Uitspraak Nº 6661854 CV EXPL 18-753. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2018-07-11

ECLIECLI:NL:RBZWB:2018:5058
Docket Number6661854 CV EXPL 18-753
Date11 Julio 2018
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Breda

zaak/rolnr.: 6661854 CV EXPL 18-753

vonnis d.d. 11 juli 2018

inzake

[eiseres] ,

gevestigd te [woonplaats 1] ,

eiseres (hierna te noemen: [eiseres] ),

gemachtigde: mr. G.R. Derksen, advocaat te Enschede,

tegen

[gedaagde] ,

gevestigd te [woonplaats 2] ,

gedaagde (hierna te noemen: [gedaagde] ),

gemachtigde: mr. M. de Wijs, advocaat te Leiden.

1 Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:

a. het tussenvonnis van 4 april 2018 en de daarin genoemde stukken;

b. de namens [eiseres] ten behoeve van de comparitie van partijen bij brief van 18 mei 2018 toegezonden aanvullende producties;

c. de pleitaantekeningen van de gemachtigde van [eiseres] ;

d. de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 30 mei 2018.

2 Het geschil
2.1

[eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat [eiseres] niet onder de verplichtstelling van [gedaagde] valt met veroordeling van [gedaagde] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

2.2

[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling – uitvoerbaar bij voorraad – van [eiseres] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3 De beoordeling
3.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende betwist, staat tussen partijen onder meer het volgende vast.

- [gedaagde] is een bedrijfstakpensioenfonds voor ondernemingen die zich in hoofdzaak bezighouden met de groothandel in bouwmaterialen. Deelneming in [gedaagde] is laatstelijk verplicht gesteld bij Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 februari 2015 (Staatscourant 2015, nr. 4798, 17 februari 2015). In artikel 1 van het verplichtstellingsbesluit van [gedaagde] wordt onder is onder meer het volgende opgenomen:

“(…) onder groothandel wordt verstaan de bedrijfsuitoefening waarbij de onderneming voor eigen rekening en risico goederen betrekt, naar behoefte in voorraad houdt en verkoopt aan bedrijfsmatige verbruikers c.q. verwerkers, dan wel groot- of kleinhandelaren

- In de toelichting op de verplichtstelling is onder meer het volgende opgenomen:

“(…) Voor de uitleg van de term Onderneming wordt aangesloten bij de definitie van artikel 2 van het Handelsregisterbesluit 2008. Op basis hiervan is er sprake van een Onderneming indien er sprake is van: ‘een voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid die uit één of meer personen bestaat waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.’” en

“(…) Een onderneming betrekt niet voor eigen rekening en risico goederen, wanneer het optreedt als handelsagent zoals bedoeld in artikel 7:428 BW”.

- [eiseres] is een op 26 oktober 2009 opgerichte besloten vennootschap. In het handelsregister wordt [eiseres] omschreven als een ‘groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen’. [eiseres] is een 100%...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT