Uitspraak Nº 8273713 CV EXPL 20-2166. Rechtbank Rotterdam, 2020-06-19

ECLIECLI:NL:RBROT:2020:5232
Docket Number8273713 CV EXPL 20-2166
Date19 Junio 2020
RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 8273713 CV EXPL 20-2166

Uitspraak: 19 juni 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[eiser] , hierna: ‘ [eiser] ’,

wonende te [woonplaats eiser] ,

eiser bij exploot van dagvaarding van 14 januari 2020,

gemachtigde: mr. M.A.F.J. Hupkes-van den Brink (DAS) te 's-Hertogenbosch,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

RUBAFLEX RUBBER EN PLASTICS B.V., hierna: ‘Rubaflex’,

gevestigd te Schiedam,

gedaagde,

gemachtigde: mr. R.L. Latten te Rotterdam.

1. Het verloop van de procedure
1.1

Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:

  • -

    de dagvaarding, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties;

  • -

    de conclusie van repliek, met producties;

  • -

    de conclusie van dupliek.

1.2

De datum van de uitspraak van dit vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten, nu deze enerzijds zijn gesteld dan wel blijken uit de overgelegde stukken en anderzijds zijn erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd zijn bestreden:

2.1

[eiser] , geboren op [geboortedatum eiser] , is met ingang van 15 oktober 2007 in de functie van ‘Verkoper Binnendienst’ in dienst getreden van Rubaflex, aanvankelijk voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is na een jaar voor onbepaalde tijd verlengd.

2.2

Op 25 juni 2015 heeft Rubaflex aan [eiser] een werkgeversverklaring verstrekt (productie 4 bij dagvaarding). Daarop heeft zij verklaard dat zijn functie die van ‘Hoofd Inkoop’ is en dat tot zijn vaste inkomen een vaste bonus behoort, die gelijk is aan een bruto maandsalaris en uitbetaald wordt in de maand juni. Onderaan dit formulier staat vermeld dat van werkgeverszijde wordt verklaard dat alle gegevens naar waarheid zijn ingevuld.

2.3

Op de door Rubaflex aan [eiser] verstrekte loonstroken over de periode juni 2015 tot en met december 2018 (productie 6 bij dagvaarding) staat telkens vermeld dat de functie van [eiser] die van ‘Hoofd Inkoop’ is.

2.4

In de jaren 2015 tot en met 2018 heeft Rubaflex [eiser] in de maand juni van elk jaar een bonus ter hoogte van zijn op dat moment geldende bruto maandsalaris uitgekeerd. Op de loonstrook van de maand juni 2015 staat daarbij vermeld ‘vaste bonus’ en op de loonstroken van de maand juni van de jaren daarna enkel ‘bonus’.

2.5

Voorts heeft Rubaflex [eiser] in de maand december van de jaren 2015 tot en met 2017 een bonus van € 5.000,- bruto uitgekeerd en in de maand december 2018 een bonus van € 2.000,- bruto, waarbij telkens op de loonstrook is vermeld ‘bonus’.

2.6

Het laatstelijk verdiende loon van [eiser] bij Rubaflex was € 3.459,97 bruto per maand exclusief emolumenten waaronder vakantietoeslag, een dertiende maand en een leaseauto uit het hogere segment, op basis van een 40-urige werkweek.

2.7

De arbeidsovereenkomst is als gevolg van opzegging door [eiser] geëindigd met ingang van 1 juni 2019.

3. Het geschil
3.1

[eiser] heeft gevorderd Rubaflex bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan hem van een bedrag van € 3.171,60 bruto ter zake van de vaste bonus en een bedrag van € 1.770,83 bruto ter zake van de variabele bonus, deze bedragen vermeerderd met de wettelijke verhoging in de zin van artikel 7:625 BW, dit alles vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juni 2019 tot aan de dag van algehele voldoening, en voorts een bedrag van € 619,27 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Rubaflex in de kosten van de procedure.

3.2

Ter toelichting daarop heeft [eiser] naast de onder 2 genoemde feiten -samengevat en voor zover nu van belang weergegeven- aangevoerd dat hij vanaf juni 2015 recht heeft op de onder 2.4 bedoelde ‘juni-bonus’, die niet afhankelijk is gesteld van een bepaalde prestatie of inspanning. Rubaflex heeft echter geweigerd een pro rato (11/12e) deel daarvan, zijnde € 3.171,60 bruto, uit te keren bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Datzelfde geldt voor de door hem vanaf 2015 ontvangen ‘december-bonus’ (zie 2.5). Met betrekking tot die bonus heeft Rubaflex [eiser] destijds medegedeeld: “dan heb jij er wat bij en doen we het zo, dan is het voor ons goedkoper”, waaruit [eiser] begrepen heeft dat deze uitkering hem werd gedaan om een marktconform salaris te bewerkstelligen. Omdat hij deze bonus jaarlijks ontving, heeft [eiser] deze aangemerkt als een verkapte loonsverhoging en vertrouwde hij erop dat dit een vast onderdeel van zijn inkomen als Hoofd Inkoper was. Aan toekenning van deze bonus heeft Rubaflex ook geen voorwaarden gesteld, terwijl [eiser] tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst uitstekend heeft gefunctioneerd. Eerst toen [eiser] in december 2018 bij Rubaflex navraag deed waarom zijn december-bonus dat jaar lager was dan de jaren ervoor (€ 2.000,- bruto in plaats van € 5.000,- bruto), heeft zij kenbaar gemaakt dat deze bonus variabel en afhankelijk van het bedrijfsresultaat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT