Uitspraak Nº 6890046 CV EXPL 18-2740. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-01-24

ECLIECLI:NL:RBOBR:2019:89
Date24 Enero 2019
Docket Number6890046 CV EXPL 18-2740

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch

Zaaknummer : 6890046

Rolnummer : 18-2740

Datum : 24 januari 2019

in de zaak van:

1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV),
gevestigd te Utrecht;

2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Vakmensen,
gevestigd te Utrecht,
eisers,

gemachtigde: mr. D.G. van der Mark,

t e g e n

1 de besloten vennootschap Jumbo Distributiecentrum B.V.,
gevestigd te Veghel,

gedaagde sub 1,
gemachtigde: mr. S. Sikkink;

2 de besloten vennootschap OTTO Workforce B.V.,
gevestigd te Venray,

gedaagde sub 2,
gemachtigde: mr. P.E.F. Domevscek.

Partijen zullen hierna worden genoemd: “FNV”, “CNV”, “Jumbo” en “OTTO”.

1 Het verloop van het geding
1.1.

Dit blijkt uit het volgende:

a. de dagvaarding, met 21 producties;

b. de conclusie van antwoord zijdens Jumbo, met 18 producties;

c. de conclusie van antwoord zijdens OTTO, met 2 producties;

d. het tussenvonnis van 26 juli 2018, waarin de kantonrechter een comparitie van partijen heeft bepaald;

e. de comparitie van partijen d.d. 17 december 2019.

Jumbo heeft voorafgaand aan de comparitie van partijen nog een productie toegezonden (productie 19). Ook FNV en CNV hebben voorafgaand aan de comparitie nog producties toegezonden (productie 22 tot en met 34, ingebracht bij brief van 10 december 2018 en productie 35, ingebracht per telefaxbericht van 10 december 2018).

1.2.

Tijdens de comparitie van partijen hebben partijen bij monde van hun gemachtigden hun standpunten toegelicht. Daarbij hebben alle partijen zich bediend van een pleitnota (FNV en CNV met een gezamenlijke pleitnota, OTTO en Jumbo met ieder een afzonderlijke pleitnota). Tot slot van de comparitie is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

FNV en CNV zijn vakverenigingen die zich ten doel stellen de belangen van werknemers, onder wie de werknemers van Jumbo, te behartigen.

2.2.

Jumbo Distributiecentrum B.V. is onderdeel van de Jumbo-groep, die één van de grootste supermarktketens in Nederland drijft. De Jumbo-groep heeft een netwerk van distributiecentra waar ingekochte goederen binnenkomen en van waaruit haar supermarkten worden bevoorraad.

2.3.

OTTO is een internationaal opererende arbeidsbemiddelaar. Zij houdt zich bezig met het ter beschikking stellen van uitzendkrachten aan opdrachtgevers. OTTO stelt (onder meer) aan Jumbo uitzendkrachten ter beschikking, die werkzaam zijn in verschillende distributiecentra, waaronder het distributiecentrum van Jumbo te Woerden.

2.4.

Ten behoeve van haar medewerkers heeft Jumbo Distributiecentrum B.V. gedurende een aantal jaren een eigen ondernemings-cao afgesloten met werknemersorganisaties - waaronder FNV en CNV -, de Jumbo Logistiek CAO (hierna tevens aangeduid als “CAO”). De laatste CAO is per 1 april 2016 in werking getreden. Met betrekking tot de looptijd van de CAO is in artikel 2.2. bepaald:

“Deze CAO wordt aangegaan met ingang van 1 april 2016 en eindigt per 1 april 2017. Tussentijdse wijzigingen kunnen alleen tot stand komen met instemming van beide partijen. Voor 1 april 2017 zullen CAO-partijen overleg voeren om deze overeenkomst te verlengen.”

2.5.

De contacten tussen FNV en CNV enerzijds en Jumbo anderzijds over een nieuwe CAO zijn aangevangen in januari 2017. Op verschillende data hebben partijen overleg gevoerd over een nieuw te sluiten CAO Jumbo Logistiek. Er is echter geen nieuwe CAO gesloten. Na de mededeling van FNV en CNV aan Jumbo dat partijen “uitonderhandeld” zijn, volgden op maandag 3 tot en met maandag 10 april 2017 door FNV en CNV georganiseerde prik- en stiptheidacties.

Op maandag 10 april 2017 heeft Jumbo haar personeel ingelicht over het besluit om de lonen met ingang van 1 april 2017 (alvast) eenzijdig te verhogen met 1,5%.

Op 11 april 2017, de week voor Pasen, zijn stakingen in de distributiecentra van Jumbo aangevangen. Jumbo heeft een kort geding aangespannen om deze stakingen door de rechter te laten verbieden. De kantonrechter te Utrecht heeft de vorderingen van Jumbo afgewezen en de stakingen toelaatbaar geoordeeld.

2.6.

Op 12, 13, 18 en 21 april 2017 heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna “Inspectie SZW” genoemd ), belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens de Wet allocatie arbeidskrachten en intermediairs (verder “Waadi” genoemd), onderzoek gedaan naar de gang van zaken rond de stakingen op 11, 12 en 21 april 2017 in het distributiecentrum van Jumbo te Woerden. In dat kader heeft de Inspectie SZW diverse betrokkenen bij OTTO, “Uitzendbureau Z” en Jumbo gehoord.

2.7.

Op 24 april 2017 heeft Jumbo per brief aan FNV en CNV bevestigd dat de Jumbo Logistiek CAO per 1 april 2017 is geëindigd en dat er geen verlenging zou komen.

2.8.

Op 20 november 2017 heeft de Inspectie SZW een rapport uitgebracht naar aanleiding van haar onderzoek. De conclusie van de Inspectie SZW (bladzijde 9 van het rapport) luidt als volgt:

Samenvatting en Mij, arbeidsinspecteur [naam arbeidsinspecteur] , is uit alle aan ons ter beschikking gestelde constateren overzichten van Jumbo DC en de betreffende uitzendbureaus, niet

overtreding art. 10 gebleken dat er extra uitzendpersoneel is ingezet ten tijde van de

Waadi staking.

Ten aanzien van uitzendkrachten 1 tot en met 8 is gebleken uit

verklaringen en kloksysteem dat zij werkzaamheden hebben verricht op

een andere afdeling dan waar zij normaal te werk zijn gesteld. Ook

hebben zij werkzaamheden verricht die normaal in het weekend worden

gedaan door de uitzendkrachten. Uit verklaringen is gebleken dat

uitzendkrachten 1 tot en met 8 te werk zijn gesteld op de afdeling Vers

omdat deze afdeling last had van de staking. Uit verklaringen is

gebleken dat uitzendkrachten 1 tot en met 8 de werkzaamheden, het

besturen van reachtrucks, verrichten om zodoende het arbeidsproces te

laten voortgaan.

Uitzendkrachten 1 tot en met 6 verklaarde zelf dat zij deze

werkzaamheden hebben verricht op de afdeling Vers vanwege de

staking.

Uitzendkrachten 1 tot en met 6 verklaarde ook dat de werkzaamheden

zijn verricht onder leiding en toezicht van teamleiders van Jumbo DC.


Bovenstaande wordt bevestigd door de kloksystemen waarop zichtbaar

is dat uitzendkrachten 1 tot en met 8 op verschillende afdelingen

werkzaamheden hebben verricht. (zie bijlage 12 en 13.)


Uit onderzoek is naar voren gekomen dat er vanuit de uitzendbureaus

maatregelen waren genomen ten aanzien van de staking. (zie bijlage

6). Echter is er onvoldoende afstemming en toezicht geweest op het

verrichten van mogelijk besmet werk door uitzendkrachten van Otto

Workforce BV.

Uitlener aanmerken Ik, arbeidsinspecteur [naam arbeidsinspecteur] , merk overtreder Otto Workforce BV aan als

als overtreder degene die tijdens de werkstaking arbeidskrachten ter beschikking

heeft gesteld aan de ondernemer waar wordt gestaakt, Jumbo DC.”

2.9.

Bij brief van 18 december 2017 heeft de gemachtigde van FNV en CNV aan Jumbo medegedeeld dat de Jumbo Logistiek CAO niet is geëindigd, omdat de CAO niet rechtsgeldig is opgezegd, en dat Jumbo derhalve nog steeds gehouden is om de verplichtingen met betrekking tot de vakbondsfaciliteiten en de 1-op-1 regeling na te komen. Daarnaast geeft de gemachtigde van FNV en CNV aan dat zij zowel Jumbo als OTTO aansprakelijk stellen voor de door de Inspectie SZW geconstateerde schending van artikel 10 Waadi door OTTO.

2.10.

Bij brief van 29 december 2017 heeft Jumbo de stelling van FNV en CNV dat de CAO thans nog geldt, verworpen. Ook betwist Jumbo in deze brief dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens FNV en CNV.

2.11.

Jumbo is na een onderhandelingstraject met de Centrale Ondernemingsraad en de Ondernemingsraad Supply Chain een arbeidsvoorwaardenregeling Jumbo Logistiek (verder “AVR” genoemd) overeengekomen. De AVR is van kracht geworden op 26 februari 2018. De AVR heeft een looptijd van vijf jaar en geldt voor medewerkers van Jumbo die schriftelijk hebben aangegeven akkoord te gaan met de toepassing ervan.

2.12.

Op 1 mei 2018 is de dagvaarding in de onderhavige procedure uitgebracht.

3 Het geschil
3.1.

FNV en CNV vorderen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1. voor recht te verklaren dat OTTO jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld vanwege schending van artikel 10 Waadi en derhalve aansprakelijk is voor de daardoor door FNV en CNV geleden en nog te lijden schade;

2. voor recht te verklaren dat Jumbo jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld door te

profiteren van de schending van artikel 10 Waadi door OTTO alsmede / dan wel door in

strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, de stakingen te breken door het inzetten van andere arbeidskrachten dan hun eigen werknemers, en derhalve

aansprakelijk is voor de daardoor door FNV en CNV geleden en te lijden schade;

3. OTTO en Jumbo hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan FNV en CNV te betalen de schade die is geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van OTTO en Jumbo, nader op te maken bij staat;

4. voor recht te verklaren dat de CAO Jumbo Logistiek 2016-2017 niet rechtsgeldig is

opgezegd tegen 1 april 2017, noch tegen 1 april 2018 en dat de CAO Jumbo Logistiek 2016-2017 nog steeds geldt;

5. OTTO en Jumbo hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers te voldoen de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 6.775,00, inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit

bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

6. Jumbo te veroordelen tot naleving van artikel 28 van de CAO Jumbo Logistiek 2016-2017

en tot naleving van het Protocol bij de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT