Uitspraak Nº 7538446 en 7538467. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-04-03

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:1381
Date03 Abril 2019
Docket Number7538446 en 7538467
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummers: 7538446 UC EXPL 19-1641 en 7538467 UC EXPL 19-1643 NRV/31465

Vonnis in de gevoegde zaken van 3 april 2019

in de zaak met nummer 7538446 UC EXPL 19-1641 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BRUNA B.V.,

gevestigd te Houten,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procesadvocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

behandelend advocaat: mr. J.M. Hesselink te Amstelveen,

tegen

1 [Partij II sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [Partij II sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

verweerders in conventie,

eisers in reconventie,

procesadvocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten,

behandelend advocaat: mr. A.W. Dolphijn te Rotterdam,

en de zaak met nummer 7538467 UC EXPL 19-1643 van

de vennootschap onder firma

[Partij III] V.O.F. h.o.d.n. [handelsnaam],

kantoorhoudende te [vestigingsplaats 1] ,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie

procesadvocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten,

behandelend advocaat: mr. A.W. Dolphijn te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BRUNA B.V.,

gevestigd te Houten,

verweerster in conventie,

eiseres in reconventie,

procesadvocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

behandelend advocaat: mr. J.M. Hesselink te Amstelveen.

Partijen zullen hierna Bruna, de heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] , de vof en [Partij II sub 1 c.s.] (de heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] en de vof samen) worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het procesdossier van de zaak 7538446 UC EXPL 19-1641 (Bruna tegen de heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] ) bevat:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de akte wijziging van eis

  • -

    de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie

  • -

    het tussenvonnis van 10 oktober 2018

  • -

    de producties 24 t/m 29 van de heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] .

1.2.

Het procesdossier van de zaak 7538467 UC EXPL 19-1643 (de vof tegen Bruna) bevat:

  • -

    de procesinleiding

  • -

    het verweerschrift met tegeneis en voegingsincident

  • -

    het antwoord in het incident

  • -

    de akte vermeerdering van tegenvorderingen met producties van Bruna

  • -

    het incidentele vonnis

  • -

    het antwoord op de tegeneis met producties.

1.3.

Vervolgens zijn alle partijen uitgenodigd voor een zitting op 14 februari 2019 en zijn de volgende stukken toegevoegd aan beide dossiers:

  • -

    de producties 30 t/m 45 van Bruna

  • -

    de spreekaantekeningen van Bruna

  • -

    het proces-verbaal van de zitting van 14 februari 2019.

1.4.

Op 14 februari 2019 heeft de zitting plaatsgevonden waarbij alle partijen aanwezig waren. De zaak was op dat moment aanhangig bij de handelskamer van de rechtbank. De rechtbank heeft beide zaken, na partijen gehoord te hebben, tijdens de zitting verwezen naar de kantonrechter (omdat een deel van de vordering ziet op een aardvordering) en heeft vervolgens de zitting als kantonrechter voortgezet. Tot slot is bepaald dat er in beide zaken één uitspraak zou komen. Hetgeen hieronder volgt geldt, tenzij anders aangegeven, in beide zaken.

2 De inleiding
2.1.

De vof is in 2006 franchisenemer geworden bij Bruna. Zij exploiteerde sinds november 2006 een Brunawinkel aan de [straatnaam 1] in [vestigingsplaats 1] en sinds eind 2007 een Brunawinkel in [vestigingsplaats 2] . De heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] zijn vennoten van de vof.

2.2.

Op tweehonderd meter afstand van de Brunawinkel van de vof in [vestigingsplaats 1] , is nog een Bruna winkel gevestigd, in de [straatnaam 2] . De winkel in de [straatnaam 2] wordt niet door een franchisenemer geëxploiteerd, maar door Bruna zelf. Vanaf 2014 heeft Bruna de openingstijden van de winkel aan de [straatnaam 2] verruimd. Dat hield in dat deze winkel op maandag vanaf 9:00 uur openging in plaats van vanaf 13:00 uur en dat deze op zondag opende van 12:00 tot 17:00 uur, in plaats van (voorheen) drie zondagen per jaar. Daarna is een geschil tussen partijen ontstaan.

2.3.

Volgens [Partij II sub 1 c.s.] is de omzet van haar winkel in [vestigingsplaats 1] vanaf het jaar 2014 gedaald en is Bruna aansprakelijk voor de schade die zij daardoor heeft geleden. [Partij II sub 1 c.s.] stelt dat Bruna in strijd met haar zorgplicht als franchisegever heeft gehandeld, door de vof vanaf 2014 actief te beconcurreren en door vervolgens na te laten (samen met [Partij II sub 1 c.s.] ) te zoeken naar oplossingen voor de als gevolg daarvan ontstane omzetdaling bij de winkel aan de [straatnaam 1] .

2.4.

Ondertussen liepen de betalingsachterstanden van de vof bij Bruna op. Als gevolg daarvan heeft Bruna de samenwerking met de vof met ingang van 5 maart 2018 beëindigd. Daarna heeft een kortgedingprocedure plaatsgevonden. De vof wilde dat Bruna zou worden gedwongen om de franchiseovereenkomsten voort te zetten, Bruna vorderde veroordeling van de vof om mee te werken aan de overdracht van de Brunawinkels in [vestigingsplaats 1] en [vestigingsplaats 2] aan Bruna.

2.5.

Op 21 maart 2018 heeft Bruna (ten laste van de heer [Partij II sub 1] ) beslag laten leggen op de woning van de heer [Partij II sub 1] .

2.6.

Op 23 maart 2018 is uitspraak gedaan in de kortgedingprocedure. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vof afgewezen en die van Bruna toegewezen. Op 9 en 10 april 2018 heeft de vof op grond van dit vonnis haar Brunawinkels in [vestigingsplaats 1] en [vestigingsplaats 2] aan Bruna overgedragen.

De vorderingen

2.7.

Bruna vordert in beide procedures (in de zaak 7538446 UC EXPL 19-1641 in conventie en in de zaak 7538467 UC EXPL 19-1643 in reconventie), na vermeerdering van eis, betaling van:

- € 184.307,55 aan openstaande facturen ten aanzien van de franchisewinkels in [vestigingsplaats 1] en [vestigingsplaats 2] , te vermeerderen met contractuele vertragingsrente en vergoeding voor administratiekosten;

- € 6.479,10 aan nog niet door [Partij II sub 1 c.s.] aan het personeel van de Brunawinkels betaald vakantiegeld dat is opgebouwd toen de vof werkgever was, te vermeerderen met wettelijke rente;

- € 2.775,00 aan buitengerechtelijke kosten;

- proceskosten inclusief beslagkosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.

2.8.

De heer en mevrouw [achternaam van Partij II sub 1 en sub 2] (in de zaak 7538446 UC EXPL 19-1641 in reconventie) en de vof (in de zaak 7538467 UC EXPL 19-1643 in conventie) vorderen betaling van € 791.248,27 aan schadevergoeding, bestaande uit gemiste jaaromzetten bij de winkel in [vestigingsplaats 1] over de jaren 2014 t/m 2017, vermeerderd met rente en kosten.

De opbouw van dit vonnis

2.9.

Hierna zal eerst de vordering van [Partij II sub 1 c.s.] (in beide zaken) worden beoordeeld. Daarna wordt de vordering van Bruna beoordeeld. Vervolgens wordt in beide zaken afzonderlijk beslist.

3 De beoordeling van de vordering van [Partij II sub 1 c.s.]
3.1.

De vordering van [Partij II sub 1 c.s.] is gebaseerd op de stelling dat Bruna haar (contractuele) zorgplicht heeft geschonden.

3.2.

Partijen hebben geen specifieke afspraken gemaakt over het naast elkaar bestaan van de twee winkels in [vestigingsplaats 1] . Een overeenkomst wordt echter niet alleen beheerst door dat wat partijen hebben afgesproken, maar ook door de eisen van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 1 BW). Dat betekent dat contractspartijen verplicht zijn zich redelijk tegenover elkaar te gedragen. De vraag is wat deze zorgplicht concreet betekent voor de tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst en of Bruna deze verplichting tegenover [Partij II sub 1 c.s.] heeft geschonden. Dat hangt af van de omstandigheden van het geval. [Partij II sub 1 c.s.] is van mening dat Bruna haar zorgplicht heeft geschonden. [Partij II sub 1 c.s.] moet dus voldoende (onderbouwde) feiten en omstandigheden naar voren brengen waaruit blijkt dat dit zo is.

3.3.

De eerste stelling van [Partij II sub 1 c.s.] is dat Bruna haar onrechtmatig heeft beconcurreerd. Met betrekking tot die stelling heeft [Partij II sub 1 c.s.] de volgende omstandigheden aangevoerd:

  1. vanaf augustus 2014 heeft Bruna de winkeltijden aangepast aan die van de winkel van [Partij II sub 1 c.s.] ;

  2. vanaf augustus 2014 heeft Bruna haar assortiment aangepast aan dat van de winkel van [Partij II sub 1 c.s.] ;

  3. vanaf mei 2014 heeft Bruna acties aan consumenten aangeboden en heeft zij boekpresentaties georganiseerd zonder [Partij II sub 1 c.s.] daarbij te betrekken;

  4. de winkel van Bruna fungeert als “opruimwinkel” voor overige Brunawinkels en verkoopt boeken onder de wettelijke toegestane prijs.

3.4.

Ten aanzien van omstandigheid i. geldt het volgende. Het staat vast dat Bruna de openingstijden van de winkel in de [straatnaam 2] in 2014 heeft verruimd. Dat Bruna dit niet mocht doen heeft [Partij II sub 1 c.s.] niet onderbouwd. [Partij II sub 1 c.s.] was er bij het aangaan van de overeenkomst van op de hoogte dat er nog een Brunawinkel in de buurt van zijn winkel aan de [straatnaam 1] zat. Partijen hebben bij aanvang van de overeenkomst geen afspraken gemaakt over deze winkel. Dit betekent dat [Partij II sub 1 c.s.] er dus rekening mee moest houden dat de Bruna winkel in de [straatnaam 2] in bepaalde mate concurrerend zou zijn. Dat deze concurrentie in omvang altijd gelijk zou blijven, en dus nooit zou wijzigen, had [Partij II sub 1 c.s.] niet mogen verwachten. Bruna heeft op de zitting verklaard dat de retail branche in 2014 in zwaar weer verkeerde, waardoor de omzet van de Brunawinkel aan de [straatnaam 2] onder druk stond. De openingstijden zijn volgens Bruna verruimd om deze...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT