Uitspraak Nº 6632682 AZ VERZ 18-9. Rechtbank Limburg, 2018-03-28

ECLIECLI:NL:RBLIM:2018:2941
Docket Number6632682 AZ VERZ 18-9
Date28 Marzo 2018
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 6632682 AZ VERZ 18-9

Beschikking van de kantonrechter van 28 maart 2018

in de zaak van

[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek]

wonend aan de [adres] [woonplaats]

verzoekende partij, tevens verwerende partij in het tegenverzoek

gemachtigde mr. M.J. Rubberg, advocaat te Echt

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

eagle dienstverlening in services en veiligheid b.v.

gevestigd aan de Bekkerweg 1 (6411 EG) Heerlen

verwerende partij, tevens verzoekende partij in het tegenverzoek

gemachtigde mr. J.A. Houben-Timmermans, advocaat te Heerlen.

Partijen zullen hierna respectievelijk [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] en Eagle genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het op 2 februari 2018 ter griffie ontvangen verzoekschrift van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] met bijlagen 1 tot en met 18

  • -

    het op 22 februari 2018 ter griffie ontvangen verweerschrift van Eagle inclusief zelfstandig tegenverzoek met bijlagen 1 tot en met 9

  • -

    de op 27 februari 2018 van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] ontvangen aanvullende bijlagen 19 tot en met 21

  • -

    de brief van 27 februari 2018 van mr. Rubberg, waarin wordt meegedeeld dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] uitzicht heeft op een nieuwe baan en dat daarom de primaire verzoeken ingetrokken worden

  • -

    de op 28 februari 2018 van Eagle ontvangen aanvullende bijlage 10

  • -

    de mondelinge behandeling op 6 maart 2018

  • -

    de nadere akte d.d. 13 maart 2018 tevens wijziging van verzoek van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] met bijlagen 22 tot en met 25

  • -

    de antwoordakte d.d. 28 maart 2018 van Eagle met bijlagen 11 en 12.

1.2.

Daarna is beschikking bepaald.

2 De feiten
2.1.

[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] , geboren op [geboortedag] 1968, is op 1 maart 2017 krachtens arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (een jaar) - derhalve eindigend op 28 februari 2018 -bij Eagle in dienst getreden als oproepkracht verkeersregelaar/betonwacht (bijlage 1 verzoekschrift).

2.2.

Op 3 juli 2017 hebben [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] en Eagle een tweede arbeidsovereenkomst gesloten. In deze door partijen ondertekende arbeidsovereenkomst staat (bijlage 4 verzoekschrift):

“(…) Werknemer treedt met ingang van 20-06-2017 bij werkgever in dienst, op basis van oproep. (…)

De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van het project “politie Sevenum” en eindigt derhalve van rechtswege zonder dat enige opzegging is vereist op het moment dat het project eindigt dan wel stopt voor Eagle. (…) Werknemer wordt aangesteld in de functie van Beveiliger algemeen. (…)”

2.3.

In het huishoudelijk reglement van Eagle staat onder meer (bijlage 5 verzoekschrift):

“(…) 5.1 Arbeidsovereenkomst (alleen van toepassing voor de beveiliging)

Met alle medewerkers wordt een arbeidsovereenkomst afgesloten waarin alle specifieke voorwaarden aangaande de dienstbetrekking worden opgenomen. Rechten en plichten van de medewerkers en de werkgever zijn te vinden in de CAO voor de gevestigde Particuliere Beveiliging. (…)

5.8

Overwerk

(…) In principe wordt overwerk in tijd vergoed. In overleg kan eventueel tot vergoeding in geld worden besloten (overeenkomstig art. 9 lid 4 van de CAO deze is alleen van toepassing voor de Beveiliging). (…)”

2.4.

In de cao Particuliere Beveiliging (hierna: cao) zijn onder meer de navolgende bepalingen opgenomen:

“(…) ARTIKEL 1 DEFINITIES

(…) Feestdagen

Nieuwjaarsdag, de beide paasdagen, Koningsdag, 5 mei als viering van de

nationale bevrijding in de lustrumjaren (om de 5 jaar), hemelvaartsdag, de beide

pinksterdagen en de beide kerstdagen en de door de overheid aangewezen

nationale feestdagen. (…)

ARTIKEL 44 BELONING BIJZONDERE UREN

Voor het verrichten van arbeid tijdens bijzondere uren moet op het basisuurloon

over de gewerkte uren een toeslag worden betaald overeenkomstig het volgende

overzicht:

- 35%: tussen zaterdag 00.00 uur en zondag 24.00 uur;

- 20%: maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 07.00 uur;

- 10%: maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 uur en 24.00 uur;

- 100%: op oudejaarsdag na 16.00 uur.

ARTIKEL 45 BELONING FEESTDAGEN

1. De werknemer die arbeid verricht op een feestdag heeft recht op een

toeslag op het basisuurloon van 50%. Naast deze toeslag blijft het

eventuele recht op de toeslag van artikel 44 bestaan.

2. De werknemer die arbeid verricht op een feestdag op basis van een

afroepovereenkomst heeft recht op een toeslag van 100% op het

basisuurloon. De werknemer heeft in dat geval geen recht op de toeslag

van artikel 44. (…)

ARTIKEL 54 VERGOEDING VOOR BESCHIKBAARHEID TIJDENS

PAUZE

1. De werknemer met de functie mobiele surveillant of winkelsurveillant die

blijkens zijn rooster tijdens de niet betaalde pauze beschikbaar moet zijn,

heeft recht op een vaste toeslag van € 0,32 per half uur. Deze toeslag

wordt jaarlijks met ingang van loonperiode 3 geïndexeerd op basis van het

CBS prijsindexcijfer afgeleid met als peildatum oktober.

2. Indien de in lid 1 bedoelde werknemer tijdens de pauze werkelijk

werkzaamheden moet verrichten, zal de pauzetijd worden verschoven.

Indien de pauze vervalt, wordt de pauzetijd beschouwd als arbeidstijd. (…)”

2.5.

Bij e-mailbericht van 7 december 2017 deelde Eagle aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] mee (bijlage 8 verzoekschrift):

“(…) Wij hebben tot op heden getracht je aan het werk te houden ondanks het feit dat het project waar wij jou voor hebben aangenomen niet is doorgegaan. Door ons is zelfs getracht jou op andere projecten te plaatsen, helaas bleek je hier niet geschikt voor. Ik heb j0u reeds eerder op de hoogte gesteld dat er feitelijk geen arbeidsverhouding is omdat het project van jou niet van de grond is gekomen. (…) Helaas kunnen wij niet langer werk voor je genereren en zal ik op basis van het huidige arbeidsovereenkomst een beslissing moeten gaan nemen. Ik betreur het dan ook, jou te moeten meedelen, dat wij op basis van de arbeidsovereenkomst en het door jou ingenomen standpunt het besluit hebben genomen, om de samenwerking definitief te beëindigen. (…)”

2.6.

De onverwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst is bij e-mailbericht van 10 december 2017 aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] bevestigd (bijlage 10 verzoekschrift). In de daarbij gevoegde brief, gedateerd van 7 december 2017, staat voor zover relevant:

“(…) Met deze brief bevestig ik mijn mail van donderdag 7 december 2017 12:59 dat u met onmiddellijke ingang op staande voet ontslagen bent. De reden hiervoor is als volgt:

  1. Het niet toepasbaar verklaren van de arbeidsovereenkomst zoals deze is aangegaan door beide partijen

  2. het niet voldoen aan de overeengekomen arbeidsovereenkomst en mogelijkheden om u te herplaatsen op andere projecten wegens ongeschiktheid voor deze functies.

  3. Het ons betichten van wanprestatie c.q. het in gebreke blijven inzake betalingen. Terwijl u hier zelf in gebreke bent gebleven.

  4. Het reeds gevoerde gesprek waarin wij u op de hoogte gesteld hebben dat er feitelijk geen arbeidsverhouding is omdat het project beschreven in de arbeidsovereenkomst niet is gestart.

  5. Het door ons, uit goed wil aangeboden tijdelijke werk te weigeren;

a. Op gronden die niet overeenkomen met de uitbetalingsvoorwaarden.

b. Zodat wij niet langer met uw persoonlijke situatie rekening kunnen houden die ons dermate hebben geraakt dat wij toch getracht hebben om gedurende de afgelopen periode u iets passends te kunnen aanbieden of te kunnen herplaatsen.

6. Werkweigering conform de aangezegde diensten zoals vernoemd in uw schrijven van dinsdag 5 december 2017 12:18 uur.

Deze omstandigheden vormen een dringende reden tot ontslag op staande voet volgens artikel 7:678 BW. Op grond daarvan beëindig ik uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang. (…)”

2.7.

Bij brief van 15 december 2017 heeft de gemachtigde van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] namens [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] meegedeeld dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] zich niet kan verenigen met het ‘ontslag op staande voet’ en zich beschikbaar stelt voor het verrichten van arbeid (bijlage 12 verzoekschrift).

2.8.

[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] heeft sedert 28 februari 2018 een nieuwe baan elders in de beveiligingsbranche verkregen.

3 Het geschil
3.1.

[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzoekt, na wijziging, Eagle te veroordelen tot betaling van:

  1. een billijke vergoeding ex art. 7:681 BW van € 15.000,00 bruto

  2. achterstallig loon inclusief emolumenten tot en met 30 november 2017 ten belope van € 2.072,16 bruto, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en de wettelijke rente vanaf...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT