Uitspraak Nº 8066701 CV EXPL 19-20197. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-20
ECLI | ECLI:NL:RBAMS:2020:2212 |
Date | 20 Abril 2020 |
Docket Number | 8066701 CV EXPL 19-20197 |
Court | Rechtbank Amsterdam (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAMAfdeling privaatrecht
zaaknummer: 8066701 CV EXPL 19-20197
vonnis van: 20 april 2020
fno.: 991
i n z a k e
gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders (Groningen)
t e g e n
wonende te [plaats]
gedaagde partij
niet verschenen
Bij tussenvonnis van 28 oktober 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en dit ingevulde formulier en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen, en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.
Eisende partij heeft op de rolzitting van 25 november 2019 een akte ingediend. Gedaagde partij heeft hierop niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.
De kantonrechter stelt vast dat eisende partij in de dagvaarding andere stellingen en standpunten inneemt dan in haar akte na tussenvonnis.
Bij dagvaarding stelt eisende partij dat zij driemaal heraansluitingskosten in rekening heeft gebracht op grond van een beding in de algemene voorwaarden. Daarbij stelt eisende partij haar dienstverlening ook te hebben opgeschort. Nog los van de omstandigheid dat al herhaaldelijk is beslist dat het beding op grond waarvan heraansluitingskosten in rekening worden gebracht (waarbij de in rekening te brengen kosten niet zijn gelimiteerd, de hoogte van de kosten niet in het beding wordt genoemd en eisende partij haar diensten elke maand opnieuw net zo lang kan opschorten tot de consument betaalt) als oneerlijk beding wordt gekwalificeerd, stelt eisende partij in de akte dat de vordering niet is gebaseerd op bepalingen in de algemene voorwaarden en zij de dienstverlening niet heeft opgeschort.
Verder stelt eisende partij bij dagvaarding dat zij schadevergoeding van gedaagde partij vordert, bestaande uit resterende termijnen. Deze schadevergoeding is volgens eisende partij berekend conform de formule van het LOVCK. In de laatste factuur die bij dagvaarding is overgelegd vordert eisende partij ook een hoger bedrag dan de maanden daarvoor. In de akte stelt eisende partij het tegenovergestelde, namelijk dat zij geen schadevergoeding vordert, maar enkel reguliere maandfacturen.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT