Uitspraak Nº 6595877 \ CV EXPL 18-425. Rechtbank Noord-Holland, 2019-01-16
ECLI | ECLI:NL:RBNHO:2019:199 |
Date | 16 Enero 2019 |
Docket Number | 6595877 \ CV EXPL 18-425 |
Court | Rechtbank Noord-Holland (Neederland) |
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6595877 \ CV EXPL 18-425
Uitspraakdatum: 16 januari 2019
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen de passagier
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
China Southern Airlines Company Limited
gevestigd te Guangzhou (China)
gedaagde
hierna te noemen China Southern
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer
De passagier heeft bij dagvaarding van 22 december 2017 een vordering tegen China Southern ingesteld. China Southern heeft schriftelijk geantwoord.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna China Southern een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De passagier heeft met China Southern een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan China Southern de passagier diende te vervoeren van Amsterdam naar Beijing (China) met vluchtnummer CZ346 en vervolgens van Beijing naar Guangzhou (China) met vluchtnummer CZ3108 en ten slotte van Guangzhou naar Manila (Filipijnen) met vluchtnummer CZ397 op 31 december 2015 en 1 januari 2016.
Vlucht CZ346 is met vertraging uitgevoerd. Hierdoor heeft de passagier haar aansluitende vlucht(en) gemist. China Southern heeft de passagier omgeboekt naar een vervangende vlucht. De passagier is uiteindelijk meer dan vier uur later dan oorspronkelijk gepland aangekomen op de eindbestemming te Manila.
De passagier heeft compensatie van China Southern gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
China Southern heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
De passagier vordert dat China Southern bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 690,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT