Uitspraak Nº 6783052 CV EXPL 18-3204. Rechtbank Gelderland, 2019-02-21

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:931
Date21 Febrero 2019
Docket Number6783052 CV EXPL 18-3204
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 6783052 \ CV EXPL 18-3204 \ 25115 \ 32268

uitspraak van

vonnis

in de zaak van

[eiseres]

wonende te [woonplaats]

eisende partij

gemachtigde mr. I.M.M. Verhaak

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Boriz B.V.

gevestigd te Velp

gedaagde partij

gemachtigde mr. G.J.G. Olijslager

Partijen worden hierna [eiseres] en Boriz genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 30 mei 2018 en de daarin genoemde processtukken;

- de comparitie van partijen van 21 september 2018;

- de akte wijziging / vermeerdering van eis van 24 oktober 2018 van de zijde van [eiseres] ;

- de antwoordakte van de zijde van Boriz, ingekomen op de griffie op 19 november 2018.

2 De feiten
2.1.

Tussen partijen heeft een huurovereenkomst bestaan met betrekking tot een appartement op de eerste verdieping aan [de woning] (hierna: de woning) tegen een maandelijkse huurprijs van € 650,00.

2.2.

Boriz is een zorgorganisatie die ambulante begeleiding en wonen met begeleiding biedt aan jongvolwassenen die moeite hebben om zelfstandig te wonen en te leven.

2.3.

Boriz huurde het gehuurde met het doel dit aan een cliënte voor bewoning ter beschikking te stellen in het kader van de door Boriz te bieden zorg c.q. begeleiding (hierna: de bewoonster).

2.4.

In artikel 13 van de huurovereenkomst is onder meer bepaald dat in de woning geen uiterlijke kenmerken veranderd mogen worden zonder overleg met de verhuurder.

2.5.

In artikel 20 van de toepasselijke algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte 2003 staat, voor zover relevant:

In verzuim zijn / boetebeding

(…)

20.6

Huurder is aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,- per kalenderdag verschuldigd voor elke verplichting uit deze overeenkomst met de bijbehorende algemene bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt, onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die verplichting te voldoen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.

2.6.

In het stuk “Oplevering appartement aan de Hoflaan 58, 1e etage”, gedateerd 22 november 2016, staat:

Bevindingen (samen met ene medewerker van Boriz en de eigenaar)

Douche:

Twee scheuren in de bodem van de nieuwe douchecabine.

Beschadigingen beschermkap bodem douche.

Wieltjes van de douchedeur liggen los

De douche is erg vuil

Oude douch: scheur in de bodem van de douchebak

De toiletbril ontbreekt.

De schoorstenen zijn zwart behangen door de huurder (3 maal). De behang dient weer te worden verwijderd door de huurder.

Er zijn veel gaten geboord in de muren.

Er is een stuk van het plafond losgekomen.

Er zijn op diverse plaatsen gaten in het plafond geboord voor het ophangen van gordijnen .

(Bij dit soort woningen dienen gordijnen aan de kozijnen te worden bevestigd vanwege de kwetsbaarheid van de plafonds.)

De tijdelijke vloer die de huurder had gelegd is verwijderd. De schade hierbij is dat de plinten ontbreken bij de originele vloeren en dat de houten keukenvloer is verdwenen.

De hardhouten kozijnen aan de straatzijde van het appartement, die in de transparante lak stonden, zijn zonder toestemming van de verhuurder wit geschilderd. Het zelfde geldt voor de deuren van de keukenkastjes,. Deze zijn ook zonder toestemming van de verhuurder door de huurder wit geschilderd.

De hangtafel bij de keuken mist vele verf,

De scheidingsmuur half weg de woonkamer is van onderen gescheurd, waarschijnlijk door trappen tegen de muur (de muur staat daar vol voetafdrukken.

Bij de balustrade van de trap is een spijl afgebroken en er ontbreekt een spij.

De voordeur is beschadigd door trappen en/of metalen voorwerpen.

3 De vordering en het verweer
3.1.

[eiseres] vordert na wijziging en vermeerdering van haar eis dat Boriz, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te betalen een bedrag van € 1.487,84 (bestaande uit de huur van twee maanden van € 1.300,00 en de verschuldigde rente tot 1 maart 2018 van € 187,84), te vermeerderen met de contractuele rente over € 1.300,00 vanaf 1 maart 2018 tot aan de dag van volledige betaling, een bedrag van € 12.860,00 (bestaande uit de herstelkosten van in totaal € 11.986,18 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 873,82), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 27 maart 2018 tot aan de dag van volledige betaling en de contractuele boete van € 375,00 over de periode van 1 december 2016 tot 1 maart 2018, te vermeerderen met een bedrag van € 25,00 per maand vanaf 1 maart 2018 tot aan de maand van volledige betaling. Tevens vordert [eiseres] de veroordeling van Boriz in de kosten van dit geding.

3.2.

[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen partijen een huurovereenkomst heeft bestaan tot 1 december 2016. Na de opzegging heeft op 22 november 2016 een vooroplevering plaatsgevonden waarbij er gebreken zijn geconstateerd. Het herstellen dan wel in oorspronkelijke staat brengen van deze gebreken heeft [eiseres] begroot op in totaal € 11.986,18 op grond van diverse offertes. Vervolgens heeft Boriz de sleutels niet tijdig, vóór 1 december 2016, ingeleverd zodat zij de huur van december 2016 verschuldigd is geworden en heeft [eiseres] de woning niet vóór 1 februari 2017 kunnen verhuren wegens de aanwezige gebreken. Verder bepalen de algemene voorwaarden dat de huurder een direct opeisbare boete van € 25,00 per kalenderdag aan de verhuurder moet betalen voor elke verplichting die de huurder niet is nagekomen of overtreedt. [eiseres] beperkt deze boete tot een bedrag van € 25,00 per maand, zodat zij over de periode van 1 december 2016 tot 1 maart 2017 een bedrag van € 375,00 vordert. Nu Boriz deze bedragen onbetaald heeft gelaten, vordert [eiseres] tevens de contractuele rente, de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten.

3.3.

Boriz voert gemotiveerd verweer waarop hierna, voor zover relevant voor de zaak, zal worden ingegaan.

4 De beoordeling
4.1.

Vaststaat dat tussen partijen een huurovereenkomst heeft bestaan die inmiddels is geëindigd. In geschil is allereerst wanneer deze huurovereenkomst tot een einde is gekomen.

Huur december

4.2.

[eiseres] stelt in dit kader dat Boriz de huurovereenkomst te laat heeft opgezegd. Zij heeft weliswaar bij brief van 31 oktober 2016 de huurovereenkomst opgezegd met inachtneming van één maand opzegtermijn, maar zij heeft deze brief vervolgens op 1 november 2016 in de avonduren naar [eiseres] gestuurd. Dus had de opzegging pas effect met ingang van 1 januari 2017, aldus [eiseres] . Daar komt bij dat Boriz de sleutels van de woning pas in de loop van december 2016 heeft ontvangen. Om die reden vordert [eiseres] de huur voor de maand december 2016.

4.3.

Boriz voert hiertegen aan dat zij geprobeerd heeft om een afspraak te maken met [eiseres] voor de eindoplevering en de overhandiging van de sleutels, maar dat er niet werd gereageerd. Op 15 december 2016 heeft Boriz de sleutels daarom per aangetekende post aan de makelaar van [eiseres] toegestuurd.

4.4.

Vooropgesteld wordt dat een eenzijdige rechtshandeling als een opzegging pas werking heeft op het moment dat deze degene tot wie deze is gericht, heeft bereikt. Nu Boriz niet heeft betwist dat Boriz de opzeggingsbrief pas op 1 november 2016 heeft verstuurd, staat vast dat [eiseres] deze pas in november 2016 heeft ontvangen. Dit brengt mee dat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT