Uitspraak Nº 8100702 CV EXPL 19-21040. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-21

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2302
Date21 Abril 2020
Docket Number8100702 CV EXPL 19-21040
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

Zaaknummer: 8100702 CV EXPL 19-21040

vonnis van: 21 april 2020

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser in conventie, verweerder in reconventie

nader te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. M.H.J. van Riessen

t e g e n

1. [gedaagde 1] 2. [gedaagde 2]

beiden wonende te [woonplaats]

gedaagden in conventie, eisers in reconventie

afzonderlijk nader te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , en samen: [gedaagde 1] c.s.

gemachtigde: mr. J. Frielink

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- de dagvaarding van 1 oktober 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord/eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling mondelinge behandeling.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 februari 2020. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [eiser] een conclusie van antwoord in reconventie, met producties, ingediend. [eiser] is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. [gedaagde 2] is in persoon verschenen met de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten in conventie en reconventie

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:

1.1.

[eiser] is eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: de woning). Deze woning bestaat uit vier verdiepingen.

1.2.

[eiser] verhuurt deze woning met ingang van 16 januari 2018.

1.3.

De huurovereenkomst is schriftelijk vastgelegd. Daarin worden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd als huurders. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn broer en zus.

1.4.

De huurovereenkomst is ondertekend door [gedaagde 2] .

1.5.

[gedaagde 2] woont op de [adres 1] .

1.6.

Als adres van de woning staat in de huurovereenkomst het adres [adres 2] genoemd.

1.7.

De huurovereenkomst is aangegaan voor 5 jaar. De maandelijkse huur exclusief servicekosten bedraagt € 3.500,00.

1.8.

[gedaagde 1] c.s. hebben aan [eiser] een borg betaald van € 10.800,00.

1.9.

In de huurovereenkomst is verder onder meer het volgende bepaald:

“(…)

1.3

It is forbidden to the tenants to sublease the house with the exception of consent in writing from the landlord.

1.4

Exploitation as so called ‘bed and breakfast’, ‘short stay’, AirBnB or look a likes, according to the at any time existing rules of the City of Amsterdam, which you will find at www.amsterdam.nl is allowed only if and when one of the tenants is registered and stays registered in the (BAP) or ‘Basisregistratie Personen’, which registration is mandatory through www.amsterdam.nl. The tenant has to present on first request proof of registration in ‘BAP’ at any time, for the first time at the latest on February 28, 2018. (…)

3.1

This agreement is entered for a period of five year running from January 16, 2018, and running through January 15, 2023.

(…)

9.6

Penalty

In case the tenant breaks the agreement during the period stated in article 3.1, a fine is owed payable immediately without notice or judicial intervention and not amenable to mitigation, in the amount of three month’s rent over and above reimbursement for any and all damages whatsoever. (…).”

1.10.

[gedaagde 1] heeft zich in de Basisregistratie Personen (hierna: de BRP) ingeschreven op het adres [adres 2] .

1.11.

Op 10 juli 2019 heeft een inspectie in de woning plaatsgevonden (hierna: de inspectie) door toezichthouders van de gemeente Amsterdam (hierna: de toezichthouders). Van de inspectie is een rapport van bevindingen opgemaakt.

1.12.

Op basis van de door de toezichthouders aangetroffen situatie in de woning, is namens het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: burgemeester en wethouders) besloten de woning dezelfde dag te sluiten. Bij last onder bestuursdwang van dezelfde dag is [eiser] gelast om het gebruik van de woning als logiesgebouw/hotel onmiddellijk te (laten) staken en gestaakt te houden.

1.13.

[eiser] heeft tegen het bestuursdwangbesluit bezwaar gemaakt. Deze procedure loopt nog.

1.14.

Op 26 juli 2019 heeft de gemeente aan [eiser] haar voornemen geuit om een bestuurlijke boete op te leggen.

1.15.

[eiser] heeft [gedaagde 1] c.s. op 13 augustus 2019 aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg daarvan zal lijden.

1.16.

De gemachtigde van [eiser] heeft per e-mail van 18 augustus 2019 onder meer het volgende aan de gemachtigde van [gedaagde 1] c.s. bericht:

“(…) wij kunnen elkaar wel even telefonisch spreken over hoe nu verder maar gezien mijn opmerking hiervoor wenst mijn client een einde aan de huurovereenkomst te maken; geeft u maar aan wanneer

(…) daarbij heeft het natuurlijk mijn voorkeur om met wederzijds goedvinden een einde te maken aan de huurovereenkomst (vanzelfsprekend blijft de huurbetalingsverplichting tot einde huur bestaan; daarom is snel handelen gewenst)

(…) als er niet met wederzijds goedvinden een einde aan de huurovereenkomst wordt bereikt dan zeg ik nu reeds aan dat ik in een Kort Geding-procedure de ontruiming zal vorderen, alsmede betaling van achterstallige en nog te vervallen huurpenningen (…)”.

1.17.

De gemachtigde van [gedaagde 1] c.s. heeft per e-mail van 21 augustus 2019 onder meer het volgende aan de gemachtigde van [eiser] bericht:

“(…) Cliënte stemt in met het verzoek van uw cliënt om de huurovereenkomst per ommegaande tussentijds te beëindigen. In overleg met de gemeente, uw cliënt en mijn cliënte zal gekeken moeten worden wanneer zij haar meubels en persoonlijke spullen uit de woning kan halen. (…)”.

1.18.

De gemachtigde van [eiser] heeft de gemachtigde van [gedaagde 1] c.s. daarop dezelfde dag als volgt bericht:

“(…) Dank voor uw bericht. Ik ga een en ander in gang zetten. (…)”.

1.19.

[eiser] heeft op 11 september 2019 ten laste van [gedaagde 2] derdenbeslag gelegd onder ING Bank N.V.

1.20.

Bij beschikking van 16 september 2019 is aan [eiser] namens burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd (hierna: het boetebesluit). In het boetebesluit staat onder meer het volgende vermeld:

“(…)

Onderzoek

Aanleiding

De gemeente Amsterdam doet onder meer projectmatig onderzoek naar woonfraude. Als gevolg hiervan is besloten om een onderzoek in te stellen naar het feitelijk gebruik van deze woning.

Administratief vooronderzoek

Uit de gegevens van het Kadaster is gebleken dat u (…) eigenaar bent van de onderhavige woning.

Volgens de Basisregistratie Personen staan er ten tijde van het onderzoek geen personen op dit adres ingeschreven.

(…)

Buitendienstonderzoek

Op 10 juli 2019 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam een bezoek gebracht aan de betreffende woning. Tijdens het onderzoek zijn er in totaal vier toeristen aangetroffen, verdeeld over twee groepen, die de gehele woning tot hun beschikking hadden.

De eerste groep toeristen waren van Amerikaanse komaf. Zij hadden de eerste en tweede verdieping van onderhavig adres tot hun beschikking. De toeristen hebben via Airbnb geboekt, te weten van 9 juli tot 12 juli 2019 voor $ 685,29. Zij verklaren dat zij geen persoonlijke spullen op deze verdieping hebben aangetroffen. In de kamer op de eerste verdieping bevond zich een kamer met een tweepersoonsbedbank en een keuken. Alle aangetroffen persoonlijke spullen waren van de toeristen. De toeristen hebben te kennen gegeven dat de toezichthouders telefonisch contact kunnen opnemen met de host, ‘ [naam host] ’.

De tweede groep toeristen waren tevens van Amerikaanse komaf. Zij hadden de derde en de vierde verdieping van onderhavig adres tot hun beschikking. De toeristen hebben via Airbnb geboekt, te weten van 8 juli tot 12 juli 2019 voor $808,94. Uit het reserveringsbewijs en de mailuitwisseling van de toeristen blijkt dat ‘ [naam 1] ’ de host is van de advertentie. De mailuitwisseling bevat de instructies van de sleutelkluis, het gebruik van het appartement. Tevens hadden zij het nummer waarmee ze contact kunnen opnemen met de host ‘ [naam 1] ’. Het telefoonnummer is hetzelfde nummer als die van host ‘ [naam host] ’.

De toezichthouders hebben, na het bezoek aan het adres, het nummer (…) opgebeld. Zij kregen een meneer aan de lijn die aangaf dat zijn zus ‘ [naam zus] ’ verantwoordelijk is voor het runnen van de Bed and Breakfast. De namen van de hosten kent hij niet. Hij heeft verklaard dat hij incidenteel helpt met de exploitatie, maar dat hij geen check-ins doet. Hij heeft een nummer aan de toezichthouders gegeven dat van zijn zus ‘ [naam zus] ’ zou zijn. Toen de toezichthouders dat nummer probeerden te bellen, kregen zij een mevrouw uit Limburg aan de lijn die aangaf dat zij verkeerd verbonden waren.

(…).

Conclusie

Gelet op het feit dat op het adres vier toeristen zijn aangetroffen die de gehele woning tot hun beschikking hadden en er op dit adres ten tijde van het buitendienstonderzoek niemand stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen, stellen wij vast dat er sprake is van hotelmatig gebruik. Hiermee is de woning zonder de daartoe vereiste vergunning aan de woonruimtevoorraad onttrokken, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 21 aanhef onder sub a van de wet.

(…)

Toerekening/overtreder

De gedragingen met betrekking tot de vastgestelde overtreding rekenen wij toe aan u, in verband met:

1. Uit het Kadaster blijkt dat u eigenaar bent van de woning. Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor het rechtmatig gebruik van uw woning. Het toezicht houden op het rechtmatig gebruik en het voorkomen van overtredingen van de Huisvestingswet behoren hiertoe (…).

(…)

Beslissing

 Wij merken u (…) aan als overtreder van het bepaalde in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT