij Mebin B.V. (…) van toepassing zijnde (aanvullend) arbeidsvoorwaardenoverleg.”

Met betrekking tot de wijziging van het pensioenreglement B, heeft Mebin instemming gevraagd en gekregen van de ondernemingsraad.

2.4.

Als belangrijkste verschillen tussen pensioenreglement B en pensioenreglement 2006 kunnen worden genoemd:

Het pensioenreglement B: Het pensioenreglement 2006:

(voorwaardelijk) eindloonregeling middelloonregeling

opbouwpercentage 1,75% opbouwpercentage 2,1%

franchise € 19.704 franchise € 14.000

De pensioenregeling 2006 heeft derhalve een ander karakter (middelloon versus eindloon), een hoger opbouwpercentage en een lagere franchise. Dit betekent dat over een groter deel van het salaris pensioen wordt opgebouwd (pensioen wordt alleen opgebouwd over het salaris boven de franchise).

Op deze gewijzigde pensioenregeling volgde een daarop aangepaste nieuwe gewijzigde uitvoeringsovereenkomst, hierna aangeduid als “uitvoeringsreglement 2006”.

2.5.

Vanaf 1 januari 2006 is het pensioenreglement 2006 bepalend, ook voor zover het de vòòr 1 januari 2006 opgebouwde aanspraken betreft. In artikel 27 van Pensioenreglement 2006 is in lid 3 daarover de volgende overgangsbepaling opgenomen:

De tot en met 31 december 2005 op basis van het op dat moment geldende pensioenreglement opgebouwde afspraken op levenslang ouderdomspensioen, tijdelijk ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen van de deelnemers in het op 1 januari 2006 in werking tredende pensioenreglement, worden omgezet in aanspraken op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen op basis van dit reglement”.

Over de omzetting van de aanspraken naar pensioenreglement 2006 zijn alle belanghebbenden geïnformeerd met de mededeling dat behoudens schriftelijk tegenbericht hiermee ingestemd zou worden. Geen van de eisers heeft geprotesteerd.

2.6.

Voor de financiering van de pensioenen verwijzen zowel pensioenreglement B als pensioenreglement 2006 naar de tussen de werkgever en Pensioenfonds Enci gesloten uitvoeringsovereenkomst.

In deze procedure zijn twee uitvoeringsovereenkomsten relevant, namelijk de uitvoeringsovereenkomst 1995 (vervallen op 1 januari 2006) en de uitvoeringsovereenkomst 2006 (van kracht vanaf 1 januari 2006). Deze regelingen hebben beide een geheel andere financieringsmethodiek.

2.7.

De uitvoeringsovereenkomst 1995 was gebaseerd op de betaling van koopsommen. Koopsommen voor het inkopen van de pensioenaanspraken over het lopende jaar, de zogenaamde koopsommen coming-service (artikel 3 lid 2 onder a), en de koopsommen voor het inkopen van de pensioenaanspraken over verstreken jaren, de zogenaamde koopsommen back-service (artikel 3 lid 2 onder b). De aanzuiveringsplicht van Mebin stond als volgt vermeld in artikel 3 lid 3:

“Ingeval de Vrije reserve van het pensioenfonds voor de deelnemende bedrijven aan de

Pensioenregeling “B” op 31 december van enig jaar, nadat alle financiële mutaties over dat jaar hebben plaatsgevonden en de bijdragen van de deelnemende bedrijven aan de pensioenregeling ‘B” als bedoeld in het tweede lid zijn ontvangen, daalt beneden een door het Algemeen Bestuur van het pensioenfonds vast te stellen percentage van de totale voorziening pensioenverplichtingen van de deelnemende bedrijven aan de pensioenregeling “B’ per dat tijdstip, dan zal het bedrag waarmede bedoelde vrije reserve daalt beneden bedoelde grens door de deelnemende bedrijven aan de pensioenregeling “B” naar rato van hun bijdragen als bedoeld in lid 2 worden aangezuiverd. Het bedrag tot aanzuivering als bedoeld in de eerste volzin zal in enig jaar niet meer zijn dan 15% van de totale bijdrage als omschreven in lid 2.”

2.8.

De Uitvoeringsovereenkomst 2006 is geënt op de Pensioenwet en kent de kostendekkende premie met onderdelen die voor buffervorming bij het pensioenfonds zijn bestemd als bedoeld in artikel 128 Pensioenwet. Hierin is de gehele financiering anders opgezet. In artikel 10 Uitvoeringsovereenkomst 2006 is opgenomen dat Mebin als werkgever herstelpremie kan betalen indien dat onderdeel is van de herstelmaatregelen die het pensioenfonds in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT