Uitspraak Nº 8066280 / CV EXPL 19-7457. Rechtbank Noord-Holland, 2020-04-01

ECLIECLI:NL:RBNHO:2020:2494
Docket Number8066280 / CV EXPL 19-7457
Date01 Abril 2020
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8066280 / CV EXPL 19-7457 (SJ)

Uitspraakdatum: 1 april 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.) [eiser 1]

wonende te [woonplaats]

2.) [eiser 2]

wonende te [woonplaats]

eisers

verder te noemen: eisers

gemachtigde: mr. P.J.M. Ros

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

verder te noemen: gedaagde

gemachtigde: mr. J.G. Schmidt

1 Het procesverloop
1.1.

Eisers hebben bij dagvaarding van 19 september 2019 een vordering tegen gedaagde ingesteld. Gedaagde heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Op 28 februari 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

1.3.

Voorafgaand aan de zitting heeft gedaagde bij brieven van 16 februari 2020 en 24 februari 2020 nog stukken toegezonden. Eisers hebben bij brieven van 17, 25 en 27 februari 2020 nog stukken toegezonden.

2 De feiten
2.1.

Gedaagde is op 1 juli 2013 een overeenkomst aangegaan voor de huur van de woning met perceel aan de [adres] (hierna: het gehuurde) met – thans – eisers als verhuurder en gedaagde als huurder. Blijkens de huurovereenkomst bedraagt de huurprijs bij aanvang van de huur € 1000,00 per maand en dient de huur uiterlijk per de eerste van de maand te zijn voldaan. Deze overeenkomst is ondertekend door de – inmiddels overleden – moeder van eisers.

2.2.

Op de huurovereenkomst zijn de algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte van toepassing.

2.3.

Bij brief van 19 mei 2017 heeft de gemeente Schagen aan gedaagde een last onder dwangsom opgelegd om te staken en gestaakt te houden het gebruik van het perceel behorend bij het gehuurde als opslag- of bergplaats van (al dan niet) afgedankte goederen.

2.4.

Met ingang van 1 januari 2017 betaalt gedaagde € 1.025,00 per maand aan huur.

2.5.

Bij brief van 17 oktober 2017 heeft de gemeente Schagen aan gedaagde geschreven dat hij een dwangsom van € 5.000,00 heeft verbeurd.

2.6.

Bij brief van 1 december 2017 heeft de gemeente Schagen aan gedaagde geschreven dat de overtreding binnen de gestelde begunstigingstermijn is beëindigd zodat geen dwangsom is verbeurd.

2.7.

Bij brief van 14 juni 2018 hebben eisers gedaagde bericht dat de huurprijs met ingang van 1 juli 2018 wordt verhoogd met 10% naar € 1.127,50 en dat de huur voortaan dient te worden overgemaakt op de 25e van de betreffende maand. Tegen deze huurprijsverhoging heeft gedaagde bij brief van 26 juni 2018 geprotesteerd.

2.8.

Bij brief van 13 juni 2019 heeft de gemachtigde van eisers gedaagde aangemaand tot betaling van de achterstallige huur, verzocht om de uitoefening van zijn bedrijf in het gehuurde te staken en aansprakelijk gesteld voor schade die eisers in dit verband stellen te lijden.

3 De vordering
3.1.

Eisers vorderen, na vermeerdering van eis, dat de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a.) de tussen partijen gesloten huurovereenkomst voor het gehuurde met onmiddellijke ingang ontbindt;
b.) gedaagde veroordeelt om het gehuurde binnen een maand na betekening van het te wijzen vonnis met al de zijnen en het zijne te verlaten en te ontruimen en met afgifte van alle sleutels ter vrij beschikking aan eisers;
c.) eisers machtigt om de ontruiming zo nodig zelf op kosten van gedaagde te doen bewerkstelligen, zo nodig met behulp van de politie;
d.) gedaagde veroordeelt tot betaling aan eisers van de achterstallige huurpenningen van in totaal € 372,84 over 2018 en € 2.260,26 over 2019, te vermeerderen met de contractuele rente van 12% per jaar vanaf de dag van verschuldigdheid tot de dag van algehele betaling;
e.) gedaagde veroordeelt tot betaling aan eisers van € 1.076,14 voor iedere maand dat gedaagde het gehuurde nog in bezit houdt, vanaf 1 oktober 2019, waarbij een ingegane maand voor een volle wordt gerekend en waarbij de contractuele huurverhogingen ook in de vervolgjaren zullen worden betaald;
f.) gedaagde veroordeelt tot betaling aan eisers van € 5.000,00 aan materiële schade bij wijze van voorschot en bepaalt dat de volledige werkelijk geleden schade nader zal worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele betaling;
g.) gedaagde veroordeelt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT