Uitspraak Nº 7065194. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-03-27

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:1168
Date27 Marzo 2019
Docket Number7065194
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 7065194 UC EXPL 18-7904 MEH/1029

Vonnis van 27 maart 2019

In de zaak tussen

de naamloze vennootschap

N.V. Univé Schade,

gevestigd in Assen,

verder te noemen Univé,

eiseres,

gemachtigde: Flanderijn & Van Eck,

en

[gedaagde] ,

wonend in [woonplaats] ,

verder te noemen [gedaagde] ,

gedaagde,

gemachtigde: mr. E.D.B. Groeneweg.

1 De procedure
1.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 7 november 2018;

  • -

    de brief van Univé van 11 december 2018 met producties;

  • -

    de fax van [gedaagde] van 17 december 2018 met een productie;

  • -

    de comparitie van 18 december 2018, waarvan aantekening is gehouden;

  • -

    de akte uitlating en wijziging grondslag van eis van Univé;

  • -

    de antwoordakte van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 Voorgeschiedenis
2.1.

[gedaagde] was eerst eigenaar van een Citroën Berlingo en daarna van een Fiat Doblo. Beide auto’s waren verzekerd bij Univé. Op 28 augustus 2017 reed [A] , de ex-partner van [gedaagde] , in de Fiat. Hij was betrokken bij een aanrijding met een BMW. [A] reed vanaf een parkeerterrein een voorrangsweg op en gaf daarbij geen voorrang aan de BMW. De eigenaar van de BMW, [B] , was ook verzekerd bij Univé.

2.2.

Univé heeft de schade aan de BMW vergoed en wil die nu van [gedaagde] betaald krijgen, omdat zij volgens Univé bij het aangaan van beide verzekeringsovereenkomsten onjuiste informatie heeft gegeven. Daarom hoeft Univé geen dekking te verlenen. [gedaagde] is het daar niet mee eens.

Daarnaast heeft Univé de persoonsgegevens van [gedaagde] opgenomen in haar incidentenregister en voor twee jaar in het Extern Verwijzingsregister.

3 De vordering
3.1.

Volgens Univé heeft zij recht op betaling van € 13.496,02. Dat bedrag bestaat uit de hoofdsom van € 12.340, uit buitengerechtelijke kosten van € 1.087,06 en wettelijke rente van € 68,96. Het bedrag van € 12.340 bestaat uit de schade aan de BMW (€ 12.040) en vervangend vervoer voor [gedaagde] (€ 300). Univé beperkt haar vordering tot € 12.500.

3.2.

Zij vordert dat de kantonrechter [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis veroordeelt tot betaling van € 12.500, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 12.340 en haar ook veroordeelt in de proceskosten.

4 De standpunten
4.1.

Volgens Univé is de eerste overeenkomst van 14 juni 2017 online afgesloten. Het gaat om de verzekering voor de Citroën. Op de bevestiging van de aanvraag van deze verzekering is de vraag “Bent u de hoofdbestuurder van de auto?” met ja beantwoord en is achter “Schadevrije jaren” 15 ingevuld.

Verder zijn de vragen “Is u, of iemand anders die belang heeft bij deze verzekering, in de afgelopen 5 jaar een verzekering geweigerd, opgezegd of onder beperkende voorwaarden aangeboden?” en “Bent u, of iemand anders die belang heeft bij deze verzekering, in de afgelopen 8 jaar als verdachte in aanraking gekomen met politie en/of justitie of veroordeeld in verband met: …” beide met nee beantwoord.

4.2.

De tweede overeenkomst, die voor de Fiat, is op 8 juli 2017 tot stand gekomen. [gedaagde] belde namelijk op met de vraag of de verzekering kon worden omgezet. Tijdens dat gesprek is volgens Univé uitdrukkelijk de vraag gesteld of [gedaagde] de hoofdbestuurder was. Die vraag heeft zij bevestigend beantwoord, wat ook op het polisblad is vermeld.

Onderzoek door [naam onderzoeksbureau] heeft uitgewezen dat [gedaagde] helemaal geen rijbewijs heeft en dat [A] in de auto’s reed. Hij is in de laatste acht jaar voor de verzekeringsovereenkomsten met politie en/of justitie in aanraking gekomen vanwege een verkeersmisdrijf, waarna hem in 2015 de rijbevoegdheid is ontzegd. En [A] is ook nog binnen vijf jaar voor de overeenkomsten tweemaal een verzekering geweigerd, waaronder op 6 december 2016 bij Univé.

4.3.

[gedaagde] ontkent dat zij de verzekeringsovereenkomst voor de Citroën niet “op eigen naam” heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT