Uitspraak Nº 7450080 CV EXPL 19-220. Rechtbank Noord-Holland, 2019-07-31

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:6929
Date31 Julio 2019
Docket Number7450080 CV EXPL 19-220
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 7450080 \ CV EXPL 19-220

Uitspraakdatum: 31 juli 2019

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. M.L. Ensing

tegen

de besloten vennootschap Schneider Electric Systems Netherlands N.V.

gevestigd te Baarn

gedaagde

verder te noemen: Schneider

gemachtigde: mr. A.G. van Marwijk Kooy

en

de naamloze vennootschap SRLEV N.V., handelend onder de naam Zwitserleven

gevestigd te Alkmaar

gedaagde

verder te noemen: Zwitserleven

gemachtigde: mr. W. van Heest

1 Het procesverloop
1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 20 december 2018 een vordering tegen Schneider en Zwitserleven ingesteld. Schneider en Zwitserleven hebben schriftelijk geantwoord.

1.2.

Op 4 juli 2019 heeft een zitting plaatsgevonden, waar de zaak gevoegd is behandeld samen met een vergelijkbare zaak van een andere voormalige werknemer van Schneider. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Schneider en Zwitserleven hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 25 juni 2019 nog stukken toegezonden.

2 De feiten
2.1.

[eiser], geboren [geboortedag] 1943, is van 13 februari 1968 tot 3 juli 2008 in dienst geweest van (de rechtsvoorgangers van) Schneider.

2.2.

[eiser] is met ingang van 1 januari 1992 gaan deelnemen aan een (nieuwe) pensioenregeling van (de rechtsvoorgangers van) Schneider.

2.3.

Van de nieuwe pensioenregeling maakt gelet op artikel 16 lid 2 van het daarbij behorende Pensioenreglement van 1 april 1992 (hierna: het Pensioenreglement 1992) deel uit een onvoorwaardelijk recht op een toeslag, in de vorm van een aanspraak op een jaarlijkse verhoging van het pensioen door middel van indexering, afhankelijk van de jaarlijkse prijsstijging op basis van het prijsindexcijfer voor de kosten van levensonderhoud (voor werknemersgezinnen) van het Centraal Bureau voor de Statistiek, ook wel aangeduid als ‘Consumentenprijsindex’ (hierna: CPI). Uit artikel 16 lid 3 van het Pensioenreglement 1992 volgt dat de toeslag wordt beperkt tot een maximum van 3% als er onvoldoende financiering is voor de toeslag.

2.4.

Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet (hierna: Pw) in werking getreden, als opvolger van de Pensioen- en spaarfondsenwet (hierna: Psw).

2.5.

Per 3 juli 2008 is [eiser] gepensioneerd en sindsdien ontvangt hij een pensioenuitkering.

2.6.

Ten tijde van de pensionering van [eiser] was een pensioenreglement van 10 september 2010 van toepassing, in werking getreden op 1 april 2007 (hierna: het Pensioenreglement 2007). In artikel E6 van het Pensioenreglement 2007 staat een recht op een onvoorwaardelijke toeslagverlening gelijk aan de procentuele stijging van de CPI met een maximum van 3%, en een voorwaardelijke toeslag voor CPI-stijgingen boven 3%.

2.7.

In 2013 zijn de voorgaande pensioenreglementen gewijzigd, en tekstueel nog gecorrigeerd in 2015 (hierna: het Pensioenreglement 2013). In artikel 10 van het Pensioenreglement 2013 is een onvoorwaardelijk recht op toeslag bij CPI-stijgingen tot 3% neergelegd en een voorwaardelijk recht (voor het meerdere) bij stijgingen daarboven.

2.8.

Ter uitvoering van de pensioenreglementen zijn verschillende uitvoeringsovereenkomsten aangegaan, laatstelijk tussen Schneider en Zwitserleven met een met looptijd van
1 januari 2014 tot en met 31 december 2018.

2.9.

Met een brief van 23 januari 2018 heeft Schneider aan [eiser] onder meer het volgende meegedeeld:

“Maandelijks ontvangt U een pensioenuitkering van Zwitserleven. Dat pensioen is opgebouwd tijdens uw dienstverband bij Schneider (...).

Wij sturen u deze brief omdat met ingang van 1 januari 2019 de toeslagregeling op uw pensioen gaat veranderen. (...)

In uw pensioenreglement is bepaald dat uw pensioen jaarlijks wordt verhoogd met een toeslag, ook wel indexatie genoemd. (...)

Toeslagen kunnen onvoorwaardelijk of voorwaardelijk zijn. Onvoorwaardelijk betekent dat u onder alle omstandigheden recht heeft op de jaarlijkse toeslag. Bij een voorwaardelijke toeslag is dat niet het geval. Uw huidige toeslagregeling bestaat uit een onvoorwaardelijk deel en een voorwaardelijk deel. Het onvoorwaardelijk deel bedraagt maximaal 3%, daarboven geldt een voorwaardelijk deel.

Een aantal jaren geleden is de wet voor onvoorwaardelijke toeslagen verandert. Onvoorwaardelijke toeslagen moeten sindsdien voor alle toekomstige jaren ineens worden ingekocht en mogen niet meer jaarlijks worden gefinancierd. Voor uw pensioenregeling betekent dat, dat Schneider (...) ineens een eenmalige koopsom aan Zwitserleven zou moeten betalen om al uw jaarlijkse toekomstige onvoorwaardelijke CPI-toeslagen levenslang te garanderen. (...)

Natuurlijk zou met die eenmalige inkoop een zeer groot bedrag gemoeid zijn. Maar eerst komt de vraag aan de orde of het eigenlijk wel mogelijk is een koopsom voor die inkoop vast te stellen. Immers, de prijsindex varieert jaarlijks, afhankelijk van onvoorziene economische ontwikkelingen. Een voorspelling voor de toekomst is onmogelijk, zeker niet over de lange periode waarover pensioenen meestal worden uitgekeerd. Zwitserleven kan dan ook onmogelijk een eenmalige koopsom vaststellen. (...)

Aan de ene kant dwingt de wetswijziging dus tot een aanpassing van de financiering van de huidige toeslagregeling, maar aan de andere kant is een sluitende financieringsmethode voor de toekomstig onzekere prijsindex in de praktijk onmogelijk. Toch wil Schneider (...) de

jaarlijkse aanpassing van uw pensioen aan de prijsindex niet veranderen. Dat hoeft ook niet, want als de toeslagen niet meer onvoorwaardelijk, maar voorwaardelijk worden toegekend, kan de jaarlijkse verhoging op basis van de prijsindex gehandhaafd blijven. Want voorwaardelijke toeslagen vallen niet onder de wetswijziging en mogen gewoon jaarlijks worden gefinancierd. Wel zal ook voor de voorwaardelijke toeslagen in de nieuwe regeling een maximale stijging van 3% gaan gelden. (...)

Al met al verandert er in de praktijk dus niet zo veel ten opzichte van de huidige situatie. Juridisch is er uiteraard wel een verschil. Hiervoor hebben we al vermeld dat bij een onvoorwaardelijke toekenning er altijd recht bestaat op toeslagen en bij een voorwaardelijke toekenning niet. Daarnaast zou, als het wel mogelijk zou zijn geweest de toeslagen ineens in te kopen, de onvoorwaardelijke verplichting zijn overgegaan op Zwitserleven. Nu dit niet mogelijk is, blijft Schneider (...) verantwoordelijk voor de toekenning van toeslagen. Een juridische verplichting is er dan niet meer, maar Schneider (...) heeft absoluut de intentie de

toeslagen te blijven toekennen. (...)

De intentie de toeslagen te handhaven biedt natuurlijk minder waarborgen dan een onvoorwaardelijke verplichting Daarom heeft Schneider (...) al in 2016 bij Zwitserleven een toeslagendepot ingericht. De bedragen die in dit depot zijn gestort hebben een onvoorwaardelijke bestemming voor de financiering van toekomstige toeslagen. (...)

De huidige pensioenovereenkomst van Schneider (...) met Zwitserleven eindigt op 31 december 2018 en zal daarna worden verlengd. Vanaf 1 januari 2019 zal de toeslagregeling in de nieuwe overeenkomst een voorwaardelijk karakter hebben. (...)

De wijziging van de toeslagregeling per 1 januari 2019 is onlangs door de Ondernemingsraad van Schneider (...) goedgekeurd.”

2.10.

In een brief van 5 maart 2018 [kantonrechter: bedoeld is 5 april 2018] heeft de gemachtigde van [eiser] in reactie op de brief van Schneider van 23 januari 2018 laten weten dat niet wordt ingestemd met een wijziging van de toeslagregeling.

2.11.

Zwitserleven heeft [eiser] in een brief van 15 november 2018 onder andere het volgende meegedeeld:

“In de brief van 23 januari van dit jaar bent u uitgebreid geïnformeerd over de wijziging in de pensioenregeling van Schneider (...), die bij Zwitserleven is ondergebracht. (...)

De wijziging van de pensioenregeling komt er in het kort op neer dat tot nu toe de jaarlijkse toeslagen (indexaties) op basis van de Consumenten Prijsindex (CPI) onvoorwaardelijk werden toegekend, maar vanaf 1 januari 2019 voorwaardelijk zullen zijn. Als gevolg van een wetswijziging kan de huidige regeling niet worden gecontinueerd en is een aanpassing onvermijdelijk. De toeslagverlening wijzigt in principe niet, maar is nu voorwaardelijk. Voor een uitgebreidere uitleg verwijzen wij u naar de eerder verzonden brief van januari.”

3 De vordering
3.1.

[eiser] vordert dat voor recht wordt verklaard dat Schneider niet gerechtigd was de onvoorwaardelijke indexatietoezegging van de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen en Schneider te veroordelen tot nakoming van die onvoorwaardelijke indexatietoezegging per 1

januari 2019, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Verder vordert [eiser] een verklaring voor recht dat Zwitserleven haar zorgplicht heeft geschonden en aansprakelijk is voor de schade die [eiser] en zijn nabestaande zullen gaan lijden ten gevolge van het voorwaardelijk maken van de toeslagverlening, nader op te maken bij staat.

3.2.

[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag – samengevat – dat in artikel 16 lid 2 van het Pensioenreglement 1992 een onvoorwaardelijke indexeringstoezegging is neergelegd, die ook na 1 januari 2019 in stand moet worden gehouden en door Schneider moet worden nagekomen. Een onvoorwaardelijke indexeringstoezegging maakt volgens [eiser] deel uit van de pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 1 Pw en dergelijke pensioenaanspraken kunnen op grond van artikel 20 Pw niet (eenzijdig) worden gewijzigd. Zelfs als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT