Uitspraak Nº 8277873 \ CV EXPL 20-2338. Rechtbank Rotterdam, 2020-07-17

ECLIECLI:NL:RBROT:2020:6780
Docket Number8277873 \ CV EXPL 20-2338
Date17 Julio 2020
RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8277873 \ CV EXPL 20-2338

uitspraak: 17 juli 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de stichting

De Leeuw van Putten,

zijnde de rechtsopvolgster van de vereniging Volkshuisvesting De Leeuw van Putten,

gevestigd te Spijkenisse,

eiseres bij exploot van dagvaarding van 16 januari 2020,

gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Rotterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gedaagde,

gemachtigde: mr. A.T. Tilburg.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘gedaagde’.

1. Het verloop van de procedure
1.1.

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:

  • -

    het exploot van dagvaarding van 16 januari 2020, met productie;

  • -

    de conclusie van antwoord, met productie;

  • -

    de conclusie van repliek, met productie;

  • -

    de conclusie van dupliek, met productie.

1.2.

De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.

2.1.

Tussen partijen bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning met aan- en toebehoren aan de [adres] te Spijkenisse.

2.2.

De huurprijs bedraagt thans € 728,78 per maand en is bij vooruitbetaling verschuldigd.

3. De vordering
3.1.

Eiseres heeft na eisvermindering gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen aan haar te betalen € 1.676,90 aan achterstallige huur berekend tot 1 mei 2020 en de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van € 261,01 en gerechtelijke kosten.

3.2.

Eiseres legt aan haar gewijzigde vordering naast de onder 2. vermelde vaststaande feiten – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – ten grondslag dat gedaagde ondanks herhaalde aanmaningen in gebreke is gebleven met betaling van hetgeen zij op grond van de huurovereenkomst aan eiseres verschuldigd is geworden. Naast het bedrag van € 1.676,90 aan huurachterstand berekend tot 1 mei 2020 en de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding, is gedaagde op grond van de wet een bedrag van € 215,71 verschuldigd aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT