Uitspraak Nº 7035818 VV EXPL 18-43. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2018-08-15

ECLIECLI:NL:RBZWB:2018:4849
Docket Number7035818 VV EXPL 18-43
Date15 Agosto 2018
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Breda

zaaknummer 7035818 VV EXPL 18-43

vonnis in kort geding van 15 augustus 2018

in de zaak

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiseres, hierna “ [eiseres] ” te noemen,

gemachtigde: mr. W.C.D.E. Wolfhagen, advocaat te Breda,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [adres 1] ,

gedaagde, hierna “ [gedaagde] ” te noemen,

gemachtigde: mr. C.A. Gobbens, advocaat te Breda.

1 Het verloop van de procedure
1.1

De procedure blijkt uit de volgende stukken:

  1. de dagvaarding van 4 juli 2018 met producties;

  2. productie A van [gedaagde] ;

  3. de akte overlegging producties van [eiseres] ;

  4. e akte houdende depot van [eiseres] ;

  5. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van

6 augustus 2018;

de pleitaantekeningen van mr. W.C.D.E. Wolfhagen;

de pleitaantekeningen van mr. C.A. Gobbens.

2 De feiten
2.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of op grond van de onweersproken inhoud van de in het geding gebrachte producties staat tussen partijen in deze procedure, voor zover van belang, het volgende vast:

  1. [gedaagde] huurt vanaf 1 november 1984 de bovenwoning op de eerste en tweede verdieping aan de [adres 2] (hierna: “het gehuurde”).

  2. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) was eigenaar van het pand waarin het gehuurde zich bevindt (hierna: het pand). Het pand is daarna verkocht aan [naam 2] . In een e-mail van 30 augustus 2017, verzonden om 21.27 uur, verklaart [naam 1] aan mr. Wolfhagen dat onderstaande tekst juist is.

“(…) Wij hadden het pand eigenlijk veel langer in eigendom willen houden (we hadden na een brand net verbouwd en geïnvesteerd), maar de overlast die mevrouw [gedaagde] veroorzaakte heeft ons daar toch toe doen beslissen. (…)”

[eiseres] is vanaf 3 maart 2015 eigenaar van het pand. In het pand bevinden zich de volgende woningen; [adres 3] (begane grond voor), [huisnummer] (het gehuurde), [huisnummer] (eerste en tweede verdieping) en [huisnummer] (begane grond achter).

[naam 3] (hierna: [naam 3] ” te noemen) is de beheerder van het pand.

Over en weer ervaren [gedaagde] en voormalige en huidige buurtbewoners (waaronder huurders van de [adres 4] ) al lange tijd overlast van elkaar.

In een proces-verbaal van aangifte door [naam 4] van 6 april 2016, destijds wonende aan de [adres 4] , is het volgende vermeld.

“(…) Als ik haar, [gedaagde] , hoor, en zeker als ik haar zie, dan functioneer ik gewoon niet meer. Ik heb nu ook met school af moeten spreken dat ik de volgende periode gewoon rustiger aan moet gaan doen omdat ik het thuis niet meer trek. Ik ben ook op zoek naar een andere woning want dit gaat niet meer (…)”

Omstreeks maart 2017 is geprobeerd een buurtbewonersbijeenkomst te organiseren en om een buurtbemiddelingstraject te starten. De bijeenkomst heeft niet plaatsgevonden. Het traject is niet opgestart.

Bij dagvaarding van 13 april 2017 heeft [eiseres] (onder meer) gevorderd om de huurovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde te ontruimen. [gedaagde] heeft in reconventie een verklaring voor recht gevorderd dat de achtertuin tot het gehuurde behoort en afgifte van sleutels gevorderd die toegang tot die tuin.

In een e-mail van [naam 5] (destijds huurder van de woning gelegen aan de [adres 5] ) aan zijn verhuurder ( [naam 6] ), [naam 1] en mr. Wolfhagen, verzonden op 26 september 2017 om 17.00 uur, is het volgende vermeld.

“(…) Graag wil ik jullie mededelen dat ik een andere woning heb gevonden. (…) Een van de redenen is dat ik genoeg heb van de terreur van mijn buurvrouw, Mevr. [gedaagde] . Ik ben voor van alles uitgemaakt, ik kon niet rustig op het balkon zitten, of mevrouw stond buiten nare dingen te roepen, foto’s te maken, zand/stenen/water op ons balkon te vegen/gooien, etc. Ik durfde niet iets buiten te laten staan (bijv. de was), omdat ik bang was dat er iets mee zou gebeuren. Het was zelfs zo erg dat vrienden en vriendinnen niet meer langs wilden/durfden te komen, omdat ze zich niet veilig voelden en geen zin hadden in de terreur van de buurvrouw (…)”

In het vonnis van 25 oktober 2017 in de zaak met zaaknummer 5950263 CV EXPL 17-2179 (hierna: “het vonnis van 25 oktober 2017”) staat dat is vast komen te staan dat [gedaagde] op 3 mei 2016 [naam 5] en [naam 7] (destijds eveneens huurder van de woning gelegen aan de [adres 5] ) bewust heeft natgemaakt door water van haar balkon op hen te vegen. Bovendien is onder meer vast komen te staan dat [gedaagde] op 12 juli 2017 water van haar balkon op [naam 1] en de hond van [naam 8] (voormalig huurder van de woning gelegen aan de [adres 5] ) heeft gegooid en dat sprake is geweest van scheldpartijen richting [naam 1] en in de richting van [naam 5] .

In het vonnis van 25 oktober 2017 zijn de vorderingen in conventie en in reconventie afgewezen. Daartoe heeft de kantonrechter (onder meer) het volgende overwogen.

“(…) [gedaagde] heeft zich niet als goed huurder gedragen (…). De vraag is echter of deze tekortkoming zodanig is dat het de gevorderde ontbinding en ontruiming rechtvaardigt.

(…) Bij de beantwoording van deze laatste vraag is van belang dat niet alleen [gedaagde] , maar ook enkele andere buurtbewoners zich hebben misdragen. Zoals de kantonrechter heeft overwogen, rechtvaardigt dat niet het gedrag van [gedaagde] , maar speelt het wel een rol bij de beoordeling van de ernst van de tekortkoming. Verder weegt de kantonrechter mee dat [gedaagde] zich deels zo heeft gedragen doordat zij ervan overtuigd was dat zij – na een lange periode van feitelijk gebruik van de tuin en gang – het recht had op gebruik en dus ten onrechte niet werd toegelaten. Nu hierna in reconventie in rechte zal worden vastgesteld dat [gedaagde] op dit punt in een onjuiste veronderstelling verkeerde, gaat de kantonrechter ervan uit dat hiermee een belangrijke oorzaak van het wangedrag van [gedaagde] wordt weggenomen.

(…) gelet op de geschetste omstandigheden van het geval rechtvaardigt deze tekortkoming de gevorderde ontbinding met haar (vergaande) gevolgen niet. Daarbij overweegt de kantonrechter wel dat [gedaagde] zal moeten stoppen met haar overlast veroorzakende gedragingen. Bovendien zal zij haar medewerking moeten verlenen aan verzoeken van de verhuurder en de beheerder, bijvoorbeeld ten aanzien van het herstel van het platte dak. Als zij dat niet doet, dient [gedaagde] er ernstig rekening mee te houden dat het oordeel in het licht van dit vonnis een volgende keer anders kan uitvallen. (…)”

In een e-mail van [naam 1] aan [gedaagde] van 30 oktober 2017 om 11.31 uur is het volgende vermeld.

“(…) 1 november 17:00 uur is het moment dat wij van u verwachten dat alles daar weg is. (…) Het dak wordt volledig vervangen en er worden hemelwaterafvoeren vervangen. Ook worden de gevels schoongemaakt van begroeiing die mede oorzaak is van de schade aan het dak en de gevel (…)

In een e-mail, verzonden op 31 oktober 2017 van mr. Terpstra (destijds gemachtigde van [gedaagde] ) aan [naam 1] , is het volgende vermeld.

“(…) Cliënte zal ervoor zorgen dat de op het platte dak aanwezige goederen, voor zover deze haar eigendom zijn, uiterlijk 1 november om 17.00 uur verwijderd zijn, in ieder geval voor de duur van de werkzaamheden. (…)”

In een e-mail van 1 november 2017 om 14.45 uur van [gedaagde] aan [naam 1] is het volgende vermeld.

“(…) Vanmiddag ben ik geruime tijd bezig geweest met het opruimen van het dakterras op de eerste verdieping (…) Helaas lukt het mij niet de vele bloempotten en andere zware objecten vandaag, voor 17.00 uur nog weg te krijgen. Wellicht kunnen de dakdekkers mij hierbij helpen. Anders moet ik hulp inroepen van vrienden en deze zijn pas in het weekend in de gelegenheid om mij te helpen. (…)”

In een e-mail van 1 november 2017 om 16.21 uur van mr. Terpstra aan [naam 1] is het volgende vermeld.

“(…) Mijn cliënte haalde nog enkele zaken van het platte dak die zij zelf wel kon tillen. Op dat moment werd er door de vriend van mevrouw De Jong met stenen naar mijn cliënte gegooid. Cliënte heeft het verder leegruimen van het platte dak dientengevolge noodgedwongen moeten staken. (…)”

In een e-mail van [naam 1] aan mr. Terpstra, verzonden op 2 november 2017 om 15.29 uur, is het volgende vermeld.

“(…) De dakdekker, die vandaag voor de [adres 5] had ingepland, heeft daardoor voor de tweede keer zijn planning moeten omgooien, omdat uw cliënte het dak niet heeft ontruimd. (…) Ik verzoek en sommeer uw cliënte het dak met de zogenaamd zware spullen dit weekend met behulp van anderen te ontruimen, zodat het dak vanaf maandag 6 november a.s. leeg is en de werkzaamheden gestart kunnen worden (…)”

In een e-mail, verzonden op maandag 6 november 2017, verzonden om 14:00 uur, van mr. Terpstra aan [naam 1] is het volgende vermeld.

“(…) Cliënte laat mij weten dat zij, overigens als sinds afgelopen donderdagavond [kantonrechter: 2 november 2017], haar spullen van het platte dak heeft verwijderd. Voor zover er op het platte dak nog spullen staan, zijn die niet eigendom van cliënte. Het is aan u cq mevrouw [eiseres] wat u cq zij daarmee wenst te doen. Op een verhoging/plateau langs het platte dak (niet op het platte dak zelf) staan nog wel 2 gevulde plantenpotten, maar met cliënte neem ik aan dat die geen belemmering vormen voor het uitvoeren van het beoogde werk. Die staan namelijk niet op het vloeroppervlak van het platte dak (…)”

In een e-mail, verzonden op 6 november 2017 om 15.31 uur door [naam 1] aan mr. Terpstra, is het volgende vermeld.

“(…) Hetgeen ik vanochtend heb vastgesteld bij de voorinspectie van het platte dak zijn zaken waarvan uw cliënte in het verleden heeft aangegeven dat zij haar eigendom zijn. Ik verwijs u onder andere naar de door haar gevoerde correspondentie hierover met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT