Uitspraak Nº 8001453 CV EXPL 19-18437. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-21

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2322
Docket Number8001453 CV EXPL 19-18437
Date21 Abril 2020
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8001453 CV EXPL 19-18437

vonnis van: 21 april 2020

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]

eiseres

nader te noemen: [eiseres]

gemachtigde: mr. Th. Gardenbroek

t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

nader te noemen: [gedaagde]

gemachtigde: mr. M. Meijer

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende stukken en proceshandelingen zijn onderdeel van het procesdossier:

- dagvaarding van 20 augustus 2019, met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 januari 2020, alwaar partijen en hun gemachtigden zijn verschenen. [eiseres] heeft voorafgaand een akte uitlating en overlegging producties ingediend. Ter zitting zijn partijen gehoord, [gedaagde] aan de hand van pleitaantekeningen, en hebben zij vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

[gedaagde] is eigenares van de woonruimte aan het adres [adres] (hierna: de woning).

1.2.

Bij huurovereenkomst van 20 maart 2017 heeft [gedaagde] aan [eiseres] een kamer verhuurd met medegebruik van een gemeenschappelijke keuken, badkamer en halletje (hierna: het gehuurde), welke zij deelde met twee andere kamerbewoners. De huurovereenkomst werd aangegaan voor de duur van een jaar met 1 april 2017 als ingangsdatum en de huurprijs bedroeg € 450,00 per maand, exclusief bijkomende kosten.

1.3.

Bij gebreke van opzegging is de huurovereenkomst per 1 april 2018 verlengd voor onbepaalde tijd.

1.4.

Door middel van een WhatsAppbericht van 29 juni 2018 aan [eiseres] en de andere twee bewoners heeft [gedaagde] de huurovereenkomst aan [eiseres] opgezegd. De tekst van het bericht luidde:
“Hallo dames, graag wil ik jullie laten weten dat wij besloten hebben het appartement per 1 september uit de verhuur te halen.”

1.5.

Via een e-mail vanuit het door [gedaagde] gehanteerde e-mailadres [e-mail adres] is op 9 juli 2018 het volgende bericht aan [eiseres] en haar medebewoners gestuurd:
“Zoals ik in mijn groepsapp van 29 juni 2018 al kenbaar heb gegeven, stopt per 1 september 2018 de verhuur van [adres] . Dat betekent dat de sleutels uiterlijk 12 uur op 31 augustus 2018 ingeleverd moet worden. De kamers dienen ook uiterlijk 12 uur op 31 augustus 2018 schoon en zonder schade opgeleverd te worden. ”

1.6.

Als reactie op de onder 1.5 genoemde e-mail heeft [eiseres] [gedaagde] diezelfde dag een bericht met de volgende inhoud gestuurd:
“Graag wil ik je wijzen op onze huurbescherming. Om onze huur op te zeggen is er een wettelijke reden verplicht en daarnaast een opzegtermijn van drie maanden - zeker in [naam 1] ’s en mijn situatie, gezien ons contract van een jaar voldaan is en dan volgens de wet stilzwijgend voor onbepaalde tijd is verlengd. Een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT